Meindert van den Heuvel stopt op 1 juni van dit jaar- hij gaat met vervroegd pensioen, als boeddhistisch geestelijk verzorger in justitiële instellingen. Maar (de bodhisattva) Quan Yin gaat door, schrijft hij in de april nieuwsbrief van het Zen Centrum Amsterdam. In dit artikel een samenvatting.
In zijn tekst blikt hij terug op de afgelopen bijna 15 jaar als bgv’er. Meindert maakte zeker in de begintijd lange reizen om gedetineerden te bezoeken.
‘Op mijn eerste werkdag voor Justitie, in november 2004 ging ik naar P.I. (Penitentiaire Inrichting) de Marwei in Leeuwarden, 2½ uur heen en 2½ uur terug met de trein. Ik sprak daar één gedetineerde en toen ik een paar weken later terug kwam vertelde hij mij over het commentaar van een mede gedetineerde die gezegd had: “Komt die man helemaal uit Amsterdam, speciaal voor jou? Dat moet wel een homo zijn.’’
Meindert bezocht in die begintijd ook Esserheem in Veenhuizen. Daar is nog steeds een prachtige binnenplaats met mooie grote bomen. Als hij ooit moet ‘zitten’ dan wil hij naar Esserheem, schrijft hij. ‘Ik sprak daar een gedetineerde die regelmatig mediteerde en vaak ’s nachts zijn stoel voor het raam zette om over de maanverlichte binnenplaats uit te kijken. Op een nacht zat hij weer te mediteren voor het raam. Het sneeuwde. Hij dacht: dit is het mooiste plekje op aarde.’
Meindert telde onlangs in hoeveel gevangenissen hij in de afgelopen bijna vijftien jaar heeft gewerkt en kwam tot zesentwintig locaties, misschien wel dertig. ‘Tien daarvan zijn nu gesloten. Ik denk dat er weinig criminelen zijn die zoveel gevangenissen van binnen gezien hebben.’ De geestelijk verzorger bezocht ook het Detentie Centrum Zeist, dat was een hele belevenis, zegt hij. Er zaten geen criminelen maar mensen zonder de juiste papieren. De overdracht was soms een probleem, ook in het geval van de ontmoeting met een grote groep mensen uit Mongolië. Meindert: ‘De taal was een flinke barrière. Maar rituelen en gezangen zijn gelukkig universeel. Ik had een CD met muziek uit Mongolië mee genomen en dat werd zeer gewaardeerd. Onder andere ‘Om Mane Padmeum’ stond daar op en dat konden we allemaal mee zingen, wat enigszins aarzelend gebeurde. Daarna reciteerde ik nog een bekende tekst uit mijn eigen Japanse Zen traditie: de Kanzeon sutra.’
Meindert van den Heuvel werd in zijn werk als bgv’er soms ook geconfronteerd met hele nare zaken. Een gedetineerde deed een suïcide poging. Hij zit in de isoleercel en de deur mag niet open. ‘Wat zeg je dan door dat luikje? Wat zeg je als iemand letterlijk op de naakte bodem van zijn bestaan zit? Hier schieten woorden tekort, voor je gevoel houdt het hier op. Maar je zou ook kunnen zeggen: hier begint het, hier begint mijn werk als geestelijk verzorger.’ Vanuit de leegte wordt het onmogelijke mogelijk, zegt de boeddhistische filosoof Nagarjuna.
En over de bodhisattva Kanzeon, Quan Yin. Meindert: ‘Het mooie is dat Quan Yin dit effect bereikt terwijl ze niets doet en zelfs niets zegt. Puur door wat ze is en uitstraalt krijg je het gevoel: die wil ik wel in mijn buurt hebben. In onze samenleving is erg veel nadruk komen te liggen op ‘doen’. (…) Ik zou willen pleiten voor meer nadruk op ‘zijn’, zeker in ons werk als geestelijk verzorger. Misschien hebben die bewakers dan toch gelijk, de bewakers die zeggen: geestelijk verzorgers hebben een luizenbaan. Het enige wat ze doen is een beetje koffie drinken met gedetineerden en ondertussen strijken ze een vet salaris op.’
Bron nieuwsbrief zencentrum Amsterdam, lees hier verder voor het complete artikel.
kees moerbeek zegt
Dank Meindert, je maakt het verschil. Van boddhisattva Guanyin is bekend dat zij zich van gedaante kan veranderen. Dwarrelende sneeuwvlokken? Een makkie!
Dit alles lijkt ver af te staan van sommige westerse boeddhisten, omdat het bijgeloof zou zijn. Niets is minder waar, omdat mededogen zich op allerlei manieren kan uiten.
Namo Guanshiyin pusa!