Hotei is de god van voorspoed, beschermheilige van kinderen, waarzeggers, wijzen en barkeepers. Hij is de god van beminnelijk- en grootmoedigheid, zijn verschijning is in de vorm van een dikke goedlachse man met borstelige bakkebaarden. Zijn omvangrijke lichaam staat voor een grote ziel en innerlijke rijkdom. Je ziet hem altijd afgebeeld met een zak waar hij op uitrust of die over zijn schouder hangt. Die fortuin zou brengen aan hen die in zijn deugdzaamheid geloven.
Dit zijn wat van de zaken die men Hotei toerekent. Hotei heeft werkelijk bestaan maar de legende rondom zijn persoon zijn net zo betrouwbaar als die van onze Sint Nicolaas. Hotei was niet zijn werkelijke naam, dat was Kaishi. Zijn geboortedatum is onbekend, maar wel is bekend dat hij in maart 916 overleden is. Ondanks dat hij een zenpriester was, pleitte zijn voorkomen en de dingen die hij deed niet in zijn voordeel. Hij zag er uit als een gladjanus en had geen vaste woon- of verblijfplaats. Op een keer, toen hij in het open veld, sliep stak er een sneeuwstorm op. Maar Hotei sliep als een roos tot de ochtend. De mensen in de omgeving stonden versteld dat hij niet was bezweken aan de kou.
Hij had een smal voorhoofd, en zijn enorme buik stak altijd door zijn priestertoga heen, zodat het leek alsof hij altijd half naakt was. Dit was voor de Chinezen zo grappig dat ze hem Cho-Tei-Shi of, Ho-Tei-Chi noemden, wat oude voddenbaal betekent. Als priester leefde hij van bedelen; vlees was voor hem uit de boze. Maar voddenbaal of niet, hij was een geweldige spreker en kende honderden boeddhistische teksten uit z’n hoofd. Hij was ook waarzegger en zijn voorspellingen kwamen altijd uit. Maar hij vertikte iemand de waarheid te voorspellen die niet de gehele waarheid wilde horen Er is nog een bekende anekdote over de geest van Hotei. Als een willekeurig aantal vreemdelingen op nieuwjaarsavond bij elkaar zijn, bijvoorbeeld een groep mensen in een treincoupe. Als ze Hotei dan om een geschenk vragen dan geeft Hotei waar ze om vragen.
Hier zit alleen één voorwaarde aan vast, ze moeten allemaal om hetzelfde geschenk vragen. Ik vergeleek de legendes over hem met onze Sint Nicolaas, wat niet zo verwonderlijk is. Op afbeeldingen zie je hem vaak met kinderen afgebeeld en over het algemeen heeft hij ook een grote zak bij zich. De legende verhaalt dat, als hij een ijveraar voor het boeddhisme ontmoette, dat hij dan aan zo iemand om geld vroeg. Vaak kocht hij daar dan lekkernijen voor die hij deelde met de kinderen die zich om hem heen verzamelden. Vaak bietsten ze bij hem om koek en snoep en zo had hij min of meer een kleuterschool op straat. De overeenkomst met onze bisschop Sint Nicolaas en zijn knecht die een zak cadeautje draagt, is misschien niet zo ver gezocht.
In Japan begon het geloof in Hotei in de Edo-periode. De reden dat de Japanners zo’n grote eerbied voor Hotei hebben, komt door een Japanse legende die uit een tijd stamt voor zen naar Japan kwam. Die legende verhaalt dat de wereld van genade, in de vorm van het boeddhistisch geloof door een onwaarschijnlijke priester naar Japan zou worden gebracht. Deze ongeloofwaardige priester zou in werkelijkheid een manifestatie van Kannon Shi Bosatsu” zijn, of Miroku. Miroku is de bodhisattva die mensen redt die niet meer door Boeddha gered kunnen worden, Maar dit alles wordt nog al ingewikkeld, laten we het er op houden dat Hotei wordt aangemerkt als Miroku uit de legende.