Ter voorbereiding op een lezing die ik heb gegeven over het thema ‘Vrij zijn, waar je ook bent’ (naar het gelijknamige boek van Thich Nhat Hanh (Thây) heb ik veel nagedacht en gemediteerd over dit onderwerp en kwam tot de conclusie dat je alleen ‘vrij kunt zijn, waar je bent’ wanneer je ‘vrij bent, wie je bent.’
Dit is een essentieel gegeven waar een groot gedeelte van mijn lezing over is gegaan. Met vrij zijn wie je bent bedoel ik dat je vrij bent, vrij kunt zijn, ondanks beperkende gedachten over jezelf. Ondanks de beperkende gedachten wat anderen van je (zouden kunnen) denken en/of vinden; ondanks wat anderen tegen je zeggen of wat er (mogelijk) achter je rug om over je gezegd wordt.
Blijven staan
Kun je blijven staan voor je eigen idealen, voor je eigen inzichten (gebaseerd op kennis en ervaring), ondanks dat je tegengewerkt wordt, ondanks dat mensen je onheus bejegenen of negeren? Dat is vaak moeilijk, zeker als er een beroep gedaan wordt op harmonie die er zou moeten zijn of wanneer er op een andere manier het, ik noem het ‘het Boeddhistische vingertje’ geheven wordt.
Voel je je afgewezen als je bijvoorbeeld met iemand de dialoog aan wilt gaan over iets wat je hebt gezegd en dat door de ander (anderen) verkeerd begrepen is en deze niet met je in gesprek wil(len) gaan? Of leg je je erbij neer dat er dingen gebeuren in de groep mensen waar je lid van bent?
Echt vrij zijn
Of zeg je er iets van en durf je zelfs zo ver te gaan dat je de besluitvorming over een uiterst moeilijk onderwerp stillegt ondanks de golf kritiek die je over je heen krijgt? Als je vrij bent, echt vrij bent, leg je je er niet bij neer en dan blijkt vaak dat anderen uit diezelfde groep mensen zich ook uit durven te spreken en durven te zeggen dat ze het ook niet met de gang van zaken eens zijn.
Onbevreesdheid
Onbevreesdheid is waar het over gaat. Thich Nhat Hanh schrijft in het boek Geen dood, geen vrees dat onbevreesdheid de kroon op de boeddhistische leer is: ‘Onbevreesdheid is de basis van waar geluk. Als je aan iemand onbevreesdheid kunt bieden, dan geef je die persoon het beste geschenk dat je kunt geven, zeker in moeilijke momenten.’
Thây is natuurlijk bij uitstek iemand die zijn hele leven het toonbeeld van onbevreesdheid was in alles wat hij mee heeft gemaakt. Over de moeilijke momenten die ik zelf ervaar en hoe ik er mee omga schrijf ik wekelijks in het weekend een column in het Boeddhistisch Dagblad.
Doorklieven
Over de onbevreesdheid van een onbekende Zenmeester gaat het volgende verhaaltje:
‘Toen een leger een Vietnamese stad innam, ontvluchtte iedereen de tempel (zendo), behalve de abt. De generaal stormde de tempel binnen en was razend toen hij ontdekte dat de meester weigerde hem te begroeten, laat staan hem als groot veroveraar te ontvangen.
‘Besef je niet dat je ogen gericht zijn op iemand die je kan doorklieven zonder met zijn ogen te knipperen?’, schreeuwde de generaal.
‘En u’, antwoordde de abt, ‘kijkt naar iemand die doorkliefd kan worden zonder met zijn ogen te knipperen!’
De dreigende blik van de generaal veranderde in een glimlach. Hij boog en verliet de tempel.’
Tantra Hardrock zegt
Het valt mij op, dat mensen allemaal oordelen over mij hebben. Ik zou op deze leeftijd, dit/dat gedaan moeten hebben. Ik zou zus/zo moeten zijn. Ik zou een gezin, een hypotheek een baan als ambtenaar moeten hebben. Ik zou drie keer per jaar op vakantie moeten gaan, ik zou ‘leuke collega’s moeten hebben’. Ik zou naar ‘Jinek’ moeten kijken, want ‘dat doen volwassenen’. Als ‘de kinderen’ naar bed zijn blablabla.
Ik snap niet zo goed, dat andere mensen meningen hebben over mijn leven. Ik heb namelijk geen mening over hun leven. Het maakt mij niet uit wat ze doen, waar ze wonen, met wie ze wonen, hoe vaak ze op vakantie gaan, hoe vaak ze seks hebben, hoeveel ze verdienen, wat ze van Baudet vinden, of wat dan ook.
Mijn leven, is best wel op mij gericht. Wat men dan ook weer ‘controversieel’ vind.