‘De Boeddha zei: ‘moreel leven is leven voor anderen’. Dat poneerde historica en voormalig non Karen Armstrong vorige week tijdens een college voor studenten van de Nijmeegse Radboud Universiteit. Ze schetste in haar betoog over geloof gedetailleerd hoe de Boeddha in zijn jeugd als prins geen genoegen nam met het rijke leven binnen de kasteelmuren. Hij trad naar buiten en bekommerde zich om zijn medemens. In prachtig Engels verwoordde ze het met: ‘Come of high horses and look at the pain of the world’. Dat vond niet alleen Boeddha, maar ook Brahma, Jezus en Mohammed’, hield Armstrong haar gehoor voor.
Volgens Armstrong ‘heeft God veel verschillende namen in de wereld’ en die kunnen we eren door ze te erkennen en aandacht, compassie te geven. Gelovigen kunnen hun geloof belijden, overal waar ze hun blik op laten vallen. De verscheidenheid in de wereld vond Armstrong een groot goed. Ze huiverde voor de eenvormigheid die religieuze fanatiekelingen najagen. ‘Als je intolerant bent mis je de pointe van religie’, zei ze.
Karen Armstrong schreef biografieën over Mohammed en Boeddha en heeft een indrukwekkende lijst publicaties over religie op haar naam staan. Haar meest recente boek gaat over compassie. Het was dan ook niet verwonderlijk dat haar betoog over geloof telkens terug kwam bij dit begrip. Compassie is opzij stappen voor de ander, was een van haar definities. Zonder compassie is er geen toekomst voor de wereld, is haar stellige overtuiging. We moeten verantwoordelijkheid nemen voor het lijden in de wereld.
Volgens de bijna 70-jarige historica is compassie de actieve component van religie. Door en in compassie groeien we als mens en wordt God zichtbaar. Compassie en groei zijn lang niet altijd gemakkelijk. Je moet je verdiepen in anderen, in standpunten die in eerste instantie misschien de jouwe niet zijn. Soms moet je vertrouwde standpunten achter laten en dat gaat dikwijls gepaard met pijn. Toch moeten we volgens Armstrong compassie dag en nacht in de praktijk brengen, zoals een danser alsmaar oefent en oefent om een goede danser te worden. Volharding brengt resultaat.
Aanvullende informatie Wikipedia.
Karen Armstrong (Wildmoor, Worcestershire, 14 november 1944) is een Britse auteur en expert op het terrein van de religie en aanverwante zaken. Haar specialiteit is het christendom, het jodendom en de islam. Haar boeken worden gekenmerkt door een vrijzinnige en syncretische kijk op het verschijnsel godsdienst.
Van 1962 tot 1969 was zij een non in de Engelse orde De gemeenschap van het Heilig Kind Jezus. In 1969 verliet zij het klooster en schreef in 1982 het boek Through the Narrow Gate. Dit boek beschrijft de in haar ogen beperkte leefwereld van de kloosterlingen. Het bezorgde haar een slechte naam bij vele katholieken.
Na het verlaten van het klooster verwierf zij een academische graad aan de Universiteit van Oxford. Sedert het behalen van deze graad is zij een productief schrijfster op het terrein van de drie monotheïstische religies.
In 1999 verleende het Islamitische Centrum van Zuid-Californië haar een eervolle onderscheiding voor haar werk over de betekenis van religie en geloof voor het leven en de samenleving.
Armstrong behoort tot de spraakmakende auteurs over vraagstukken van religie en geloof. Ze bouwt voort op gangbare wetenschappelijke inzichten zoals die bijvoorbeeld bestaan omtrent euhemeristische processen en denkbeelden:
- Religie was geen geesteshouding die manipulerende vorsten en priesters aan een van oorsprong seculiere menselijke natuur hebben geplakt, maar is de mens ingeschapen. Sterker nog, de secularisatie die we momenteel meemaken is een volstrekt nieuw probeersel en nooit eerder in de geschiedenis van de mens voorgekomen. (Uit: Een geschiedenis van God, pagina 11).
Zij heeft verschillende werken geschreven. Sommige zijn in het Nederlands vertaald.
Karen Armstrong lijdt aan epilepsie. In één van haar werken herleidt ze bepaalde visionaire inzichten naar het feit dat ze epileptica is.