Op een van mijn ochtendwandelingen maakte mijn hond ruzie met een andere hond. Toen de rangorde tussen hen eenmaal was vastgesteld gingen de honden weer door met belangrijker zaken, namelijk verder snuffelen in het gras. Alles bij elkaar had het nog geen paar seconden geduurd. Voor de eigenaar van de andere hond was het echter nog niet over, maar begon het pas. Hij reageerde boos, dreigde met de politie en begon zelfs foto’s te maken van mij en mijn hond. Van de postmeditatieve kalmte waarmee ik zo zelfvoldaan het huis verlaten had, was al snel weinig meer over. Voordat ik het wist had ik de man al uitgemaakt voor zielig figuur en hem voor de vorm dan ook maar terug gedreigd met de politie. Toen de man uiteindelijk wegliep had mijn boosheid zo’n kookpunt bereikt dat ik in gedachten een pistool op hem afvuurde en dwars door zijn hoofd schoot. Zo, dat zou hem leren.
Nog natrillend van frustratie, en met het beeld van mezelf als liefdevol en zo goed op weg naar Verlichting al net zo aan flarden geschoten als het hoofd van de man, wandelde ik ook weer verder. Een paar honderd meter verder voelde ik ineens een scherpe pijn door mijn hoofd gaan, alsof er in mijn hoofd van binnen iets ontplofte. Ik schrok. Wat was dit? Tot het me ineens daagde. Dit kon toch niet waar zijn. Het leek wel alsof de denkbeeldige kogel die ik had afgevuurd op de man, was teruggekaatst en zojuist in mijn eigen hoofd terecht was gekomen…
Mijn frustratie verdween en maakte plaats voor een gevoel van schaamte. Wat gaf mij eigenlijk het recht om deze persoon in gedachten dit toe te wensen, was ik zoveel beter dan hij? Natuurlijk niet. Ik reageerde net zo gefrustreerd op hem als hij op mij. Hij en ik waren niet verschillend van elkaar. Wat de oorzaak van de pijn in mijn hoofd dan ook mocht zijn, de boodschap was duidelijk. Door deze man in gedachten te willen beschadigen, beschadigde ik in feite alleen mezelf. Mijn negatieve actie was als een boemerang bij me teruggekomen. Ik had zojuist kennis gemaakt met de wet van karma.
Ik werd niet veroordeeld of gestraft. Er was niemand die met het vingertje naar me wees, geen god die me vanaf zijn troon bestraffend toesprak. Ik oogstte simpelweg dat wat ik zojuist gezaaid had, pijn. De natuurkundige wet van oorzaak en gevolg. Berouwvol mompelde ik, bij gebrek aan een god, dan maar naar de lucht; sorry, universum, Ik snap het. Bedankt voor de les. De pijn in mijn hoofd verdween zodra ik de woorden uitgesproken had.
Het was inmiddels zo’n zes maanden geleden dat ik begonnen was met het wekelijks bijwonen van bijeenkomsten van de sangha, nadat ik nogal onverwachts in aanraking gekomen was met het Dzogchen boeddhisme en toevlucht genomen had tot mijn leraar, de 7e Dzogchen rinpoche. Tijdens deze sangha bijeenkomsten beoefenen we door het reciteren van boeddhistische gebeden en het luisteren naar de lessen van rinpoche, die we vervolgens met elkaar nabespreken. Een van de eerste lessen die me bijbleven was dat je huidige omstandigheden het gevolg zijn van je eerdere handelen. Wat je zaait, dat oogst je. Heb je mangozaadjes geplant, dan krijg je mango’s. Heb je appelzaadjes geplant, dan krijg je een appelboom. Je kunt jezelf afvragen waarom je geen mango’s hebt. Je had ze wel verwacht, je had ze zo graag willen hebben. Maar je kreeg ze niet, Waarom niet? Het antwoord is simpel. Omdat je ze niet geplant hebt. Je had in plaats daarvan de appelzaadjes geplant, en eet nu de, misschien wel zure, appels.
Ai. Dat was behoorlijk confronterend. Ik at inderdaad nogal zure appels. Allerlei dingen in mijn leven liepen niet zoals ik dat wilde. Ik voelde me niet geliefd, niet gezien, afgewezen. Mijn huwelijk liep slecht, en ik deed ook al niet het werk dat ik wilde. Ik was inderdaad die persoon die zich maar bleef beklagen waarom ik geen mango’s had, maar steeds maar die stomme zure appels.
En nu leerde ik dat wat ik meemaakte, simpelweg het gevolg was van de zaadjes die ik eerder geplant had. Zaadjes die ik plantte door de manier waarop ik dacht, handelde, sprak. Jee, dat kon toch niet waar zijn? Ik dacht altijd dat het de schuld was van mijn man, die me niet echt aardig behandelde. En van al die andere mensen die me ook al niet zagen staan. Mijn appels waren meestal zuur. En nu bleek ik dus gewoon zélf verantwoordelijk voor mijn huidige omstandigheden.
Dat vond ik niet leuk. En toch. De simpele waarheid ervan trok me ook aan. Want als ik dit in feite allemaal gewoon zelf gecreëerd had, en het geen gevolg was van een of ander duister lot, een toornige god of gewoon stom toeval, dan had ik dus ook gewoon de vrijheid om het anders te doen.
De zaadjes die ik geplant had, waren bepaald geen liefdevolle zaadjes geweest. Niet naar mezelf toe en ook niet naar anderen. Ik liet me leiden door mijn geest, en deze geest was gevuld geweest met gedachten en gevoelens van zelftwijfel, afkeuring en boosheid. De situaties die ik ervaarde waren de vruchten van deze zaadjes. In de specifieke situatie met de man die ik tegenkwam, was het heel helder. Ik had in gedachten een kogel op hem afgevuurd, en kreeg diezelfde kogel weer terug. Mijn karma had me al na een paar honderd meter ingehaald. Vaak werkt karma niet zó snel, en is de link met je eigen handelen misschien wat minder duidelijk. Maar hoe dan ook is karma eigenlijk niet meer dan een spiegel; het laat alleen maar zien welke zaadjes je geplant hebt. Karma is geen straf, geen boetedoening. Simpelweg een gevolg van je eerdere handelen. Als de vruchten je niet bevallen, kun je op elk moment er voor kiezen het voortaan anders te gaan doen.
In mijn geval ben ik, toen ik dit door had, er mee gestopt mijn handelen te laten bepalen door gedachten van zelftwijfel, afkeuring en boosheid. Nou ja, laat ik eerlijk zijn, de ruimte tussen deze gedachten en mijn handelen wordt steeds een beetje groter en soms lukt het om er niet naar te handelen en andere zaadjes te planten. Mijn leven is nog steeds niet perfect, maar sindsdien wel in een hoog tempo veranderd en soms eet ik zelfs zoete, sappige mango’s. Is karma een bitch? Nee, volgens mij niet, eerder een handig hulpmiddel om het voortaan anders te doen.
Marja Oosterman zegt
Mooi relaas! Lekker doorgaan met het trainen van het waarnemen van je gedachten. De ruimte tussen je gedachten zal blijven toenemen en daardoor krijg je steeds meer ervaring in rustig beslissen hoe te handelen.
Van Atmo Rananda leerde ik dit:
“Er zijn twee soorten gedachten, die van ‘God’ en die van het ego. Godzijdank zijn die van het ego veel langzamer”. ;-)