Ik kan me inbeelden dat als je verlicht bent, je het leven licht en met humor benadert maar dat je er niet altijd op uit bent om met je grappen honderden volgelingen over de grond te laten rollen van plezier. Zijn discipelen beschreven Boeddha als ‘glimlachend, vrolijk, opgetogen, blij en met een stralend voorkomen.’ Boeddha vond luid giechelen en lachen ongeschikt voor monniken en nonnen. Hij stelde de vraag: “Waarom al dit lachen en feesten als de wereld in brand staat?” Tegelijk raadt hij degenen die meditatie al te ernstig opvatten aan om het fronsen op te geven en te oefenen in het glimlachen. “Wees een vriend voor de hele wereld.”
Toch lijken ze meestal zo ernstig, de uitspraken van Boeddha. Als hij ergens kritiek op had, gebruikte hij nochtans vaak milde spot die erg to the point was. Zo had hij geen hoge dunk van de almacht van de priesterkaste, de brahmanen. Op een keer merkte een volgeling op dat de brahmanen beweerden dat zij uitverkoren en rein waren omdat zij geboren werden uit de mond van de oppergod, Brahma. Boeddha reageerde laconiek: “Men ziet de brahmaanse vrouwen nochtans menstrueren, zwanger zijn, baren en zogen.” En dan volgt een fijnzinniger sneer, wellicht een toespeling op de starre brahmaanse opvatting over karma: “Ze stellen Brahma verkeerd voor, liegen en produceren daarmee veel slechte verdienste.”
De hoogdravende taal die Boeddha lijkt te gebruiken moeten we wellicht met veel korrels zout nemen. Zijn uitspraken werden opgeschreven in het Pali en Sanskriet, formele, algemene talen. Zoals bij ons in het Latijn en Grieks, kan je er ernstige, gedragen uitspraken mee doen die gezag of ontzag oproepen. De eerste vertalers dachten waarschijnlijk dat zij Boeddha’s leer eerbiedig moesten behandelen door de plechtige toon van onze Bijbel te imiteren: “Vervolgens benaderde de eerbiedwaardige Moggallana de Gezegende en zat aan zijn zijde en sprak aldus: Eerwaarde Heer, kan de Gezegende mij verklaren hoe…” Zou Gezegend zijn niet per definitie inhouden je kan relativeren, in de eerste plaats jezelf? Boeddha sprak met zijn oude vriend Sariputta eens over zijn eerste, ascetische pogingen om verlicht te worden. “Ik herinner me dat ik soms één enkele rijstkorrel per dag at. Sariputta, nu denk je misschien dat een rijstkorrel in die tijd groter was, maar dat is geen juiste zienswijze: de rijstkorrel was toen hooguit even groot als nu.”
Het lucht mij op als ik een passage vind met de eerder subtiele humor van Boeddha, verborgen in de vaak hoogdravende taal van de soetra’s. Een volgeling die koppig vasthield aan zijn oude opvattingen kreeg volgend verhaaltje van Boeddha te horen. “Er was eens een varkenshoeder die een hoop droge mest vond en dacht: ‘Dat is een hoop voedsel voor mijn varkens!’ Hij spreidde zijn mantel, raapte de mest op en maakte een bundel die hij op zijn hoofd zette. Er brak een zware regenbui los en hij droop na een tijdje van de mest, maar bleef zijn lading dragen. Wie hem zag zei: ‘Je moet gek zijn!’ Hij antwoordde: ‘Jij bent degene die gek is! Dit spul is prima voedsel voor mijn varkens!”
