‘In de journalistiek ben je vrij om te denken wat je wilt en je eigen agenda te bepalen,’ verklaart oud-hoofdredacteur mr. Folkert Jensma van NRC Handelsblad zijn keuze voor het vak in een afscheidsinterview ter gelegenheid van zijn pensionering.
In een vrije, democratische rechtsstaat klopt het eerste lid van deze uitspraak misschien nog, maar het tweede allang niet meer. Wetenschappelijk onderzoek (voornamelijk in de Verenigde Staten) heeft laten zien dat de meeste journalisten niet hun eigen agenda bepalen, maar die van hun redactiechefs uitvoeren. Nieuwsmedia zijn ook organisaties en organisaties kennen een hiërarchie die een belangenafweging maakt, bijvoorbeeld een commerciële.
Laat iemand bij NRC nu maar eens proberen zijn eigen agenda te bepalen als hij of zij artikelen van meer dan een volle pagina wil schrijven over onderwerpen van eigen keuze. Ooit adverteerde de krant met de reclameleuze “Onontkoombaar voor wie de nuance zoekt”. Niet meer in het internettijdperk.
Jensma laat zich in het interview nog een andere opmerkelijke uitspraak ontlokken. “Ik was op alles voorbereid, maar niet op een terugkeer naar de jaren dertig,” zegt hij, terugkijkend op de golf van optimisme die volgde op de val van de Berlijnse Muur in 1989 en het wankelen van westerse democratieën thans. Jongere mensen kijken vooruit naar de jaren dertig, wanneer wij onze klimaatdoelen gaan halen en het woningtekort is opgelost, maar Jensma kijkt terug.
Niemand weet wat de toekomst brengen gaat. Maar in het rapport ‘Aandacht voor de media’, uitgebracht in september van dit jaar door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, wordt nieuw overheidsbeleid bepleit voor de waarborging van hun democratische functies. Het staat er, zonder greintje van besef van de mogelijke ironie. Zelfs Viktor Orbán kan het er niet mee oneens zijn.
Ondertussen verovert China stukje en beetje de wereldmarkten. Een haventerminal hier, een haventerminal daar. Elektrische auto voor elektrische auto. Zelfs smartphones van Chinese herkomst winnen in de Europese Unie marktaandeel.
De vraag is: wie bepaalt wat? Als wij allen als kikkers langzaam worden gekookt in een publieke opinie die steeds meer wordt gevormd door social media en hun anonieme algoritmes, wat kan dan regeringsbeleid voor de borging van de democratische functies van nieuwsmedia nog voor verschil maken? Hoe onafhankelijk zijn nieuwsmedia nog wanneer hun inkomsten mede worden beïnvloed door cookies en clicks?
Natuurlijk, niet het Boeddhistisch Dagblad. Wat een geruststelling voor boeddhisten. Maar één ding: de geschiedenis door hebben boeddhisten zich vrijwel nooit druk gemaakt over democratische governance. Integendeel, boeddhisten hebben met hun mooie waardes altijd behoord tot de grootste kontlikkers van het wereldlijk gezag. Dus nu de “rechtsstaatsrecessie” (Jensma) is ingezet, worden boeddhisten met de andere kikkers in de grote maatschappelijke kookpan mee geleidelijk op temperatuur gebracht.
Zullen boeddhisten ooit berouwvol reflecteren op hun naaar binnen gekeerde, anti-sociale houding toen het telde? De geschiedenis stemt weinig hoopvol over het antwoord op deze vraag.
Geef een reactie