Vrijdagavond 10 mei gaf Antoon Van den Braembussche in het boeddhistische centrum Ehipassiko in Deurne, Vlaanderen een lezing over zijn boek ‘De stilte en het onuitsprekelijke. Dôgen over meditatie.’ Wegens de grote opkomst verhuisde auteur en toehoorders van de meditatieruimte naar de kerk, wat zeker bijdroeg tot een unieke, sacrale en serene sfeer. De lezing was intens, de toehoorders waren uiterst aandachtig. Antoon: ‘Een lezing, misschien wel mijn mooiste ooit, die ik in mijn hart sluit. Voor de lezers van het Boeddhistisch Dagblad is de lezing in een gesproken versie hier te beluisteren.
Voor de geluidsopname klik hier
Het is aan te bevelen om de speaker in de link en ook die van de pc op maximaal te zetten, dan is de lezing het best te verstaan.
De Japanse zenmeester Dôgen (1200-1252) wordt algemeen beschouwd als de grondlegger van de Soto school, maar tevens als diegene die de “zittende meditatie” (zazen) of het “alleen maar zitten” (shikantaza) in Japan heeft geïntroduceerd. Zijn hoofdwerk Shôbôgenzô wordt momenteel wereldwijd erkend als een mijlpaal in de literatuur over meditatie.
In deze lezing wordt ingegaan op een aantal kernthema’s van dit werk, zoals:
(1) de grondeloze kern van alles, de weg terug naar het oorspronkelijk gelaat
(2) de mystieke eenwording, meditatie en verlichting
(3) denkend niet-denken, of, “de witte wolken komen en gaan”
(4) tussen spraak en stilte, het onzegbare en het woord, en tenslotte
(5) de nondualiteit, die ons naar het hart van zen brengt, de sleutel tot bevrijding.
Antoon Van den Braembussche (1946) is kunst- en cultuurfilosoof. Hij doceerde onder andere aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Vrije Universiteit Brussel. Hij was ook gastdocent aan de universiteiten van Calcutta, Bielefeld en aan Jan van Eyck Academy en Het Hoger Instituut voor Schone Kunsten.
Zijn meest bekende werk is Denken over Kunst. Een inleiding in de kunstfilosofie, dat voor het eerst in 1994 verscheen en nog steeds wordt beschouwd als een standaardwerk. Van dit boek verscheen een Engelse en een Duitse vertaling, recentelijk ook een vertaling in het Koerdisch.
Het laatste decennium spitst hij zich, naast kunstfilosofie, steeds meer toe op interculturele en comparatieve wijsbegeerte, waarbij vaak de wederzijdse doordringing van kunst en mystiek en de interreligieuze relatie tussen Oosterse én Westerse mystiek centraal staan. Vanuit deze optiek verscheen eind 2016 bij uitgeverij Epo het essayboek De Stilte en het Onuitsprekelijke.
Daarnaast is Antoon Van den Braembussche ook dichter. Vorig jaar verscheen in de slipstream van het stilteboek zijn zevende dichtbundel Alles komt terug. Over de eeuwige terugkeer van het gelijke (Leuven, Uitgeverij P., 2018). Een nieuwe dichtbundel verschijnt in het najaar. Een mystiek essayboek, dat als een vervolg kan worden beschouwd op De Stilte en het Onuitsprekelijke is in voorbereiding.
Kay zegt
“Zijn is als een grenzeloze oceaan van leven, stil en altijd bestaand in dezelfde status. De verschillende aspecten van de schepping kunnen worden opgevat als rimpelingen en golven van de uitgestrekte oceaan van het eeuwige Zijn. Alle vormen en verschijnselen en steeds veranderende toestanden van het leven in de wereld hebben hun basis in dat eeuwige leven van alomtegenwoordig Wezen. ”
Misschien is deze uit de oepanischaden afgeleidde quote een licht op het zijn en worden.