Als later vroeger komt …
moet je nu leven
Deze tekst, die ik las op een grafsteen tijdens een van de wandelingen op de begraafplaats vlakbij mijn huis, ontroerde me. Met tranen in mijn ogen liep ik verder.
Nu leven, in het hier en nu zijn, dit moment is waar het om gaat. In alles. Dat is wat Thich Nhat Hanh (Thay) me heeft geleerd. Het leven in aandacht, bewustzijn van wat je denkt, zegt en doet. Bewust zijn van iedere stap die je zet, van iedere hap die je neemt.
Voor mij is dit bewust zijn zo belangrijk. En dat wordt zo bevestigd door zo’n zinnetje op een grafsteen, ‘Als later vroeger komt … moet je nu leven.’
Volgens mijn artsen is bij mij later al vroeger aan het komen. De medicatie die ik krijg stopt de groei van de uitzaaiingen tijdelijk; hoe lang is niet bekend. En daar hebben mijn partner en ik het mee te doen.
De tweede zin van de tekst hield me ook bezig: ‘moet je nu leven.’ Nu leven is op dit moment weer op krachten komen van de forse klap die mijn toch al lage energie door corona heeft gekregen en dat gaat stapje voor stapje.
Nu leven is voor mij ook bezig zijn met sociaal geëngageerd boeddhisme. Dat doe ik in de vorm van vrijwilligerswerk als bezoeker van mannen die in detentie zitten, hebben gezeten of opgenomen zijn in een tbs-kliniek. Regelmatig wordt me de vraag gesteld of ik die laatste maanden of jaren, of hoe lang het nog gaat duren niets leukers te doen heb, of ik niet op reis wil of dat ik andere zaken op mijn lijstje heb staan.
De mannen die ik ontmoet zijn stuk voor stuk bijzonder en hebben allemaal hun eigen verhaal hoe ze tot hun daad (daden) zijn gekomen. Er is erg veel lijden, lijden omdat ze van de wereld zijn afgesloten. Voor sommigen waarschijnlijk zelfs voor de rest van hun leven. Lijden om wat ze anderen hebben aangedaan; in veel gevallen was dat absoluut niet hun bedoeling. Er kunnen veel redenen zijn waardoor je in een dermate staat van zijn komt dat je iemand doodt, of zelfs meerdere mensen.
Als vroeger later komt … moet je nu leven. Nu in het hier en nu. Leven betrokken op anderen, geen afgescheiden ik. De eerste regels van het gedicht dat vorige week op deze plek stond: Dit lichaam is niet ik, ik ben niet dit lichaam. We zijn of hebben geen afgescheiden zelf. Die ander ben ik, ik ben die ander. De oorzaken en omstandigheden waren er kennelijk naar dat deze mannen is overkomen wat ze is overkomen. Dat ze tot daden zijn gekomen die ze veelal niet gewild hebben.
Aan het ‘werk’ zijn met deze mensen, voor deze is voor mij dé manier om nu te leven. Zij zijn blij met mij en ik ben blij met hen.
Ieder moment dat ik na een bezoek aan de gevangenis buiten sta ben ik zo dankbaar, dankbaar dat ik in vrijheid kan leven. Dankbaar dat ik er voor hen kan zijn en dankbaar dat ik leef en me daar bewust van ben.
Al komt later helaas vroeger dan ik zou willen.
Op zondag 30 oktober a.s. wordt in Naarden een openbare verdiepingsdag gehouden waarin de lezing van Jan over sociaal geëngageerd boeddhisme over zijn vrijwilligerswerk met gedetineerden en het omgaan met zijn ziekte centraal staan.
Zie: https://www.aandacht.net/activiteiten/liaprogramma/verdiepingsdag-watikleerdevanthay-2