In de binnenlanden van Mongolië
zat een Mongool op een steen
Hij huilde dikke tranen
want hij kon nergens heen
Niet dat hij ergens heen wou,
naar China of zo iets
Hij zou dat makkelijk kunnen
op zijn rode fiets
Het zat namelijk heel anders,
de wereld was te groot
al die buitenlanden,
hij was als de dood
Van al die vreemde mensen
in het buitenland
Ze zouden zeker zeggen,
‘Hé wat amusant,
Kijk nu toch eens
een mongool op een fiets.’
Hij zou het niet begrijpen,
want van al dat buitenlands
verstaat hij natuurlijk niets.
Het was een groot dilemma
voor onze Mongool
Hij kon wel gaan studeren
op de buitenlandse talenschool
Maar het zou wel honderd jaar duren
voor hij in duizend talen
netjes had geleerd
‘Bakker 1 krentenbol
zonder boter ingesmeerd’
Toen hij zo zat te zitten,
niet wetend wat te doen
Kwam professor Pillewip
op zijn brommer aan
Die vroeg wat kijk je sip
scheelt er soms iets aan?
Toen hij had verteld
wat zijn probleem wel was
Pakte professor Pillewip
de grote Bosatlas.
En legde toen aan hem uit
dat al het buitenland
voor hen die daar woonden,
weer keken naar onze kant
dat zij dat weer zagen
als het buitenland
dat binnen of buitenland
eigenlijk niet bestond
dus stap nu maar op je fiets
en rijd de wereld rond.
Dus mocht je een mongool zien
op een rode fiets
Zeg dan…
‘Oergamo morre mor
Pirre par porre por’
en dat betekent dan
‘Dag mongool op je rode fiets’