Ik zag een paar dagen geleden veel vrachtwagens met voedsel en medicijnen aan de Egyptische kant van de grens met Gaza staan. Klaar om levens te redden – maar lang bleef de grens potdicht vanwege politiek en militair geharrewar. En wegen moesten gerepareerd worden die door het Israëlische leger kapot waren gebombardeerd. Uiteindelijk mochten twintig vrachtwagens met eten en medicijnen, de Amerikaanse president Biden zei daarover hard onderhandeld te hebben, Gaza intrekken. Een druppel op de gloeiende plaat voor de inwoners van wat wel de grootste ommuurde gevangenis ter wereld wordt genoemd.
Ik ben van na de oorlog en hoop dat ook te blijven, begrijp ook niet hoe mensen in staat zijn een ander mens te doden.
Mijn moeder Grietje maakt in 1944 de hongerwinter mee, Nederland was toen door Duitsland bezet, ze trok erop uit in Nederland om eten voor haar gezin en ouders te pakken te krijgen. Mensen lagen dood op straat van de honger. Het lukte haar om met voedsel weer terug te keren naar haar gezin met man – die met tienduizenden anderen door de Duitsers als dwangarbeider was weggevoerd, en drie kleine kinderen en haar ouders. Mijn opa leed toen al aan een ernstige vorm van hongeroedeem.
Mijn moeder vertelde later haar kinderen, onder wie ik, ook over de voedseldropping in april en mei 1945, toen geallieerde piloten in West-Nederland voedsel uit vliegtuigen wierpen om de bevolking te redden van de hongerdood. De Duitse bezetter was akkoord gegaan met die droppings om tienduizenden mensen het leven te redden. Ik vroeg me bij het zien van die lange rijen vrachtwagens met eten en medicijnen voor de Gazanen af waarom er geen vliegtuigen boven Gaza eten en medicijnen afwierpen. Wie ligt er dwars? Is dat Hamas? Is het Israël? Israël heeft al sinds 2007 de controle over het luchtruim boven Gaza en de territoriale wateren rond dat gebied. Zijn vliegtuigen alleen bedoeld om te bombarderen? Of mogen ze ook leven brengen?
Tijdens de hongerwinter, de periode tussen oktober 1944 en april 1945, was er in het Westen van Nederland nauwelijks voedsel voorhanden. De bevolking moest zich behelpen met noodrantsoenen. Tot overmaat van ramp was de winter ook nog eens uitzonderlijk streng, met als gevolg dat meer dan 20.000 mensen omkwamen door ondervoeding en kou. Deze situatie duurde tot eind april 1945 toen voedsel via de lucht werd aangevoerd (Operatie Manna), na een akkoord tussen de Duitsers en de geallieerden.
Manna betekent ‘brood uit de hemel’. Voedsel dat de Israëlieten tijdens hun tocht door de woestijn ‘uit de hemel’ ontvingen (Exodus 16:14).
Eén van de terreinen waar het voedsel mocht worden afgeworpen was het land tussen Bergse Linker Rottekade, Terbregseweg en Stoopweg in Rotterdam, het gebied waar thans de woonwijk Nieuw-Terbregge is gebouwd en mijn opa een dahliakwekerij had.
Werden op de eerste dag de voedselpakketten nog per abuis afgeworpen boven vliegveld Waalhaven, de tweede dag meldden zich in alle vroegte boven Terbregge vliegtuigen die gekleurde lichtfakkels afwierpen om het aangewezen afwerpgebied te markeren, later op de dag gevolgd door bommenwerpers met voedsel. Slechts een enkele fakkel kwam buiten het gebied terecht, sommige in het water waar ze uit werden gevist, gedroogd en bij de bevrijdingsfeesten prima van pas kwamen als vreugdevuur.
Op het moment dat de vliegtuigen met hun kostbare lading in het zicht kwamen ontstond een ware euforie bij de bevolking, overal zwaaiden mensen naar de op ongeveer 100 meter hoogte overvliegende vliegtuigen. Het afwerpterrein was door de overvloedige regenval van de laatste weken zeer drassig, terwijl ook nog vele sloten het terrein doorsneden. Alle stroomvoorzieningen waren uitgevallen dus was het niet mogelijk het terrein droog te bemalen.
Uit Rotterdam en omstreken kwamen mensen naar Terbregge, vaak met de hoop hier iets eetbaars te vinden, maar helaas voor hen werden zij door de aanwezige ordepolitie op afstand gehouden en konden zij slechts van verre de kostbare lading zien.
Het bergen van de voedselpakketten verliep moeizaam, de grond was zeer drassig. Er was geen andere mogelijkheid dan meer vrijwilligers op het terrein toe te laten die met honderden een menselijke ketting vormden waarbij de pakketten van hand tot hand gingen. Geen geringe opgave, de pakketten waren best zwaar, veel van de mensen hadden nauwelijks iets gegeten, zij stonden de gehele dag in de modder. Af en toe werd hen iets te eten toegestopt, soms niet meer dan een reep chocolade. Aan de Terbregseweg en Stoopweg stonden wagens die de goederen vervoerden naar schepen in de nabijgelegen Rotte, die op hun beurt hun lading brachten naar sorteercentra in Rotterdam.
Met regelmaat kwamen goederen buiten het afwerpgebied terecht, op sommige plaatsen werd aanzienlijke schade aangericht als een pakket dwars door het dak van huis of schuur ging.
Mede door de tamelijk omslachtige transportweg duurde het voor de hongerende bevolking soms lang alvorens men de beschikking had over de zo noodzakelijke levensmiddelen, maar uiteindelijk konden dankzij deze voedseldroppings honderdduizenden van de hongersnood worden gered. Ter blijvende herinnering is op de plaats waar de bommenwerpers hun doel in Terbregge naderden een monument geplaatst.
Het ‘Monument voor operatie Manna’ in Rotterdam is een stalen sculptuur dat een stapel voedselpakketten in de buik van een vliegtuig verbeeldt. Bij de sculptuur is een plaquette geplaatst.
De tekst op de plaquette luidt:
‘Monument voor de voedseldroppings 1945, operation manna/chowhound
“Het was meer dan voedsel, vijf jaar lang hebben we dood en verderf gezaaid en in de laatste week duizenden mensen van de dood gered” (Citaat van een der piloten)
Van 29 april tot 8 mei 1945 werden in tien plaatsen in Nederland 11.000 ton voedselpakketten afgeworpen. Vanuit Engeland werden meer dan 5300 vluchten uitgevoerd door Britse en Amerikaanse bommenwerpers. Waar nu Nieuw-Terbregge ligt werd in 1945 ruim 3600 ton afgeworpen.
Het kunstwerk in het Paviljoen Observatorium Nieuw-Terbregge verbeeldt de stapeling van voedselpakketten in de buik van het vliegtuig. Het is een eerbetoon aan de mensen die nog tijdens de Tweede Wereldoorlog de hongerende bevolking in West-Nederland voedsel brachten.
Het monument was een initiatief van Henk Dijkxhoorn. Als jongen van elf heeft hij ‘het manna’ uit de hemel zien vallen. Hij heeft altijd contact gehouden met de piloten van de Lancasters en de Flying Fortresses en lang voor een gedenkteken geijverd. Het monument is onthuld op 28 april 2006 door de Staatssecretaris van Defensie, de heer Cees van der Knaap.
Bron Geschiedenis van Zuid-Holland – Wim Heistek
Moge iedereen gelukkig, gezond en veilig zijn, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
Wulf zegt
Triest dat boven Gaza en Israël heel wat anders uit de hemel komt dan brood.