De sleutel tot bevrijding uit dukkha kan in één woord worden samengevat: anicca (1).
In zijn eerste toespraak in het Hertenpark van Isipatana in Sarnath sprak de Boeddha als volgt:
‘Alles wat onderhevig is aan ontstaan, is onderhevig aan vergaan.’
(Dhammacakkappavatana-Sutta, Samyutta-Nikaya 56.11)
Wie het proces van vergankelijkheid van de dingen ziet en in zichzelf realiseert bevrijdt zichzelf. Wordt wakker. Ontwaakt.
(1) anicca (P.) → a+nicca: a = zonder, geen: nicca = wat constant is, permanent, eeuwig, onveranderlijk, onvergankelijk. Anicca staat voor veranderlijkheid, vergankelijkheid, instabiliteit, flux. Anicca is het eerste kenmerk van de tilakkhana.
Alle geconditioneerde dingen veranderen van moment tot moment—zelfs tijdens het kleinst meetbare moment. Anicca is een algemeen kenmerk: hoe klein of groot iets ook is; wat ook de samenstelling ervan is; hoe duurzaam het ook lijkt te zijn—alle verschijnselen bevinden zich in permanente transformatie. Ze ontstaan, manifesteren zich en vergaan. Alle samengestelde fenomenen zijn in bestendig verval en verdwijnen. Het verlangen naar geconditioneerde dingen tot rust brengen (laten uitdoven) leidt tot geluk.
De Visuddhimagga van Buddhaghosa definieert ‘anicca’ als volgt:
‘Het is het verschijnen, voorbijgaan en veranderen van de dingen, of het verdwijnen van dingen die zijn ontstaan of zijn opgekomen. Dit betekent dat deze dingen nooit op één bepaalde manier standhouden, maar van moment tot moment verdwijnen, veranderen en oplossen.’