Uitsluitend in stilte bevindt zich de ware transcendentie, maar let op: stilte is bedeesd. Stilte komt nooit met wereldse bravoure, komt nooit met een processie van barokke praal en dito spektakel, met op kop een opzichtige tamboer, die met zijn mace de maat aangeeft.
Net zoals de maan slechts gereflecteerd wordt in een rimpelloze vijver, zo ook heeft transcendentie nood aan stilte. Stilte is nederig; is niet van deze wereld.
Zoals alles wat waarde heeft, is ook stilte totaal weerloos. Wanneer stilte zelfs maar hóórt dat je over haar spreekt, kruipt ze weg. Stilte wacht geduldig tot je ze plots ontdekt in jezelf. En dan—pas dán—kan je deze stilte ruimte laten worden; en deze ruimte, ruimte in de ruimte… Dhammakaya—de ruimtedimensie van de ultieme werkelijkheid.
Stilte maakt ons bewustzijn gevoeliger én ruimer. Zo creëren we openheid voor onszelf en voor de anderen. Stilte is Zonder Woorden: essentie laat zich niet in woorden uitdrukken.
In de Sutta Nipata zegt de Boeddha:
‘Leer dit van de wateren: in bergspleten en kloven gutsen luid de beekjes. Grote rivieren echter stromen geruisloos.’