Hemelvaart of vallende ster?
Anouk: Volgens de zestiende-eeuwse christenmysticus Jan van het Kruis is het voertuig dat mij naar God zal brengen een soort tweetrapsraket.
Hans: Dan was hij zijn tijd ver vooruit.
Anouk: Wil God ingaan, meende Jan van het Kruis, dan moet ik eerst uitgaan. Wil Hij mij opvullen dan moet ik mij eerst leegmaken. Wil ik Hem worden dan moet ik eerst ontworden.
Hans: Jij eruit, God erin.
Anouk: Wat was jouw voertuig?
Hans: Waarheen?
Anouk: Toe nou.
Hans: Een eentrapsraket dan maar.
Anouk: Hoezo?
Hans: Het is niet dat er na mijn uitgaan nog iets stond te gebeuren. Uitgaan is wat er gebeurde.
Het is niet dat ik na mijn leegmaking weer opgevuld werd. Leegte is waarmee ik werd opgevuld.
Het is niet dat ik na mijn ontwording iets anders werd. Ontwording is wat ik werd.
Anouk: Echt waar?
Hans: Bij wijze van spreken.
Anouk: Klinkt niet direct als een hemelvaart.
Hans: Eerder als een vallende ster.
Anouk: Wat kan ik volgens jou verwachten na mijn uitgaan?
Hans: Dat je niets meer zal verwachten.
Anouk: Nee toch.
Hans: Zelfs niet dat je niets meer zal verwachten.
Anouk: Het enige wat er zal gebeuren is mijn uitgaan?
Hans: Daar zou ik maar niet van uitgaan.
Anouk: Waar moet ik dan van uitgaan?
Hans: Dat je nergens van moet uitgaan?
Anouk: En die leegmaking dan?
Hans: Die is al net zo leeg.
Anouk: En die ontwording?
Hans: Ook ontworden.
Anouk: En dat noem jij God?
Hans: En dat noem jij God?
Anouk: Wat zou jij zeggen?
Hans: Zalig zijn de armen van geest.