Vandaag deel twaalf in de serie Tweespraak. De auteurs -psychotherapeut Rob van Boven en psycholoog Luuk Mur, praten over verschillen en overeenkomsten tussen psychotherapie en Dzogchen. De lezer wordt van harte uitgenodigd om mee te praten.
Bijna twintig jaar geleden sprak ik Peter voor het laatst sprak. We waren toen collega’s, maar na mijn vertrek zagen we elkaar niet meer. Ik wist wel dat hij zowel privé als op zijn werk veel moeilijkheden had.
‘Ik was er bijna helemaal aan onderdoor gegaan’.
Hij nam er de tijd voor om me zijn verhaal te vertellen. Over zijn jongste zoon die een chronische psychiatrische stoornis bleek te hebben, de problemen met zijn andere zoon, de problemen op het werk, zijn isolement.
‘Ik leefde nog wel, maar het was alsof er doorlopend een dikke mist om me heen hing. Ik voelde me gevangen in een constante dwangmatige gedachtenstroom. Op een gegeven moment was ik alleen nog maar moe, doodmoe. En toen begon de pijn. Pijn in mijn hoofd, in mijn nek, in mijn borst. Geen dokter die er wat mee kon. Via een kennis van mijn vrouw, zij is me gelukkig al die tijd blijven steunen, kwam ik bij een wat oudere psychiater terecht. Hij zag me niet als een lastige ouder met een gestoorde zoon, of als weer een ernstig overspannen patiënt. Hij stelde zich op als een soort gids voor me. En ik voelde me eindelijk veilig en begrepen.’
‘Je je hoeft niets te veranderen, je bent niet je baan, je bent niet wat anderen van je denken, je bent ook niet wat je van jezelf denkt. Laat je gedachten er zijn zoals ze komen. Ze gaan net zo makkelijk weer weg. Dat soort dingen zei hij tegen me en het werkte.’
‘Ik kon me weer mens voelen. Ik merkte dat de mist om me heen langzaam maar zeker optrok’, vervolgde hij.
‘Ik voelde me geen kneus meer, ik wees mezelf niet meer af, ik hoefde me niet meer groot houden. En nu, zoveel jaar later voel ik me niet meer een gevangene van alles wat ik meegemaakt heb, heb ik geen statusangst meer. Ik ervaar mezelf nu werkelijk als me zelf’.
Hij legde de nadruk op zelf.
‘Ik voel me veel meer verbonden met mijn omgeving. En ik kan alles wat ik meegemaakt heb accepteren, ik denk dat dat nog het belangrijkste is geweest: acceptatie’.
Rob: Als ik je verhaal over Peter vergelijk met een burn-out, dan valt mij inderdaad op dat mensen die langdurig over hun grenzen zijn gegaan en vervolgens crashen, daarna vaak een geheel ander pad in hun leven inslaan. Een burn-out zie ik als een crises van het interne gezin.
Ik maak nog wel eens mee dat een persoon ogenschijnlijk in vrede met zichzelf leeft, maar desondanks overspannen wordt. Meestal is er dan sprake van een overlever die het interne gezin domineert. De volwassene staat daarbij in dienst van de overlever en het kwetsbare kind wordt grotendeels genegeerd. De volwassene hoeft hier geen bewustzijn over te hebben, deze kan zich namelijk vereenzelvigen met de overlever. Het kwetsbare kind heeft zich dan veelal zolang stil moeten houden dat de onderdrukte gevoelens explosief van aard zijn geworden. Vanwege deze uitputtende manier van leven, onder bewind van de overlever, komt er een moment dat deze gevoelens uiteindelijk niet meer genegeerd kunnen worden. De overlever voelt dit aankomen en wordt onrustig om vervolgens bang en soms panisch te worden. (Zo begrijp ik de zogenaamde paniekaanvallen die mensen kunnen hebben). De overlever zal dit interpreteren als controleverlies en controle hebben garandeert hem juist veiligheid, althans dat is wat hij gelooft. Als het niet meer lukt de gevoelens te onderdrukken, dan stort het bewind van de overlever in. De gevoelens kunnen als depressieve gevoelens aan de oppervlakte komen, als zelfafwijzing, maar ook angst en paniek spelen vaak een belangrijke rol. In deze crash zijn de gepredikte waarden en normen van de overlever, waar de persoon zich in het verleden aan vast hield, van weinig betekenis meer en sturen niet meer aan. Als de eerste crisis wat geweken is bevindt de persoon in kwestie zich op een kruispunt. Of de volwassene laat zich wederom domineren door de overlever. De overlever kan zich daarbij nog verbetener inzetten om zijn bekende overlevingsdoelen te bereiken of hij kan de crisis negeren, alsof het nooit heeft plaatsgevonden. Een derde mogelijkheid is dat de volwassene ontwaakt en opstaat. De volwassene die het bewind overneemt laat de missies van de overlever los en slaat een weg in van wat hij in het hier en nu van wezenlijk belang is. Als de oude jachtige weg van de overlever verlaten is en zijn missies verleden tijd zijn, dan komt er meer rust in het individu. Dit betekent dat het adrenaline niveau dramatisch zal zakken. Eerder in het chronische jachtige leven is het lichaam stoffen gaan aanmaken als tegengewicht voor de verhoogde adrenaline afgifte in het lijf. Deze stoffen, die nu niet meer nodig zijn om de adrenaline af te breken, zorgen vervolgens voor een effect alsof je een overdosis aan tranquillizers in je lijf hebt. Na een dergelijke crisis komt het dus vaak voor dat men zich al bij geringe actie oververmoeid voelt. Het kan geruime tijd duren voordat het lichaam stopt deze ‘tranquilizers’ af te geven.
