Het zal 1942 of ’43 zijn geweest. Mijn moeder, een jonge vrouw van 29 of 30 jaar oud, en toen moeder van drie jonge kinderen, haar zoon werd op 28 mei 1940 geboren, was bij haar ouders in de Meidoornstraat in Rotterdam-Noord op bezoek. In die straat woonde ook een Joods gezin. Een dochtertje speelde op de stoep en zei tegen mijn moeder: ‘We gaan op vakantie’.
Pas later werd bekend dat vakantie de dood in een vernietigingskamp van de nazi’s betekende. Mijn moeder heeft er heel haar leven last van gehad, voelde zich enorm bezwaard en verdrietig dat zij het kind niet gered had, haar een uitweg had geboden. Ze vertelde er regelmatig over als Joodse zaken aan de orde waren. Op mij heeft haar verdriet en de dood van een jong kind en haar ouders een enorme indruk gemaakt, het heeft mij gevormd in het contact met andere mensen. Niemand uitsluiten. Geen jullie.
In ons gezin, mijn vader werkte als opleider in de Rotterdamse haven, kwamen veel havenarbeiders van niet-Nederlandse komaf over de vloer. Vaak brachten ze hun echtgenotes mee, ik schreef er al eerder over. Er werd thee gedronken en verhalen verteld over verre landen waar we als kinderen nog nooit van gehoord hadden.
Tegenwoordig laat ik mijn boodschappen van een supermarkt thuisbezorgen. Onder de bezorgers zijn Nederlanders van Marokkaanse komaf. Ik ben blij met hun komst en zij met mij omdat ik hun werk bezorg. Laatst waarschuwde een buurman mij: ‘Pas maar op dat je niet beroofd wordt’. Hij is druk met etiketten plakken. Een ‘buitenlandse’ buurman rijdt in een dure auto, die zal hij wel gestolen hebben. Dat soort kwalijke typeringen.
Zondag keek ik naar een productie van de EO, over antisemitisme, gemaakt door Rob Oudkerk. Over Joden die al eeuwenlang vervolgd worden omdat ze als brenger van onheil gezien worden. En nu ook bedreigd worden vanwege de oorlog in Gaza tegen de militante groepering Hamas, die op 7 oktober vorig jaar Israëlische kibboets binnendrong en daar minstens 1200 mensen vermoordden, verkrachten en onthoofden en in brand staken- waarop Israël Gaza met bommen en raketten bestookte en minstens 23000 burgers, onder wie bijna 9000 kinderen, om het leven kwamen. Oudkerk beschreef hoe hij voor die acties werd veroordeeld door gewone burgers. Terwijl hij al jaren tegenstander is van de eerste Israëlische minister Benjamin Netanyahu en diens beleid veroordeeld. ‘Wij zijn weer jullie geworden’, zei Oudkerk.
In het programma Buitenhof van afgelopen zondag zei de Nederlandse advocaat Geert-Jan Knoops dat Netanyahu een persoonlijk belang heeft bij de voortzetting van de oorlog, door sommigen genocide genoemd, omdat hij als leider van een oorlogskabinet niet kan worden afgezet en geen nieuwe verkiezingen hoeft te vrezen die hij zeker zal verliezen. De aanvallen op Libanon moeten in hetzelfde licht worden gezien.
Wij zijn weer jullie, zei Oudkerk. Voor het gemak zal ik me -Joop – boeddhist noemen. Ben ik als Nederlandse boeddhist dan verantwoordelijk voor de moorden, verkrachtingen en martelingen en platbranden van dorpen van moslim Rohingya door het boeddhistische militaire regime in Birma? En 700.000 mensen uit hun dorpen verjoeg. Ben ik jullie?
Twee jaar geleden liep ik door een klein winkelcentrum hier in de buurt. Een man kwam me tegemoet, ik kende hem niet, die mijn hand schudde. We lachten naar elkaar. Laten we elkaar niet haten, met elkaar in gesprek blijven. Maar moeilijke zaken niet uit de weg gaan – zonder jullie, wij en zij.
We gaan op vakantie, zei het Joodse meisje tegen mijn moeder.
De omgeving van de mens is de medemens, schreef de Rotterdamse nachtburgemeester Jules Deelder als straat poëzie. Zomaar een praatje met elkaar maken, een bakkie doen, wij. Elkaar een hand geven. Elkaar niet haten, met elkaar in gesprek blijven.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
Ardan zegt
Mooie column!
Elsbeth zegt
dankjewel