Na het overlijden van Chödje Lama Gawang Rinpoche, leraar en stichter van het centrum Karma Deleg Chö Phel Ling in het Friese Hantum, zijn gedurende 49 dagen –een belangrijk getal in het Tibetaans boeddhisme na het overlijden, een periode (bardo) waarin de geest zich in een overgangssituatie bevindt- op advies van de Karmapa in vele boeddhistische centra in Europa en Azië gebeden aan hem opgedragen, puja’s gehouden en lichtoffers gebracht.
Bar do (Tibetaans) in het Sanskriet: antarabhãva, sambbavesi, wat letterlijk ’tussen twee’ betekent) is een term uit het Tibetaans boeddhisme. In Nederlandse vertalingen worden verschillende begrippen gebruikt: overgangstoestand, overgangsstadium, tussenstaat of tussentoestand. In het westen denkt men meestal dat met bardo alleen de drie overgangstoestanden bedoeld worden, waar iemand doorheen moet gaan tussen zijn sterven en zijn wedergeboorte en die gedetailleerd beschreven worden in het Tibetaans Dodenboek.
Veel studenten reciteerden de afgelopen weken “Calling the Lama from Afar” thuis en samen in de tempel. In het Friese boeddhistische centrum gebeurde dit tweemaal per dag. Elke zevende dag na het overlijden van de rinpoche, zeven weken lang, werden er in kloosters door monniken gebeden georganiseerd. Op de 49e dag na het overlijden werd op een bijzondere wijze in het centrum in Hantum het leven en het overgaan van de lama gevierd. Er werd een lied over Milarepa gezongen, gebeden gereciteerd, inspirerende delen van de Lotus Soetra en van andere boeken gelezen. De aanwezigen luisterden ook naar leringen door Chödje Lama Gawang Rinpoche.
Het overlijden van de lama zorgde voor een stroom aan reacties. Chödje Lama Gawang Rinpoche was een fan van de Nederlandse koninklijke familie. Hij bewonderde vooral prinses Beatrix in de manier waarop ze bruggen bouwde tussen volkeren en culturen. Bij het verwijderen van de doek van de troon van rinpoche, vonden leden van de organisatie van het centrum foto’s en briefkaarten van leden van de koninklijke familie. Het Koninklijk Huis reageerde op het overlijden van Gawang rinpoche met het sturen van een brief.
Begin november ontmoetten drie bestuursleden en sanghaleden van het centrum de door de Dalai Lama erkende Karmapa in India. De Karmapa heeft het bestuur en de sangha gevraagd een tsa tsa te maken van de asresten van Chödje Lama Gawang Rinpoche en die onder te brengen in een nieuw te bouwen stoepa. De Karmapa heeft ook de plaats aangewezen voor deze nieuwe stoepa, tussen de huidige stoepa en het retraitecentrum.
Tsatsa’s worden traditioneel gemaakt uit water, klei of gips en plantaardige draden. De kwaliteit van de tsatsa wordt bepaald door de kwaliteit van de klei die is gebruikt. De bekendste tsatsa’s komen uit de regio Maldro Gongkar bij Lhasa.
Tijdens het vervaardigingsproces wordt vochtige klei geperst in een mal van bijvoorbeeld brons, ijzer of hout. Nadat deze figuren vervolgens zijn gedroogd en gebrand, worden ze gegraveerd en beschilderd. Tsatsa’s uit elke regio kenmerken zich door hun eigenheden.
Ook zijn er in de loop van de tijd waardevolle exemplaren gemaakt die zijn ingelegd met goud, zilver, parels, edelstenen en agaat. Voor Tibetanen zijn tsatsa’s nog kostbaarder wanneer ze zijn vermengd met de as van een overleden levende boeddha.
Omslagfoto Bianca Visser.