Luuk: Je uitleg doet me denken aan Eckhart. Hij had al jaren het idee dat hij op een dood spoor zat, hij werd heen en weer geslingerd tussen panische angsten en zelfmoordneigingen. Hij is nog geen dertig als hij obsessief denkt: ik kan niet meer met mezelf leven. Dit gaat zo tijden door tot er ook een andere gedachte bij hem op komt, namelijk: als ik niet meer met mezelf kan leven dan moeten er twee -ikken- zijn. Zijn denken stopt voor het eerst sinds jaren even. Vervolgens wordt zijn angst nog groter. Zijn lichaam begint oncontroleerbaar te trillen. Wanhopig probeert hij zich vast te houden aan wie hij denkt te zijn: ik ben wetenschappelijk medewerker aan de universiteit van Cambridge, ik ben een man van bijna dertig, ik ben een Duitser, ik ben Eckhart, maar het is tevergeefs. Hij wordt meegetrokken naar onpeilbare diepten en als hij bijkomt lijkt de wereld om hem heen en hijzelf veranderd. Diep onder de indruk loopt hij in opperste verbazing door de stad, intens gelukkig.
Pas later begreep Eckhart Tolle wat hem was overkomen. Zijn lijden was zo groot geworden, dat zijn bewustzijn gedwongen werd zich los te laten van zijn ongelukkige en angstige zelf. Het voelde alsof hij opnieuw geboren was.
In zijn nieuwe staat van bewustzijn leeft Eckhart Tolle vanaf dat moment vooral op bankjes in het park van Londen. Hij neem afscheid van huis, baan, status, relaties, bezittingen. Hij praat met de mensen die naar hem toekomen, omdat hij zo’n mooie vredige uitstraling heeft. Hij geeft hun advies en schrijft een boek over deze gesprekken. Het is dan 1998. Zijn leven verandert totaal als Oprah Winfrey hem via een relatie een aantal jaren later ontdekt. Zijn boek “The power of Now” schiet alsnog naar de eerste plaats van de bestsellerslijst van The New York Times. De rest is geschiedenis.
In 2017 schrijft Tolle het voorwoord in het boek “The LEAP, the psychology of spiritual awakening” van Steve Taylor. Hij legt daar uit dat spiritueel wakker worden de deïdentificatie met het denken is. Als je je realiseert dat de stem in je hoofd niet bent, dan is er een nieuw bewustzijn aan het verschijnen. Je ontdekt dat er meer is dan je geconditioneerde zelf. Je ziet in dat je ongeconditioneerde bewustzijn je ware aard is.
Rob: Ik vind dit een mooi voorbeeld van een situatie waarin de overlever het interne gezin domineert. De interne familie Eckhart kan zich niet meer staande houden en stort in. De volwassene ontwaakt uit de door de overlever geïnduceerde hypnose. De volwassen neemt het bewind over en identificeert zich niet meer met het oude geloof, gepredikt door de overlever.
Het opgedrongen denken heeft moeten plaats maken voor het zelfgekozen, niet geconditioneerde denken. Eckhart Tolle maakt ook prachtig gebruik van zijn denken om mensen informatie te verstrekken. Hij leert mensen om van een afstand te kijken naar zichzelf en het gaan betwijfelen van de validiteit van eigen geloofsregels. Geloof je eigen denken niet, zou zijn motto kunnen zijn.
Luuk: Ik besluit met een citaat van Eckhart Tolle:
“Overgave is de eenvoudige maar tegelijk diepe wijsheid van meegeven met in plaats van je verzetten tegen de stroom van het leven. De enige plek waar je de stroom van het leven kunt ervaren, is het NU. Dus overgave betekent dat je het huidige moment onvoorwaardelijk en zonder voorbehoud accepteert.“
Piet Nusteleijn zegt
In ‘de kracht van het NU’, zegt Eckhart Tolle op p.17:
“En opeens werd ik me ervan bewust wat een eigenaardige gedachte dat was. Ben ik een of twee? Als ik niet met mezelf kan leven, moeten er twee ikken zijn: het ‘ik’ en het ‘zelf’ waar ‘ik’ niet mee kan leven. Ik dacht, misschien is een van de twee echt. Ik was zo verbijsterd door dit vreemde besef, dat mijn geest stokte. ik was geheel bij bewustzijn, maar er kwamen geen gedachten meer.”
Opeens…Mijn geest stokte…er kwamen geen gedachten meer.
P.19: ” ‘Later kwamen er wel eens mensen naar me toe die zeiden: ‘Wat jij hebt, wil ik ook wel. kun je het me geven of laten zien hoe ik het kan krijgen?’
Dan zei ik:
‘Je hebt het al. Je voelt het alleen maar niet, omdat je denken te veel lawaai maakt.’
Dat antwoord groeide uit tot het boek dat je nu in handen hebt. Voordat ik het wist, had ik weer een uiterlijke identiteit. IK was een geestelijk leraar geworden.”
Mijn bijdrage aan deel 12 “voorbij het denken”, Met groet.
Luuk Mur zegt
Mooi. Met dank.