In de Samyutta Nikaya lezen we het volgende: ‘Wie noemt men een stroombetreder?
Een stroombetreder is een nobele discipel die ziet. Het is een edel persoon die tot inzicht gekomen is. Die de ware Dhamma verworven heeft. Die de ware Dhamma begrijpt. Die de nodige wijsheid verkregen heeft. Die de stroom van Dhamma betreden heeft.
[Een stroombetreder] is een ariya-puggala met penetrerende wijsheid. Het is een edel persoon die voor de poort van het Doodloze staat.’
Een stroombetreder is een dhammanuvatti die voor de eerste maal de stroom betreedt die naar nibbana vloeit. De stroombetreder heeft nibbana nog niet bereikt, maar is wél de stroom ingegaan die er naartoe leidt.
Tot het moment van de stroombetreding was zijn/haar beoefening fragiel en kwetsbaar. Kon hij/zij steeds terugvallen in een vroegere staat van bewust ‘zijn’. Door de stroombetreding (i.c. door het inzicht dat hij/zij verworven heeft) is regressie onmogelijk geworden. Daar staat zijn/haar gerealiseerde wijsheid borg voor. De stroombetreder kan niet meer achteruit, énkel vooruit. Hij/zij is de Rubicon overgestoken.
Maar wat is de inhoud van deze woorden? Welke lading dekt deze tekst?
De Pali-canon laat ons nooit in de steek. In de Sabbasava Sutta, 24 lezen we het volgende:
‘Het Dhamma-oog opent zich bij de stroombetreder wanneer hij de eerste drie schakels doorsnijdt van de keten die de beoefenaar aan samsara bindt (en hem zo beletten om tot ontwaken te komen).’
Welke zijn die drie mentale schakels die de dhammanuvatti moet doorsnijden?
Het zijn:
— geloof in ‘persoonlijkheid’ (P. sakkaya-ditthi): 25 het geloof in een bestendige substantie, i.c. het geloof dat er een permanent ‘ik’ bestaat. Dat er een ‘ziel’ aanwezig is.
— gehechtheid aan regels/riten/rituelen (P. silabbata-paramasa): 26 gehechtheid aan regels/riten/rituelen is hechting (P. upadana) aan de overtuiging (= zich hechten aan het ‘geloof’ in een opinie) dat men tot zelfrealisatie kan komen door zich te houden aan de voorschriften en/of geboden van een bepaalde religie of door het voltrekken van bepaalde riten en rituelen.
Dergelijke gehechtheid staat in schril contrast met wat de Dhamma voorhoudt, namelijk dat verlichting énkel kan gerealiseerd worden door het verwerven van eigen inzicht.
— sceptische twijfel (P. vicikiccha) → twijfel, onzekerheid. Twijfel over de Boeddha, de Dhamma en de Sangha.
Maar evenzeer twijfel over zichzelf. Vicikiccha is de laatste van de Vijf Hindernissen (P. panca nivarana) die de dhammanuvatti beletten tot ontwaken te komen.
Voor uitgebreide uitleg verwijs ik naar mijn boek Sotapattimagga, Het Pad van de Stroombetreder, gratis te downloaden op deze link: https://yatha-bhuta.com/wp-content/ uploads/2022/05/Tekst-Sotapattimagga-1.pdf