Een edele volgeling, (P. ariya-puggala) beschouwt het bestaan als een continu en cyclisch proces, waar álles in constante verandering is. Hij ervaart het bestaan als een eeuwige flow. Een flux.
Zulk inzicht staat diametraal tegenover de illusie van een stabiel, separaat, eeuwig ‘ik’—een geconditioneerde begoocheling die de wereldling (P. putthujana) dogmatisch aanhangt, maar die hem nooit tot zelfrealisatie kan brengen.
Een edele volgeling zíet en wéét (P. janami passami) dat het bestaan ‘een stroom van bewustzijn’ is. Vinnanasota. Zónder vaste kern. Zónder identiteit. Zelfloos. Ruimte.
Hij ziet de heelheid van alles-met-alles, waar alles permanent verandert maar niets verloren gaat.
De beoefenaar die dit in zichzelf realiseert, zíet en wéét dat geboorte en dood slechts overgangsriten zijn in het voortschrijdende proces van ontstaan en vergaan.
Dat het Ongeborene (P. ajata) en het Doodloze (P. amata) omschrijvingen zijn van een noumenale werkelijkheid die hij niet ként, maar die er wel degelijk ís.
Op deze manier ervaart de dhammanuvatti die unieke experiëntiele ervaring ’that there is an unborn, an unbecome, an unmade, an uncompounded’.
Hij ervaart dat de innerlijke vrede en bevrijding die hieruit voortvloeit, Zelfrealisatie is. De Andere Oever. Het Eiland. Nibbana. Waar de tsunami’s van onwetendheid, verlangen en afkeer van de fenomenale wereld géén énkele vat op hebben.
Siebe zegt
Ik denk dat het toch verklaring behoeft waarom een mens, jij zelf ook waarschijnlijk Guy, zichzelf niet ervaart als iemand totaal anders van het ene naar het volgende moment, of van gisteren naar vandaag naar morgen.
Zou dat wel gezond zijn ook? Of ben je dan gestoord, ziek?
Gevoelens veranderen wel voortdurend, emoties, mentale en lichamelijke toestanden, gewaarwordingen, ze komen en gaan, maar ik denk dat ook een Boeddha dit stabiele zelfbesef nog wel heeft. Alleen niet in de vorm van een mentale entiteit, een ego, maar eerder in de vorm van een innerlijk licht?