Kay zegt
Een aardig artikel. Toch een paar opmerkingen op een onderdeel. Dat het vedische tijdperk ten tijde van Boeddha wat ingeboet had en wat aan het degenereren was is juist. Maar er was nog geen aparte priester klasse in de tijd van Boeddha. Ook was er geen universele religie, het was allemaal zeer lokaal. Het klassesysteem bestond helemaal niet. De overerving van het priesterschap is van latere datum. Het lijkt me daarom ook dat de dialogen, in dit artikel, met Boeddha voortkomen uit latere interpretaties en toevoegingen. Het lijkt wel aardig je af te zetten met een latere interpretatie tegen de grondslagen en cultuur die in de tijd van Boeddha echt anders was, het is en blijft niet juist.
p.klene zegt
Het is niet denkbaar dat er geen sterk gelaagde samenleving was in de tijd van de Boeddha. Het was immers een strikt feodale maatschappij waar ieder zijn of haar plaats innam en het niet moest proberen op het randje ervan te lopen of doodleuk bv monnik of non of saddhu te worden. Zoiets werd zeker niet gewaardeerd door de familie. Of het kaste-systeem zoals we dat heden kennen bestond is theoretiseren, maar een voorloper ervan, even rigide als het huidige is er zonder twijfel geweest. De ouders van Siddharta Cautama waren beslist niet “pleased” met het feit dat hun oudste zoon, de troonopvolger, de kuierlatten nam om zo nodig met saddhu’s te gaan mediteren in het woud. Houdt er rekening mee dat de sociale controle gelijk als nu bikkelhard is in India. Dit soort maatschappelijke clusters van normen en waarden is al vele eeuwen gepraktiseerd in India- Azië en hebben een verrassend taai leven, de binding en veiligheid van de samenleving hangt er immers van af.
Ujukarin zegt
Ja er zijn een aantal soetra’s waarin de Boeddha debatteert met ‘Brahmanen’ (leden van de groep c.q. kaste) en hun waarden tot op het bot fileert. Zoals bovenstaand voorbeeld in de tekst.
Natuurlijk zijn die soetra’s pas rond begin van onze jaartelling opgeschreven dus zouden in enkele eeuwen mondelinge overdracht wat ruis gekregen kunnen hebben. Maar helemaal anders op zo’n fundamenteel punt als dit? Een aanzienlijk deel van de monnikken stapte juist in de sangha tegen alle groeps/kastenregels van toen, en ook voor lekenvolgenlingen lijkt de houding van Boeddha op dit vlak zeker een pluspunt te zijn…
With folded palms,
Kay zegt
Ujukarin de samenleving ten tijde van Boeddha was zeer lokaal en op “dorpsnieveau” georganiseerd. Ieder dorp had zijn eigen tradities en cultuur. Dat er boeren, bestuurders, soldaten en dorpswijzen waren (geen priesters) vind je tot op de dag van vandaag je in iedere georganiseerde samenleving, ook in het bijzonder egalitaire Nederland vind je klassen. Je leest altijd je eigen mentaliteit in de geschiedenis. Het is me een raadsel waarom in boeddistische kringen zo dogmatisch gedacht wordt over andere samenlevingen in andere tijden.
Ujukarin zegt
Ja Kay, er waren verschillen met het India van nu. Maar ook zat overeenkomsten. Soetras zoals Agganna soetra (boven gebruikt) die over een Brahmin kaste spreken zijn écht een paar honderd jaar na gebeuren opgeschreven. En omdat er verschillende kopieëen opgedoken zijn, ook via bijvoorbeeld Chinees, is het zeer onwaarschijnlijk dat de tekst na pakweg jaar-nul nog veranderd is. Conclusie is en blijft dat een idee van ‘kaste’ van dorpsoudsten al rond jaar 0 bestond en zeer waarschijnlijk ook in de boeddha’s tijd. En hij had alle reden om dat systeem waar afkomst bepalend was voor je status en niet eigen kwaliteiten aan te vallen.
Dus zonder verdere referenties die jouw weergave van feiten onderbouwen ben ik bang dat ik je betoog vrij fragiel vindt :-(
With folded palms,
Kay zegt
Ujukarin ik ga geen uitgebreid exposé geven over de socio-politieke of socio-religieuze evolutie van India houden als dat al gewaardeerd zou worden op deze site. Geschriften, rituelen of leer zijn niet het uitgangspunt voor mij.
kees moerbeek zegt
‘Geschriften, rituelen of leer zijn niet het uitgangspunt voor mij.’ Dank voor je, Kay, maar zou je met ons willen delen hoe niet-ingewijden tot dit inzicht kunnen komen? Compassie?
