Medische onderzoekers in de Tibetaanse Autonome Regio (TAR) willen een kwaliteitsnorm invoeren voor Mirabilis Himalaica, een bedreigd kruid dat gebruikt wordt in de Tibetaanse geneeskunde. Het wordt voorgeschreven om het urineren te bevorderen en als behandeling voor veel nier-gerelateerde ziekten.
Mirabilis Himalaica, het wilde kruid dat op 700 tot 3300 meter boven zeeniveau groeit, groeit alleen in Tibet en in Sichuan, in Zuidwest-China. Door dat relatief kleine gebied en de grote vraag ernaar wordt het kruid bedreigd.
De Tibetaanse geneeskunde, ook bekend als Sowa Rigpa, is ten minste 2.300 jaar oud. Het heeft invloeden van de traditionele Chinese, Indische en Arabische geneeskunde in zich en wordt beoefend in Tibet en de Himalaya-regio. Het is vergelijkbaar met traditionele Chinese geneeskunde en staat in schril contrast met de bio-geneeskunde. In de Tibetaanse geneeskunde worden kruiden, mineralen en soms insecten en dieren gebruikt. Wetenschappers maken zich zorgen over de standaardkwaliteit van kruiden in de Tibetaanse geneeskunde, vandaar het onderzoek.
Uitgebreid onderzoek van het kruid en de werking ervan moet die standaard opleveren. Het gaat om de eerste wetenschappelijke kwaliteitscontrole van zeldzame Tibetaanse geneeskunde kruiden. Die zal helpen wetenschappelijk bewijs voor de teelt van het kruid en de traditionele geneeskunde te leveren en veiligheid en doeltreffendheid verbeteren.
Geen wetenschappelijk bewijs
De Tibetaanse geneeskunde is een traditioneel geneeswijzesysteem dat de Indiase ayurveda als voornaamste basis heeft. De ziekteleer en in het bijzonder de voorstelling, dat de belangrijkste oorzaken van ziekte terug te voeren zijn op drie beperkingen van de menselijke geest (begeerte, aversie en onwetendheid), rusten op de leer van Gautama Boeddha.
De werking van de Tibetaanse geneeskunde is begin 21e eeuw niet wetenschappelijk bewezen. Er is één buiten India geproduceerd geneesmiddel, PADMA 28,dat wel voorgeschreven wordt voor aderverkalking en bij stoornissen in het vaatstelsel.
De Tibetaanse geneeskunde wordt niet alleen in TAR toegepast, maar ook in bijvoorbeeld de aangrenzende provincies Sichuan, Qinghai, Gansu, Yunnan, de Indiase deelstaten Ladakh en Sikkim en de buurlanden Bhutan en Nepal. Na de Tibetaanse diaspora in de jaren ’50 van de 20e eeuw breidde de toepassing van de Tibetaanse geneeskunde zich uit over de wereld, in het bijzonder over India, Europa en de Noord-Amerika.