Vandaag zag ik de beelden van wat de enorme regenbuien de afgelopen dagen in Limburg, België en Duitsland hebben aangericht. Veel doden, mensen die alles kwijt zijn, hele wijken zonder stroom en drinkwater, ingestorte huizen, dijkdoorbraak, dieren die in het wassende water een veilig heenkomen zoeken. Kolkende rivieren. Hulpverleners. Huilende mensen. Kerken die volstromen.
Onwillekeurig kwamen herinneringen boven aan die angstige nacht in februari 1953, ik woonde toen als klein kind met mijn ouders en broers en zussen in Het Oude Noorden van Rotterdam. In Zeeland braken de dijken, honderden mensen kwamen om. Ons hele gezin zat in de woonkamer aan de voorzijde van de woning. We konden zo op straat kijken die volliep met water uit de Nieuwe Maas. Het water stond wel 20 centimeter hoog. Het was niet alleen het water dat ons schrik aanjoeg, maar ook het bulderen van de storm. Als een monster. Het was nacht en daardoor het gehoor scherper. We zaten klaar om te vluchten, gelukkig hoefde dat niet, tegen de ochtend gingen we slapen. Mijn ouders waakten over ons.
Ik heb niet gehoord dat het in de gebieden in Limburg, België en Duitsland stormde toen die onderliepen. Het water kwam in stilte, een sluipmoordenaar, maar de gevolgen zijn even ernstig.
Moedig voorwaarts!