Sinds Homo Sapiens is gaan nadenken, lijdt h/zij aan betekenisdiarree. Alles en iedereen wordt voorzien van uiteenlopende betekenissen, en dat verandert dan ook nog met de setting en de tijd. Gelukkig reikt hetzelfde overmatige denken een probaat middel aan: het schema. Dat luwt de breinstorm, zonder dat er windstilte intreedt. Het schema biedt houvast, zonder de betekenisgeving vast te zetten.
Een schema is een minimaal script voor een bepaalde gedachte, emotie of handeling. Schema’s werken als scenario’s, modellen, prototypes. Ze bieden een beperkend kader, maar ter vrije invulling. Ze laten zich desnoods zelfs vervangen.
Schema’s worden ingevoerd, zo nodig aangepast en soms ook weer afgeschaft. Wie met pensioen gaat, leeft verder zonder een aantal schema’s en maakt kennis met nieuwe. De overgang van een dictatuur naar een democratie is een ingrijpende wisseling van schema’s. En omgekeerd.
We leven de hele dag met schema’s. Triviaal voorbeeld: mijn vrouw en ik hebben samen een afwasschema, met een vuil deel, een afwasdeel (in onze rolverdeling mijn vrouws werkplek), en een afdroogdeel (mijn afdeling, plus wegzetten). Vast, minimaal schema, met elke dag andere voorwerpen. Zouden we een afwasmachine kopen, dan komt daarmee een ander schema ons huis binnen.
Ander voorbeeld: mijn schema voor een druppel-column temt elke week mijn ongesorteerde ideeën zodat ze keurig gedisciplineerd op een min of meer overzichtelijk rijtje gaan staan. Zelfde schema, maar sinds vandaag al 175 keer met steeds een andere inhoud.
Samenlevingen en culturen onderscheiden zich van elkaar doordat ze geheel eigen schema’s hanteren. Ze bouwen schemarepertoires op die in opvoeding en scholing worden doorgegeven of zelfs opgelegd. Machtsverhoudingen zorgen voor handhaving van dominante repertoires, maar kunnen ook heel andere schema’s introduceren. Tegenbewegingen komen altijd met nieuwe schema’s. Mensen ontlenen hun identiteit aan al die schemarepertoires, of hun alternatieven, door zich die eigen te maken en ze binnen de marges vrij in te vullen.
Het kan ook wat verhevener, meer in de sfeer van de zingeving. Filosofen werken al eeuwen met basisschema’s zoals geest/materie, waar/onwaar, subject/object, en vullen die op uiteenlopende manieren in. Theologen kunnen er ook wat van. Als de christelijke theologen God presenteren als de heilige drievuldigheid van vader, zoon en geest, hanteren ze een gemeenschappelijk schema. Dat werken ze dan elk weer op eigen wijze uit, zoals met een bepaalde taakverdeling tussen de drie, bijvoorbeeld schepper, verlosser, trooster.
Ritueel is een heel apart schema. Voor het natuurlijk gegeven schema van de levensloop leveren religies en ideologieën begeleidende rituele invullingen. Die markeren de overgangen van geboorte, inwijding, huwelijk, ziekte, dood. Elk ritueel laat gestandaardiseerd gedrag zien dat volgens een vast schema verloopt, maar bij elke gelegenheid met eigen invulling. Voor de verantwoorde uitvoering zijn vaak rituele specialisten nodig.
Ook zonder dat ze er hun beroep van maken, hebben mensen, in de rol van zingevers, hun eigen omgang met schema’s. De invulling van het minimale schema dat het mogelijk is God te ontmoeten, brengt sommigen in de absolute stilte van de meditatie, terwijl voor anderen de dreunende bas van relipop de vindplaats is. Het basisschema van het humanisme wordt uiteenlopend ingevuld, van orthodoxe atheïsten tot religieuze humanisten. Er zijn vrijzinnigen die zweren bij de VVD, anderen bij Groen Links.
Schema’s zorgen er kortom voor dat het onbeperkte vermogen tot betekenistoekenning hanteerbaar wordt, zelfs met behoud van enige vrijheid. Ze beperken de diarreeneiging, maar zijn geen paardenmiddel. Het minimale karakter van schema’s garandeert sowieso speelruimte. We laten ons niet totaal temmen.
Zo hanteren we allemaal een schema rond het overgangsritueel vakantie. Daarbij onttrekken we ons tijdelijk aan een aantal vaste schema’s in ons werk en thuis. We geven onszelf vrijaf, een time-out, een heidag van een paar weken. Een mooie kans om in vrijheid andere schema’s uit te proberen!
Toch volgen we daarbij – hoe paradoxaal – weer een schema: a. naar een andere plek gaan na de laatste werk- of thuisdag, b. daar een tijdje verblijven, zonder te werken, en c. terugkeren en het gewone leven weer oppakken. Maar we vullen het allemaal op individuele wijze in, alsof het een leeg standaardformulier is.
Na deze druppel-column hanteer ik mijn eigen invulling van het vakantieschema. De eerstvolgende aflevering staat gepland voor over tien weken, op vrijdag 15 september.
Ik wens iedereen een plezierige invulling van het eigen vakantieschema en veel tijd om van een afstandje de vertrouwde schema’s nog eens kritisch door te nemen!
Maar kijk uit voor vakantiediarree…