Vandaag, tweede griepdag. Lang in de mand, wat koortsig, een beetje krant ook. En vanmiddag keek ik voor de derde keer in een paar weken naar de afscheidsvoorstelling Het is mooi geweest van Rob de Nijs, die ernstig ziek is. Elke keer weer hoor en zie ik nieuwe dingen in die voorstelling. Muzikanten en achtergrondkoor die weten dat het leven vergankelijk is. De liefde voor Rob die ze uitstralen.
Ik vind alle songs van Rob de Nijs, een generatiegenoot, prachtig. En vanmiddag raakte ik ontroerd door de tekst van ‘Hier heb ik nog een foto van heel lang geleden’.
‘Hier heb ik nog een foto van heel lang geleden. Maar als ik blijf kijken dan wordt het weer heden.
Die dromen zijn over, ’t gevoel is gebleven. Diep in m’n hart verlang ik vaak naar dat kind terug.
Als me het leven tegenzit, denk ik aan die tijd. Alleen zijn of eenzaam hoe kon ik dat kennen. Ik hoefde alleen maar naar huis toe te rennen. Met een gat in m’n kop en m’n broek vol met scheuren. Mijn moeder was thuis dus wat kon me gebeuren.
Als me het leven tegenzit, denk ik aan die tijd. Al werd ik nooit een Ivanhoe, raakte het kind niet kwijt…’
Ik heb ook zo’n foto van heel lang geleden, een paar dagen geleden merkte ik haar op, hangend aan een wand in de Kloosterbunker. Het beeld ontroerde me. Ik lag tegen mijn vader aan, nog geen twee jaar oud. En naast me een broer en twee zussen op het strand van Oostvoorne. Ik vermoed in 1948. Mijn moeder is niet te zien, die zal de foto wel genomen hebben.
Mijn moeder was er altijd dus wat kon me gebeuren…Wat verlang ik vaak terug naar die tijd.
Moedig voorwaarts!