‘Het beleid van Peking in de Tibetaanse gebieden in China leidt tot een snelle vernietiging van religie en cultuur en heeft nadelige gevolgen voor het milieu in de regio’s’. Dat schrijft de Tibetaanse monnik Sonam Topgyal (27) in een testament dat hij maakte voor zijn dood door zelfverbranding, op 9 juli 2015 in Qinghai. Familieleden vonden de tekst in een gebedenboek in zijn woonruimte. ‘Het wrede en repressieve beleid is gericht op de vernietiging van Tibets religie en culturele tradities.’
Het testament is geschreven op 1 juni ‘bij zonsopgang’ en gericht aan de leiders van de Volksrepubliek China in het algemeen en de Chinese leiders van de[Tibetaanse] etnische minderheid in het bijzonder . ‘Het Tibetaanse volk heeft geen vrijheid van meningsuiting, we kunnen nergens heen met onze klachten(…) En Tibetanen die opkomen voor het welzijn van hun bevolking worden geconfronteerd met repressie en arrestatie. De Chinezen hebben nooit in overweging genomen het welzijn van de Tibetanen of wensen serieus te nemen door die zorgen aan te pakken.’
Sonam Topgyal schrijft: ‘Ik moet mijn leven opofferen om de wereld, en met name de Chinese regering en de bevolking, te laten weten dat we geen vrijheid hebben om onze grieven te uiten of de waarheid te vertellen. Ik doe een beroep op mijn Tibetaanse broeders en zusters, die dezelfde afkomst hebben, de kracht op te brengen om in eenheid en harmonie samen te werken bij het oplossen van de Tibetaanse kwestie.’