Kay zegt
Ervaring van je meest diepe zelf, wat het zelf van alles en iedereen is. Al andere vormen van compassie zonder zelfervaringen hebben geen basis en zijn deel ervaringen.
kees moerbeek zegt
Sorry, Kay, maar je geeft een prachtig voorbeeld van wat bedoeld wordt met het ‘valse ik’ en hoe het opereert. Ook lees ik in bijvoorbeeld de reactie van Ujukarin dat het effect daarvan afgescheidenheid is.
Wat is het nut van je reageren op een discussieforum als je opvatting maar volledig dichtgetimmerd is en volledig gebaseerd is op ‘ik’, ‘mij’ en ‘mijn’?
Ujukarin zegt
Kay, dat is allemaal best. Maar het zou van enig respect aan zowel de schrijver van deze tekst (Xavier) als andere reageerders getuigen als je dat in het begin gezegd had. Op deze basis maak je een gesprek onmogelijk, omdat je blijkbaar hele andere uitgangspunten hebt dan de geschriften zonder te willen melden welke. En op basis van jouw uitgangspunten uitspraken meent te kunnen doen als “Maar er was nog geen aparte priester klasse in de tijd van Boeddha. Ook was er geen universele religie, het was allemaal zeer lokaal. Het klassesysteem bestond helemaal niet. De overerving van het priesterschap is van latere datum.”
Vooralsnog kwalificeer ik ze als uit jouw eigen duim gehaalde dingen; een dialoog eist dat beide partijen hun bronnen geven en op basis van gedeelde bronnen elkaars analyses fijnslijpen. Botweg ‘onze’ bronnen diskwalificeren zonder er iets verifieerbaars voor in de plaats te stellen vind ik respectloos en jezelf buitenspel zettend, sorry…
With folded palms,
Xavier Vandeputte zegt
Een korte reactie; ik ben al een hele tijd ziek.
Boeddha had het vaak (kritisch) over de brahmanen. Het klopt dat een brahmaan een lid is van de hogere kasten, met name van de hindoeïstische kaste. Ik ga er vanuit dat hindoeïstismche een religie is…
Xavier Vandeputte
Kay zegt
Beste Xavier ik wens je alle sterkte.
Je artikel is nuttig maar gaat voorbij aan wat de mensen van de tijd van Boeddha werkelijk beleefde aan hun religie. De cultuur en grondslagen van India begon aan een rivier vele duizende jaren geleden, als eenvoudige dorpsgemeenschappen met als kern een vioeah, een bijeenkomst van mensen voor gemeenschappelijk overleg. Het begin van Perzische en de Egyptische cultuur zijn op een zelfde wijze begonnen. Verschil tussen Persische, Egyptische en de ontwikkeling in India is dat in India dat niet leidde tot een absoluut vorstendom zoals in het Westen, Persië en Egypte.
India heeft een heel lange tijd van experimenteren gekend totdat vrije koninkrijken en republieken ontstonden die heel verschillende culturen kenden. Boeddha leefde in de tijd waar die vrije koninkrijken en republieken domineerden, maar niet verstard waren, er werd nog vollop geëxperimenteerd. Nog ten tijde van Boeddha is begonnen met het opbouwen van het Mauryan keizerrijk dat zijn hoogtepunt kende onder de regering van Asoka.
Asoka bekeerde zich tot het Boeddhisme en in zijn keizerrijk werd Boeddhisme het dominerende religieuze politieke systeem. Hiermee kwam een einde aan de vrije koninkrijken en republieken en het experimenteren met lokale autonome politiek-sociale systemen.
Je verwijst naar een geschrift dat 500+ jaren na Boeddha is geschreven. Ik denk dat dit geschrift een overblijfsel is vanuit de tijd van Asoka. Asoka was eerder een politicus dan Boeddhist. Het vijandbeeld over Brahmanen kunnen uit politieke overwegingen zijn onstaan.
