Het boeddhisme is een groter gevaar voor de westerse kerk dan de islam. Dat stelt de voormalige boeddhist Martin Kamphuis in een interview in de RD-bijlage Kruispunt. De nu christelijke Kamphuis hield afgelopen weekend verschillende lezingen in Nederland en is bezig met een promotieonderzoek over tot het christendom bekeerde Tibetaanse boeddhisten.
De islam is politiek wellicht een grotere bedreiging voor de kerk in het Westen, maar als een christen moslim wordt verlaat hij of zij de kerk. De belangstelling voor het boeddhisme bij westerse christenen zorgt echter voor een interne uitholling van de kerk, stelt hij. Kamphuis ziet onder christenen veel interesse voor meditatie waarbij boeddhistische technieken worden gebruikt.
Het boeddhisme toont zich in het Westen als een vriendelijke religie, maar in werkelijkheid is het boeddhisme een veeleisende religie met veel regels. Vooral het Tibetaanse boeddhisme heeft een occulte kant, zegt Kamphuis in het interview in het Reformatorisch Dagblad.
Prima met religie
Juist gisteren stelde André Droogers, emeritus hoogleraar culturele antropologie aan de VU in Amsterdam in het Boeddhistisch Dagblad, dat door de toenemende vrijheid van gelovigen in hun beleving van een God, het juist goed gaat met de religie in Nederland. Droogers: ‘We leven nu in een post-christelijke samenleving. Gezien hun veranderde opvattingen seculariseren zelfs kerkgangers. De twee grote kerken, de Protestantse en de Rooms-Katholieke, lopen verder leeg.
Terwijl de kleine kerken het goed doen, krimpen de grote. Alle grote instituties hebben het moeilijk. Vakbonden en politieke partijen slinken evengoed. Volgens mij gaat het prima met religie in Nederland. Dan kijk je vanuit het perspectief van de meerderheid van de bevolking, in plaats vanuit de grote kerken. Die meerderheid is, in tegenstelling tot de minderheden van kerkgangers en van atheïsten, niet georganiseerd. Dit type gelovigen is zelfstandig religieus. In hun geloof kunnen echo’s meeklinken van de ooit beleefde christelijke opvoeding, maar verder zoeken ze hun eigen weg.
Al die mensen hebben voor het eerst in de geschiedenis de vrijheid om, los van grote kerken en de bijbehorende toezichthouders, zelf het levensbeschouwelijke rugzakje te vullen. Men krijgt zelfs de mogelijkheid alleen te geloven als de nood aan de man/vrouw is. Voor de verticale God komt een horizontale in de plaats. Bestond er soms verband tussen de hiërarchische institutie en de verticale God?
De nieuwe vrijheid brengt andere religies boven de horizon. Dankzij globalisering en media kan iedereen nu veel verder kijken dan de kerkelijke neus lang was. Het wordt normaal om water uit meer heilige bronnen te drinken.’
Klaas zegt
Zelfstandig religieus – dat vind ik wel mooi getroffen.
Dat heeft de toekomst volgens mij.
Michael den Hoet zegt
Wat een flauwekul! Ik heb Kamphuis’ boek “ik was boeddhist” gelezen. Hij heeft veel onder invloed van drugs gemediteerd, bijna alle aanbevelingen van tibetaanse lamas in de wind geslaan en belangrijke dingen van het boeddhisme blijkbaar niet werkelijk begrepen. Het was veel beter dat hij uiteindelijk bij het christendom belandde: Hij hoort daar meer thuis.
Zijn standpunt dat boeddhisme een “bedreiging” voor de kerk zou zijn, vind ik raar. In tegenstelling tot christelijke kerken – die met soms opdringerige bekeringsdaden boeddhistische landen zoals Sri Lanka, Vietnam of Zuid-Korea in het verleden tijdelijk in onevenwicht gebracht hebben – missioneren wij boeddhisten niet. Voor iedereen, die bij ons boeddhist wordt, worden in Azie zeker drie tot vier mensen christenen.
kristof zegt
Het aantal boeddhisten wereldwijd neemt eerder af dan toe. Zeker in het Westen zal het boeddhisme altijd een zeer kleine minderheidsreligie zijn en blijven. Dat is ook helemaal niet belangrijk. Zolang er mensen zijn die door het beleven van de Dhamma zinvoller kunnen leven dan is het voor mij zeker goed genoeg. Hoeveel ? Hoe weinig ? Bedreiging ? Zo veel vakjes, zo veel bekrompenheid, zo veel competitie , zo veel bekeringsdrift, zo veel …