“When you act like a teacher, it’s usually because you’re afraid to be the student.”
(Byron Katie)
Omkering 1
Katie: Als je je gedraagt als een leraar is dat gewoonlijk omdat je bang bent om een leerling te zijn.
Hans: Als je je gedraagt als een leerling is dat gewoonlijk omdat je bang bent om een leraar te zijn.
Omkering 2
Katie: Als je je gedraagt als een leraar is dat gewoonlijk omdat je bang bent om een leerling te zijn.
Hans: Als je je gedraagt als een leraar of leerling is dat gewoonlijk omdat je bang bent om jezelf te zijn.
Omkering 3
Katie: Als je je gedraagt als een leraar is dat gewoonlijk omdat je bang bent om een leerling te zijn.
Hans: Als je je gedraagt als een leraar of leerling is dat gewoonlijk omdat je bang bent om bang te zijn.
Omkering 4
Katie: Als je je gedraagt als een leraar is dat gewoonlijk omdat je bang bent om een leerling te zijn.
Hans: Als je je gedraagt als een leraar of leerling is dat gewoonlijk omdat je bang bent.
Omkering 5
Katie: Als je je gedraagt als een leraar is dat gewoonlijk omdat je bang bent om een leerling te zijn.
Hans: Als je je gedraagt is dat gewoonlijk omdat je bang bent.
Omkering 6
Katie: Als je je gedraagt als een leraar is dat gewoonlijk omdat je bang bent om een leerling te zijn.
Hans: Als je bang bent is dat gewoonlijk omdat je je gedraagt.
Omkering 7
Katie: Als je je gedraagt als een leraar is dat gewoonlijk omdat je bang bent om een leerling te zijn.
Hans: Als je je gedraagt als een mens is dat gewoonlijk omdat je niet meer bang bent om bang te zijn.
Omkering 8
Katie: Als je je gedraagt als een leraar is dat gewoonlijk omdat je bang bent om een leerling te zijn.
Hans: Keer het om.
Katie: Als ik me gedraag als een leraar is dat gewoonlijk omdat ik bang ben om een leerling te zijn.
Hans: Dan is het waar voor jou.
Katie: Gedraag jij je gewoonlijk als een leraar of als een leerling?
Hans: Nee hoor, ik ben gewoon bang.