Een Tibetaanse nomadenfamilie — ze zijn echt, geen acteurs — poseert voor een beeld van het historische Potala paleis in Lhasa, waar de Dalai Lama ooit woonde.
Dat is een van de scènes in Butter Lamp, (boterlamp) een fictieve korte, door de in Peking wonende regisseur Hu Wei en Franse producent Julien Feret gemaakte film. De première was in 2013, en sindsdien heeft de film 70 awards gewonnen. Nu is de film genomineerd voor een Oscar. De 15-minuten lange film laat onder meer het werk zien van een naamloze jonge fotograaf, die familieportretten van Tibetanen tegen achtergronden van toeristische sites maakt. Zo is er als achtergrond in de studio een schilderachtig Europees landhuis, de grote muur van China, het Olympisch Stadion in Peking.
De naam van de film verwijst naar een kandelaar met yak-boter die boeddhisten branden als ze treuren om het verlies van een geliefde. In de film vraagt een jonge man de fotograaf om een boterlamp naar de echte Potala paleis te brengen als een offer aan zijn overleden moeder. “Maar voor mij gaat het niet alleen over de moeder, maar ook over rouw van de cultuur en de tradities die uitsterven en verdwijnen,’ zegt Hu. Hoewel er niet direct een verwijzing –het is geen politieke film- is geeft Butter Lamp ook een duidelijke boodschap over de strijd van de Tibetanen om hun erfgoed te behouden, temidden van snelle globalisering en modernisering.
Die modernisering is overal, zegt Feret, die met Hu van dorp naar dorp trok om daar scouts te werven voor de film. Het is te zien aan de kleding, hun moderne mobile phones en dat ze naar de stad kunnen gaan om daar te werken. Dat heeft invloed op hun traditionele wijze van leven. De Tibetanen die voor de fotograaf poseren lijken zich ongemakkelijk te voelen met de manier waarop hun gezegd wordt te poseren. Als ze gevraagd wordt om Westerse kleding te dragen is duidelijk te zien dat ze zich niet op hun gemak voelen.
Het idee voor de film werd geboren in 2004, zei Hu, toen hij nomadische gezinnen in een Tibetaans dorp begon te bezoeken. Het dorp bezocht hij jaarlijks en maakte er familieportretten. Het aantal gezinnen in het dorp slonk elk jaar, van twintig tot slechts drie. Dat was het resultaat van het Chinese ‘bouwen voor een nieuwe socialistisch platteland’ programma, zegt Hu. Sinds 2006 zijn meer dan twee miljoen Tibetanen- al of niet gedwongen, naar de stad verhuisd. Feret zegt dat hij en Hu aangenaam waren dat de film goed is ontvangen in China, vanwege de complexe relatie tussen de overheid en het door China bezette Tibet. Butter Lamp won verschillende prijzen in China. De Oscarnominatie was zeker niet verwacht, zegt Feret. Het is een niet-traditionele film die ver van de Europese of Amerikaanse cultuur staat.
Bron BNN.