‘Zonder zelfkennis, zonder begrip van de werking en functies van zijn machine, kan een mens niet vrij zijn, kan hij zichzelf niet sturen en zal hij altijd een slaaf blijven.’
George Gurdjieff
Jaren geleden kreeg ik dit inzicht cadeau van de Russische filosoof en mysticus Gurdjieff. De machine waarover hij het heeft, is het menselijk organisme dat aangedreven wordt door fysieke, emotionele en mentale energie. In tijden van energiebesparing op ecologisch gebied, kan het geen kwaad om eens te kijken naar hoe we omgaan met de energiebron in eigen lichaam en geest.
Ik heb altijd geworsteld met hoe mijn energiepeil zeer sterk op en af gaat. In piekperiodes doe ik alles wat ik eerder uitstelde of waar ik nog niet aan toe was. In een ‘dalperiode’ heb ik veel tijd nodig om te recupereren, precies omdat ik tijdens een piek zoveel energie opbrand. Een aspect dat ik nu pas inzie, is dat ik er zoals vele jonge mensen vanuit ging dat ik alle tijd van de wereld had, en me kon permitteren om dingen uit te stellen. Schrijven was bijvoorbeeld meestal een uitbarsting in pieken, daarna was er maanden niets. Nu, oud en chronisch ziek, besef ik eindelijk dat ik vooral ook geen discipline had, en dat ik mezelf niet als een schrijver beschouwde, maar als iemand die taalvaardig was en dingen opschreef om er later misschien iets mee te doen.
Een belangrijk boeddhistisch begrip is hoogdringendheid. Dat vertrekt vanuit de eenvoudige vaststelling dat onze tijd beperkt is. Het resultaat van dat besef is minder eenvoudig, hoogdringendheid mobiliseert niet alleen energie, het verandert vooral ons hele perspectief op wat we in dit leven te doen hebben.
Gurdjieff stelt dat we wanneer we moe worden van het denken, op de duur ophouden met denken. Wanneer we moe worden van emoties, besluiten we om niet meer te voelen. Wat net hetzelfde proces is als wanneer we moe worden van een lichamelijke inspanning. In de drie domeinen kunnen we onze energieopslag tijdelijk uitputten.
Rusten na inspanning is de evidente oplossing. Alleen is het zo dat we echt moe kunnen zijn, maar dat we het vaak enkel denken en het in werkelijkheid niet zijn. Mijn eigen ervaring is dat ik acuut ‘moe word’ van vervelende bezigheden zoals bijvoorbeeld het invullen van steeds dezelfde, gekende administratieve gegevens. Het omgekeerde gebeurt wanneer ik me moe voel, en plots blijkt dat iets mij een nieuwe of vernieuwde motivatie geeft. Tot mijn verbazing merk ik dan dat ik nu wel energie heb voor het nieuwe, het uitdagende. Onze taal kent dit fenomeen als ‘een tweede adem vinden.’
Gurdjieff leerde me vooral dat, wanneer we een van onze energiebronnen gebruiken, niet we ook de andere aan het werk moeten zetten. Als we denken, is het niet nodig ons lichaam te gebruiken, en als we fysiek werk doen, verspilt het afdwalen van onze geest enkel energie. Als we over iets nadenken, leveren emoties soms een dieper doorleven op van de essentie, doordat we we minder afstandelijk denken. Maar even vaak zijn emotionele opwellingen zijwegen die onnodig veel energie opslorpen. We kunnen elke onnodige energiebron afsluiten.
Vaak zit ons bewustzijn in een sluimertoestand, van gewoontehandelingen tot regelrechte sleur. Onze energie lekt weg via onbewuste processen. Gurdjieff pleit ervoor om uit onze slaaptoestand te treden door ons ‘onszelf te herinneren’: ons telkens opnieuw bewust worden dat we helder en aanwezig kunnen zijn in plaats van weg te doezelen in gewoontepatronen. (1)
In boeddhistische termen: we kunnen onszelf trainen om geconcentreerd te blijven, om helemaal aanwezig te zijn in wat echt reëel is. Wat inhoudt dat we opmerkzaam zijn voor wat afleidt, voor de zijwegen die ons afleiden van de essentie. Al is niet elke gewoontehandeling energieverlies, integendeel. Routines zoals fietsen of schakelen tijdens het autorijden, hebben als voordeel dat we aandacht vrijmaken voor wat essentieel is, zoals aandacht hebben voor onze omgeving.
Van de boeddhistische leraar David Brazier leerde ik dat de emoties, gedachten en acties waarmee we reageren op ons lijden, een energiebron zijn die we kunnen gebruiken voor positieve doelen. Hij vergelijkt onze emoties en ons lijden met het vuur in een oven. De oven omvat en beheerst het vuur; de vlammen die zonder oven in alle richtingen zouden uitwaaieren, kunnen we gebruiken om er brood mee te bakken. Als we besluiten om de energie van ons lijden om te zetten in brood dat lekker is, en dat ook nog eens anderen voedt, boeken we twee keer energiewinst.
Ik ben voortdurend moe en heb lichamelijke ongemakken door jarenlange behandelingen voor kanker. Tegelijk kom ik steeds opnieuw tot het inzicht dat ik ontzettend veel energie verlies aan onbewuste spierspanning, het afdwalen van mijn geest en door teveel hooi op mijn vork te nemen. Dit bovenop de typisch menselijke neiging die we allen hebben om ons te verliezen in zorgen en in onwillekeurige herinneringen en beelden. De eenvoudige remedie van het boeddhisme is onze aandacht te concentreren op dat-wat-is, op de persoon of situatie die we ervaren in het hier en nu. Waarbij we best geen slogan maken van dat ‘hier en nu’ en de subtiliteit erkennen dat er in onze geest meestal een ‘daar en toen’ achter verborgen zit.
Ik pas mijn inzichten nu toe door mijn beperkte fysieke en emotionele energie ‘op te sparen’ en om te zetten in schrijven. Eigenlijk ben ik enkel tijdens het schrijven en werken in de tuin helder, gefocust en doelgericht. Ik ben nog nooit zo creatief geweest, en was er nog nooit zo van overtuigd dat ik een lezer met mijn schrijven ook reëel iets kan bieden. Een nieuw perspectief, een dieper inzicht, of gewoon schrijf- en leesplezier. Als schrijver probeer ik een lezer tenslotte ongeveer hetzelfde enthousiasme te laten beleven van een tekst waarin ik niet enkel de ellende van deze wereld beschrijf, maar ook een mogelijke uitweg. Een gedicht, verhaal of artikel als tijdelijke verlossing.
Schrijven leidt mij af van mijn lijden, ongeveer zoals we een kind dat pijn heeft of ontgoocheld is, afleiden door zijn aandacht op iets anders te richten. Als volwassene wil ik dat wat ik doe meer is dan enkel afleiding, schrijven en bij uitbreiding elke zinvolle handeling, bevrijden ons uit een al te nauw persoonlijk perspectief.
Wat mij misschien het meest helpt is dat ik, al is het op een verre achtergrond, morele steun en betrokkenheid krijg van andere mensen. Ik blijk veel alleen aan te kunnen, maar voor de empathie van anderen kan ik enkel dankbaar het hoofd buigen. Mijn creativiteit en de inbreng van familie en vrienden zijn een aspect van universele liefdevolle vriendelijkheid. Dat is de krachtigste energiebron die we kunnen aanboren. Een bovendien onuitputtelijke bron.
Piet Nusteleijn zegt
Hoognodig(heid) kende ik wel. Hoogdringendheid…qua woord nog niet. Wat een vondst.