De Boeddha geeft in de Rohitassa Sutta van de Pali- canon duidelijk aan wáár de beoefenaar—de dhammanuvatti—zijn aandacht naartoe moet gaan:
‘In dit lichaam, één meter en tweeëntachtig centimeter lang, met al zijn zintuiglijke indrukken, gedachten en ideeën, ligt de wereld besloten, de oorsprong van de wereld, het einde van de wereld en evenzeer de weg die leidt naar de beëindiging van de wereld.’
In dít lichaam en in déze geest wordt bevrijding en innerlijke rust gerealiseerd. In de openheid van dít moment. Van élk moment. En niet in de geconditioneerde droomwereld van de vormen, de percepties, de gewaarwordingen, de sankharas en het bewustzijn. Niet in onze zelfgecreëerde verhalen en drama’s van elke dag.
Innerlijke vrede—’the peace within’—én bevrijding—al het overbodige loslaten—is niet te vinden bij één of andere god; niet in één of andere religie of op één of andere denkbeeldige hemelplaats. Laat staan in deze wereld. Ook zoeken is ijdel: zoeker en gezochte zijn één. Shanti en vimutti bevinden zich híer. Vlakbij. In dít lichaam. In dít moment.
Het is juist in onze meditatiebeoefening dat we ons niet-oordelende bewustzijn gebruiken om aandachtig (P. sati) in contact te komen met alles wat er in ons lichaam beweegt (fysisch); met onze gewaarwordingen (mentaal); met wat zich in onze geest en in onze geestinhoud afspeelt, zonder er onze zelfverzonnen verhalen en drama’s aan toe te voegen.
Dit is gelijkmoedigheid (P. upekkha). De vrijheid om niet te interfereren, om niet te reageren. De vrijheid om énkel gelijkmoedig, aanvaardend te observeren wat zich op élk moment aan ons presenteert.
Wees dus waakzaam. Alert. Met de Dhamma—de natuurwet, de kosmische wet—als baken. En je eigen ervaring als toetssteen.
Zo realiseer je in élk aandachtig moment—met helder inzicht, met zuivere opmerkzaamheid, gelijkmoedig—de tilakkhana. Dit lichaam is jouw persoonlijke, directe weg naar bevrijding. Ekayana magga.