Tien jaar geleden voerde ik een telefoongesprek met fotograaf Jacques Peeters over Ton Lathouwers. Jacques beoefent Chinees zenboeddhisme, ik had me verdiept in solo-zen uit Japan.
Ton Lathouwers kenden Jacques en ik allebei. Lathouwers is de voorman van het Nederlandse ch’an-boeddhisme, het Chinese zen beoefend door fotograaf Jacques Peeters.
Hij was destijds gepensioneerd als fotograaf van het Dagblad voor Noord-Limburg. Ik kende hem van mijn tijd als journalist bij het toen nog concurrerende Dagblad de Limburger.
Over zijn Chinese zenbeoefening, geïnspireerd door Ton Lathouwers, zei Jacques Peeters aan de telefoon: ´Als ik niet was gaan mediteren had ik allang zelfmoord gepleegd. ´
Zo’n jaar daarvoor interviewde ik Ton Lathouwers, de man die het leven van fotograaf Jacques redde, in zijn Nijmeegse flat. Dat deed ik samen met Emile Hollman. We studeerden allebei journalistiek in Tilburg. We hadden Oosterse Renaissance van Han Fortmann gelezen, een boekje dat ook voor Ton Lathouwers heel belangrijk was.
Emile en ik deelden een levendige belangstelling voor Dostojevski. We hadden een afkeer van holistisch angehauchte new age-wauwelaars. Tenslotte mochten we graag van mening verschillen over meisjes en de vraag of we in het Trappistenklooster bij Tilburg een bier brouwende monnik op zondag na de mis in de abdijkantine mochten bevragen over zijn bezigheden door de week, als hij indachtig de Regel van zijn Trappisten-orde verplicht moest zwijgen.
Ik kan me niet precies herinneren waarom ik een decennium geleden, kort na mijn echtscheiding, Jacques Peeters belde, de zen-fotograaf. Hij stond bekend om zijn talent om op locatie eerst langdurig naar van alles te kijken voor hij zijn beelden maakte.
Van een schrijvende oud-collega van het Dagblad voor Noord-Limburg weet ik dat Jacques zich tijdens interviews niet alleen onderscheidde door de verstilde foto´s die hij dan maakte, na veel rondkijken. Tijdens het eigenlijke vraaggesprek was hij niet zelden de eigenlijke interviewer. De journalist hoefde alleen maar mee te schrijven.
Rond 1995 vonden Emile Hollman en ik onszelf terug onder de Bodhiboom in India, waar de Boeddha na 49 dagen non-stop mediteren verlicht raakte. Dat gebeurde nadat hij eerst vorstelijk verwend leefde in een paleis. Bij een eerste tochtje buiten de muren raakte de prins blijvend overstuur van het lijden dat hij zag.
Siddharta nam letterlijk afscheid van zijn weelderige leven. Hij verliet het paleis en werd een asceet. Na onder de Bodhiboom in Noord-India de staat van verlichting te hebben bereikt, verspreidde Gautama zijn heilsfilosofie met groot succes.
In India wou dat trouwens niet zo lukken, elders in Azië wel. Aangekomen in China zorgden boeddhistische zendelingen uiteindelijk voor het ontstaan van Ch’an, het Chinese zen dat Ton Lathouwers later in Nederland ging doceren.
Toen ik hem in de jaren ´80 interviewde met Emile Hollman, viel me op dat Ton Lathouwers ergens helemaal geen klassieke boeddhist was. Als hoogleraar Slavische talen in Leuven raakte hij diep onder de indruk van Russische schrijvers. Hij stond ook verder voorbeeldig open voor vrijwel iedere anders denkende.
Een paar jaar geleden was ik definitief verkocht toen ik Ton Lathouwers in een You Tube-interview hoorde toegeven dat zijn brein ook na tientallen jaren mediteren nog steeds een drukke transistorradio was als hij zittend op een kussen nergens aan probeerde te denken. Dat kan ik na vele jaren zen-meditatie alleen maar beamen.
Fotograaf Jacques Peeters van het Dagblad voor Noord-Limburg, de overtuigde leerling van Ton Lathouwers, ziet dat mogelijk anders. De gewezen journalist Emile Hollman van het Limburgs Dagblad misschien ook. Het zou kunnen dat de leer van Boeddha nog steeds een heel belangrijke rol speelt in zijn leven. We zouden nog altijd van mening kunnen verschillen over de bruikbaarheid daarvan.
Daarover praatten we ook al tamelijk indringend toen we tijdens een andere reis naar India in Poona belandden. Dat was destijds het hoofdkwartier van de Bhagwan, later Osho. Deze goeroe stond niet alleen door zijn verzameling Rolls Royces bekend om zijn ruime interpretatie van Boeddha´s ascetische verlichtingsleer.
Toen Emile en ik het ook nodig vonden de ashram van de oplichter en matige goochelaar Sai Baba elders in India te ontheiligen, waren we het ook al niet helemaal eens. Bijvoorbeeld over de vraag hoe disrespectvol het van me was om daar in korte broek te verschijnen.
Volgens diverse Europese adepten van Sai Baba, even fanatiek als intellectueel ogend, was dat voldoende reden om me ver uit de buurt te houden van Zijne Heiligheid, die niet veel later door de mand viel, en niet alleen omdat Sai Baba een ordinair seksueel roofdier was.
Een twijfelende, bijna wanhopige benadering van het lijden kenmerkte Ton Lathouwers, de zenleraar uit Nijmegen. Na zijn echtscheiding belandde hij in een existentiële crisis. Hij legde zijn misère voor aan zijn Chinese zenmeester. Die zei alleen maar: Je bent aanvaard zoals je bent.
Haazen dirk zegt
Als je het belangrijk vind om alle religies te respecteren is je schrijftaal niet zo vredelievend en verenigend. Het zegt meer over jezelf dan over de ashram van Saibaba waar je blijkbaar over gefrustreerd bent.
Joost zegt
Ik denk dat we het verschil aan moeten geven tussen Shri Sai Babba en Shatia Sai Babba. Dat schept meer duidelijkheid. Shatia beweerd een incarnatie te zijn van Shri. Maar hij komt niet in de buurt, dat durf ik wel te stellen.