Uit desintegratie, degeneratie, invasies, kolonialisme, christianiseren, misverstanden en misvormingen is Hindoeïsme ontstaan. Hindoeïsme is een ontwikkeling van de laatste 8/10 eeuwen. De evolutie van de laaste paar eeuwen India moet je niet beoordelen en projecteren op de hele geschiedenis van India, daarmee doe de geschiedenis van India een groot onrecht.
Ujukarin zegt
Hoi Kay,
Dank voor de reacties maar ze praten nog steeds TOTAAL langs alle jou gestelde vragen/uitdagingen heen. Kan aan Xavier en de anderen liggen natuurlijk ;-), maar toch weer een poging om je beide issues duidelijk te krijgen.
Startpunt: Xavier analyseert enkele soetras en konstateert dat het allemaal wat weinig expliciete humor bevat, sterker nog dat giechelen als afleiding gezien werd. Boeddha had naar zijn gevoel best wel humor maar verborg het in omfloerste termen, zoals bij het fileren van enige claims der Brahmanen (de term in de soetra).
Jij riposteert met twee soorten zaken.
A] “Geschriften, rituelen of leer zijn niet het uitgangspunt voor mij.” En dan nadere uitleg “Ervaring van je meest diepe zelf, wat het zelf van alles en iedereen is. Al andere vormen van compassie zonder zelfervaringen hebben geen basis en zijn deel ervaringen.”
B] “Het klassesysteem bestond helemaal niet. Het lijkt wel aardig je af te zetten met een latere interpretatie tegen de grondslagen en cultuur die in de tijd van Boeddha echt anders was, het is en blijft niet juist.”
En mijn simpele vragen, waarop geen voor mijn kleine denkraam helder antwoord gekomen is, zijn.
A] Wat heeft dit ook maar enige iota te maken met het onderwerp van discussie? Ik ben het er niet persé mee oneens, de Boeddha zelf en Xavier vermoedelijk ook niet, maar het is gewoon totaal en totaal wat anders. De discussie over de rol van rituelen en geschriften versus de-ervaring-voorbij-die-hulpmiddelen wordt o.a. rondom Zen volop gevoerd, in eerdere discussies en BD-columns met/van pakweg Kees en mij zie je ze ook volop. Maar hier gaat het om een BD-praatje dat de keuze maakt om een aantal geschriften als basis te kiezen. Ik zou zeggen: ofwel leg ons helder uit waarom jij met allerlei kreten komt dat we helemaal geen geschriften zouden mogen gebruiken als basis van discussie (maar wat dan wel?) of stop dit soort zinloze zijpaden. Het onderwerp is humor-van-de-Boeddha, en jij reageert alsof er een totaal ander onderwerp is; passend voor een Monty Python-sketch maar niet voor een serieus discussiemedium.
B] Wel volgens alle wetenschappers die ik ken bestond er wél een duidelijk klassesysteem, dat zich later tot kasten ontwikkelde. Om precies te zijn binnen 500-600 jaar want dat is het latere moment dat de soetras op (palmblad-)papier gezet zijn. En de religie van die tijd zou je brahmanisme kunnen noemen, later pas evolueerde dat tot het hedendaags Hindoeïsme.
Mijn simpele vragen hier zijn er twee: B1] het zou érg handig zijn als je iets van bronverwijzingen had. De andere reageerders waaronder ikzelf kunnen er zo tientallen posten om bovenstaande weergave te onderbouwen. Zonder bronverwijzingen maak je erg veel risico uitgemaakt te worden voor dikke-duim-gebruiker, sorry.
B2] Zelfs als je voor een aanzienlijk deel gelijk zou hebben, wat is de relevantie voor Xaviers punt? Het onderwerp is humor van de Boeddha; en of ie dat nou zou toen ten koste van Brahmanen (als die toen al bestaan zouden hebben) of van enige andere ‘hogere’ lokale dorpsklasse (die volgens jou wél bestond), ik zie niet wat dit voor het door Xavier gemaakte punt uitmaakt.
Maar misschien geldt ook hier dat je een sterke voorkeur hebt voor totale offtopic reacties net als bij A]? :-)
With folded palms,