Ik ben voor mijn zoon het van hem gekregen boek ‘Pap, vertel ‘s!’ aan het vullen. Nu nog zo blanco als een blaartrekkende hel maar als ik klaar ben heb ik mijn hele leven, met feiten en verwachtingen, weergegeven. Overigens noemt mijn zoon mij Joop.
Er staan leuke vragen in, bijvoorbeeld over de oudejaarsavond, of ik als kind dan op mocht blijven. Nee, ik ging gewoon naar bed na het eten van door mijn vader gebakken oliebollen maar mijn moeder maakte mij tegen middennacht wakker om in onze woning in het Oude Noorden naar het geloei van hoorns van zeeschepen te luisteren. Die lagen toen nog gewoon in havens in de stad. Dat geloei was ik totaal vergeten tot ik de vraag zag. Schepelingen die in verre havens het nieuwe jaar begroetten.
Of ik kattenkwaad uithaalde? Jazeker, als kind trok ik belletje, bond de deuren van twee naast elkaar gelegen woningen in de straat aan elkaar vast en belde dan aan. En de buren maar trekken. Of zette met mijn vriendjes een blik met water tegen een voordeur dat binnenstroomde als de deur werd geopend. Ook pestte ik buurman Spruit die in een dijkwoning woonde. ‘Spruit, kom je huisje uit’, riepen we. De man kon vreselijk hard lopen, haalde zijn pesters bijna in. Al heel jong kreeg ik spijt van dat pesten.
Al schrijvend, de lege bladzijden in dat boek vullend, jaar na jaar, mijn familie, grootouders, ouders, broers en zussen, vrienden, hoogte-en dieptepunten, de scheiding van de moeder van mijn kinderen, de gelukkige jaren als hippie, besef ik hoeveel mensen in mijn omgeving er al zijn gestorven. Dat werd me helemaal duidelijk toen de vraag werd gesteld wie ik wilde uitnodigen voor een reünie. Ja, heel veel mensen die mijn leven vorm gaven, aan wie ik veel te danken heb. Ze zijn dood. ‘Pap, vertel ‘s!’, een verleden wordt nu. Vorm is leegte, leegte is vorm.
Meneer Spruit, mijn verontschuldigingen voor dat pesten.
Moedig voorwaarts!
Bert Dorrestijn zegt
.Fijn om dit te lezen. Bij mij ook vergelijkbare herinneringen en het gemis van velen. Fijn dat je de verhalen doorgeeft aan jouw zoon. Verhalenvertellers zijn broodnodig in dit vluchtige tijdperk waarin de digitale wereld de dienst uitmaakt en de concentratieboog van het luisteren of lezen op een laag pitje staat.