Ik weet dat de jaargetijden nodig zijn. Ik vind dat ook okay, want anders zou het wel heel saai worden.
Ik heb echter zo mijn favoriet en dat is de winter. Een hoop lezers wijzen nu op hun voorhoofd, maar ik heb daar goede redenen voor.
Wat ik tegen de lente heb? Op zich vind ik het een heerlijk jaargetijde met het ontwaken van de natuur en de vele schakeringen van groen. Ik ben echter allergisch voor de es, dus dat betekent dat ik van eind maart tot begin mei bij mooi weer aan het niezen ben. Als ik pech heb, heb ik ook nog ademhalingsproblemen en een oogontsteking. Woonde ik lange tijd eigenlijk midden in het bos (no escape), ontvlucht ik nu bosrijke omgevingen in deze tijd als het mogelijk is en ga ergens aan de zee zitten; probleem opgelost.
En dan de zomer. Met de zomer kan ik niet veel beginnen. Ik “moet” dan teveel en vooral buiten. Buiten zitten/liggen, eten en sporten. En dit terwijl het voor mij eigenlijk bij meer dan 22 graden te warm is en ik vanwege het huidkankergevaar (Zwitserland staat in Europa op de eerste plaats), tussen 11 en 3 uur niet buiten wil zijn, of in ieder geval niet in de zon. In een zwembad, aan een meer of naar het strand gaan, vind ik helemaal de horror, want als oud-wedstrijdzwemster weet ik wat zich allemaal in het water van een zwembad bevindt wat er niet zou moeten zijn. Verder vind ik het zeer onaangenaam als ik ergens in het water moet lopen waar ik mijn voeten niet kan zien en dus niet weet waar ik zoal op kan gaan staan. Last but not least, hou ik helemaal niet van zand tussen mijn billen.
In de herfst begint het er op te lijken. De geel, rood en goud schakeringen van een Indian Summer zijn prachtig en echt heet wordt het niet meer. De Indian Summer wordt ook wel “Oudewijvenzomer” genoemd. Nou, dat past dan ondertussen bij mij, omdat ik mij binnenkort ook in de herfst van mijn leven bevind of er misschien zelfs al in leef.
En dan de winter. Niet meer warm, maar daar kan je je op kleden en lekker cocoonen bij kaarslicht. Mijn favoriete dichter Jean Pierre Rawie heeft er een prachtig gedicht over geschreven:
Winter
De onrust die je deze najaarsmaanden
van alles wat je bent heeft afgeleid,
verdwijnt; het jaargetijde is aanstaande
dat aan je ware wezen is gewijd.
De nevel heeft rondom het huis bekropen
de kamer krimpt tot rond de kaarsevlam,
en weer sla je dezelfde boeken open
die je ook vorig jaar in handen nam.
Je leest. Slechts hierin bleef je heel je leven,
wat er ook is geweest, jezelf getrouw.
De dingen zijn zoals ze staan geschreven,
en wat je kwijt was wordt opnieuw van jou.
Ja, de winter is aan mijn ware wezen gewijd en ik neem daadwerkelijk boeken in handen die ik al gelezen heb; oude vrienden noem ik ze. Het kunnen ook mijn eigen boeken zijn en dan wordt inderdaad datgene wat ik tijdelijk “kwijt” was weer van mij.
Zo geniet ik in de winter van mijn eigen innerlijke winterschoonheidsslaap.
Geef een reactie