Het was klote van de bok, zoals ze in mijn geliefde Twente zeggen, maar ik kreeg de nieuwe pas aangeschafte all in one HP-printer niet aan de praat. Ik wilde de printer via een kabel met de PC verbinden. Na een advies over de installatie van de software door de Arbeiders Hulp Centrale (AHC) omzeilde ik de software van HP door via ‘printers en apparaten’ in het configuratiescherm van Microsoft de printer aan te melden en aan de praat te krijgen. Dat lukte deels, ik kon wel printen maar niet scannen en kopiëren, het venster in de printer bleef maar vragen om de HP-software.
De AHC stuurde afgelopen zaterdag een printertechneut, de klus zou binnen een haf uur geklaard zijn. De man nam plaats in de stoel achter het werkblad en sprak in zichzelf, dat en dat was niet geladen, ik was geen lid van de HP en ik had al een account, zei hij tegen zichzelf. Ik volgde zijn monoloog met belangstelling, wilde wijzer worden. De man bleef onverstoorbaar doch na drie kwartier zei hij tegen zichzelf: ik ga weg en kom volgende week wel terug. Hij bleef en na anderhalf uur sprak hij: ik gooi de handdoek in de ring. Na twee uur: ik ga weg, kom volgende week wel terug en gooi de handdoek in de ring. Doch hij bleef.
Opeens meldde het beeldscherm: gefeliciteerd, u heeft de software met succes geladen. Hij gaf dat door aan mij. Ik stelde voor om een boeddhistisch gezang aan te heffen op het succes en bood hem een speculaasje aan, beide weigerde hij. Na 2,5 uur zei de man: ik ga weg, maar bleef zitten. De printer weigerde contact te hebben met de PC. De hulpverlener bleef maar wachtwoorden en informatie intikken en na precies drie uur ging op de printer een blauw lampje branden als teken dat ik kon scannen en kopiëren.
U lijkt wel wat op Florence Nightingale, de verpleegster met de lamp, verwijzend naar het blauwe lampje dat vrolijk knipperde op de printer, zei ik tegen de AHC-er. Ik ga er vandoor, sprak de man, nu echt.
Moedig voorwaarts!