In mijn leven heb ik veel gehoord, gelezen en gevoeld over vertrouwen. En hoe meer ik het kan toelaten, des te groter is het mysterie ervan. Het meest raakt mij, nog steeds, de indringende getuigenis van de Nederlandse zenmeester Ton Lathouwers. In een interview op Mahakarunachan.nl vertelt hij hoe bij hem het vertrouwen doorbrak. Tientallen jaren leefde hij in helle-angst voor eeuwige verwerping door God. Maar die angst verloor op een bepaald moment in één grote explosie van wanhoop en woede zijn greep op hem. ‘De ban was gebroken. Het was uiteindelijk de ervaring van de waarheid van Masao Abe’s (zenboeddhistisch filosoof DV) woorden vijftien jaar eerder: “Je bent aanvaard, precies zoals je bent, precies hier en nu”. Als ik het nu achteraf toch in woorden zou moeten uitdrukken, dan is het enige woord dat in me opkomt: vertrouwen. Een grenzeloos vertrouwen dat tegelijk veel meer is dan vertrouwen. Het is zekerheid. Een onverklaarbare, door geen enkel weten gedragen zekerheid.’
Het is het vertrouwen en de zekerheid van ‘Je kunt er niet uitvallen’. Wat je ook denkt, doet en leeft, je blijft gedragen door de werkelijkheid zoals die is. En de weg die je gaat en te gaan hebt, vouwt zich om je voeten. Je hoeft hem niet te zoeken. Er is geen andere. Ik voel weer de ontroering in mijn middenrif als ik dit optik. Een ontroering die ik ook dikwijls had toen ik in 1999 meewerkte aan Ton’s boek Meer dan een mens kan doen. Alles begint met vertrouwen, zegt culturele duizendpoot Peter de Graef, als hij het nieuwe 2020-seizoen bij het Han Fortmann Centrum opent. Ik voel dat ook zo.
Maar soms, vaak misschien wel, lukt het helemaal niet om het toe te laten – dit mooie vertrouwen dat zozeer verbonden lijkt met genade. Je krijgt het of je krijgt het niet. Wie of wat is hier de scheidsrechter? Is er trouwens überhaupt wel een criterium? En bestaat er iets waarop of waarin dat vertrouwen is gebaseerd? Niet te vinden. Wat overblijft is je overgeven aan het leven zoals het is, zo maar, zonder meer: aan het mooie taoïstische ‘vanzelfgaan’, aan het Don’t Push the River It Flows by Itself (Barry Stevens), aan de dragende kracht van de liefde of aan de geborgenheid in Gods hand, om een paar veel gehoorde dwarsstraten te noemen. Maar als dat niet lukt, die overgave, hoe is vertrouwen dan te rijmen met bijvoorbeeld zelfdoding als het slotakkoord van een leven? We hebben het onlangs nog meegemaakt in onze kennissenkring.
Ik geloof dat leven en dood geen tegenpolen maar elkaars geliefden zijn, zoals het onlangs klonk bij een lied rond de crematie van onze kennis. Zelfdoding is niet gericht tegen jezelf, de wereld of een ander. Je doet het niet zelf, maar het overkomt je. De weg die zich om je voeten vouwt, brengt je daar. En dat ‘daar’ is dan precies de werkelijkheid zoals die is. Als je je ‘ogen’ gebruikt, naar binnen en naar buiten, is dat wat er is.
In zijn Just-talking-praatje op YouTube citeert Peter de Graef de advaita-goeroe Nisergadatta: ‘Wanneer ik mijn ogen dicht doe en ik kijk in mijn binnenste dan kom ik tot de ontdekking dat ik niets ben. Dat is wijsheid. Wanneer ik mijn ogen opendoe, en ik kijk naar de wereld om mij heen dan merk ik dat ik alles ben. En dat is liefde.’ Dit statement dekt ook de lading uit de vorige alinea. In zelfdoding zijn we evenzeer alles en niets.
Zelf zijn we een dood stuk hout, als een antiek Grieks toneelmasker, aldus De Graef, maar daarachter zit dat ‘niets’ dat vol leven is. Ongelooflijk, bruisend en evenzeer moeizaam en vol leed. Dàt ‘vol leven’ is onze essentie, iets dat niet van je’zelf’ is, dat handelt en ervaart wat zich voordoet. Ons wezen. Deel van de Wezer, om met karmeliet Kees Waaijman te spreken. Liefde of mededogen, zoals de boeddhistische term luidt, is wat wij wezenlijk zijn en wat ons draagt. Je kunt dat voelen als vertrouwen en dankbaarheid.
Ook wie daar niet bij kan en misschien wel tot zelfdoding komt, kan daar niet uitvallen. Uit die liefde, uit die omarming van de werkelijkheid zoals die is, Gods hand. Nooit. Ook al besef je het niet. En wij? Wij kunnen de ‘vertrouwenskwestie’ omdraaien. Wij kunnen ook wie uit het leven stapt ons vertrouwen en onze liefde blijven schenken. Tot ver over de grens van het leven. In dat vertrouwen wordt elke dood echt deel van je eigen leven.
Piet Nusteleijn zegt
Vertrouwen krijgen heeft met woorden te maken. Die dwarsstraten. Zoals je als kind getroost werd. Mooie zinnen. Prachtige woorden: genade, gedragen worden, hij laat niet varen…woorden die binnen komen. Zinnen die je raken en vervoeren. Het is warm. Het is stil. Het is stil warm. Met groet aan Nisargadatta.