De bomen en planten in de tuin groeien als een malle. Dat is heel mooi voor de privacy en de beschutting tegen de voorjaarsstormen die er weer aan zitten te komen. Maar het is minder handig als de looppaden onbegaanbaar worden en zelfs schadelijk als de te hoge bomen het zonlicht dat op de zonnepanelen moet vallen blokkeren. En dat laatste gebeurt eerder dan je denkt. Het is niet zo dat de panelen uitsluitend last hebben van schaduw. Om optimaal te presteren hebben ze als het ware vrij uitzicht naar alle kanten nodig. Dus ook als er een boom “in het zicht” van de panelen staat, maar geen zonlicht blokkeert, zorgt deze toch voor verminderde opbrengst.
Waar we vorig jaar nog vooral druk waren om de begroeiing te laten overleven en liefst ook al wat te laten groeien, moeten we dit jaar dus al het nodige snoeiwerk doen. Geleidelijk aan begonnen er al overal bergjes snoeiafval te ontstaan. Dat gaf ons al een aardig idee van wat ons te wachten staat als de boel hier écht groot gaat groeien. Dan worden de bergjes bergen. En groepjes bergen groeien dan aan elkaar tot grotere bergen. Uiteindelijk heb je dan bergen bergen die bergen bergen bergen en is er geen tuin meer over. Daar moesten we dus wat op gaan verzinnen.
We hebben wel eens wat afvalhout naar de buren gebracht, omdat we begrepen hadden dat die daar nog wat mee konden doen. Dat klopte: ze konden het aansteken. Wie onze smogblog gelezen heeft begrijpt dat dat niet was wat we voor ogen hadden. Bovendien is dat zonde omdat het snoeiafval prima voeding is voor de rest van de beplanting. Maar omdat het snoeiafval in de bergen te grof is moet dat eerst gehakseld worden. De kleine elektrische hakselaar die we ooit gekocht hadden kan hooguit wat droog blad aan, en vraagt zelfs daarvoor meer vermogen dan verantwoord is om aan het zonne-energiesysteem te onttrekken. Het moet dus een hakselaar met een motor worden. Die draagt ook weer bij aan de smog, maar in ieder geval veel minder dan verbranden.
Een hakselaar kopen blijkt nog niet zo simpel. In de winkels die we kennen krijgen we overal “mai mie” te horen: “hebben we niet”. Dus besluiten we de hulp in te roepen van onze goede vriend Primo, de Grote Vriendelijke Reus uit Brabant die al meer dan 14 jaar in Lampang woont. Het merendeel van de Nederlanders in Thailand bestaat uit oude bokken die op de groene blaadjes afgekomen zijn. Primo valt niet onder die categorie. Hij is nog een stuk jonger dan wij en verdient hier de kost met de verkoop van allerlei levensbehoeften, van bakolie tot wasmiddelen, deels op de markt, deels door op bestelling grote partijen af te leveren. Dat doet hij samen met zijn vrouw Somjid. Het zijn harde werkers.
Primo laat al snel weten dat hij een leverancier gevonden heeft en hij is er ook al wezen kijken en geeft ons de prijzen van een licht en een zwaarder apparaat door. We besluiten om ook maar meteen te gaan kijken en worden bij aankomst in de winkel in goed Engels aangesproken door de eigenaar. Hij laat ons het lichte model zien. We vragen of hij ook nog een zwaardere machine heeft, maar krijgen een mai mie als antwoord. Dat melden we maar even aan Primo, maar als handelaar met jarenlange Thailandervaring was hij daar op voorbereid. “De grotere machine staat op een platform vóór de zaak” messaged hij, en hij stuurt de foto mee die hij uit voorzorg gemaakt heeft. We laten de foto aan de baas zien en staan even later bij de grote hakselaar. Die heeft inderdaad de specificaties die we zoeken, maar het ding is nog niet geassembleerd. We spreken af dat we de volgende dag terugkomen om de machine aan het werk te zien.
Als we de dag erna terugkomen staat de hakselaar keurig gemonteerd te wachten. De motor wordt gestart, de eerste tak wordt erin geschoven en …. en niks. Er komt wat stof onderuit, maar geen houtsnippers. De monteur duwt wat harder op de tak, en dan nog wat harder en vervolgens nog eens extra hard, maar zonder resultaat. Intussen staat er zes man/vrouw personeel omheen, maar ook dat helpt niet. We hebben de neiging om de koop dan maar af te blazen, maar beseffen ook dat we dan weer opnieuw op zoek moeten én dat er hier 6 mensen hun stinkende best staan te doen om ons van dienst te zijn. Wederom spreken we af de volgende dag terug te komen, zodat ze kunnen kijken wat het probleem is.
Een dag later komen we de zaak binnen en zien “onze” hakselaar in onderdelen in de werkplaats liggen. De baas is er niet en de monteurs durven die rare buitenlanders niet aan te spreken. Uiteindelijk meldt de dochter van de baas zich en ze vertelt dat de machine blijkt te zijn geleverd zonder de hakmessen. Logisch dus dat ie wel draaide maar niet hakselde. Wederom hebben we de aanvechting om dan maar van de koop af te zien. Waarom hebben ze het apparaat niet eerst zelf getest, voordat wij kwamen? Waarom hebben ze bij het monteren van alle onderdelen de schijf met hakmessen niet gemist? Maar ja, this is Thailand. Hier bestaan problemen pas als ze zich openbaren. En als je niet vooraf test heeft het probleem zich dus nog niet geopenbaard. Het is even wennen voor kaaskoppen, maar het heeft ook iets onweerstaanbaar ontwapenends. Daar zijn we gevoelig voor dus… we komen de volgende dag terug.
De volgende dag staat de hakselaar weer keurig gemonteerd op ons te wachten. De motor wordt gestart, de eerste tak wordt erin gestoken en onmiddellijk worden de snippers uitgespuugd. Het werkt! Dan gaat de verse palmtak erin, die ik speciaal voor dat doel had afgehakt. Meteen begint de motor zwaarder en trager te lopen; we horen dat er iets de werking blokkeert. In plaats van de motor af te zetten gaat de monteur met een stok proberen het palmblad verder in de machine te duwen. De motor klinkt nog steeds niet goed en we kijken elkaar aan: moeten we ingrijpen? Wij zijn toch niet de techneuten? Dan komt er rook uit de kast waar de V-snaar in draait. “Stop!” roept Mieke en ze luisteren naar haar.
Het apparaat wordt geopend en het palmblad blijkt de uitvoer van de snippers versperd te hebben, waardoor de boel ging blokkeren. Nadat de uitgang weer is vrijgemaakt proberen we nog een palmblad, nu via de speciale invoer voor dikkere takken, en dat gaat weer probleemloos. We verbazen ons er wederom over dat niemand van plan leek om de motor uit te schakelen, terwijl het geluid duidelijk op overbelasting wees. Maar ja, this is Thailand, weet je nog, en het probleem openbaart zich pas als de motor echt uitvalt.
We krijgen een reserve-V-snaar, een paar flessen motorolie, een zak beschermingsmiddelen en een beetje korting en sluiten de koop. We vragen wanneer ze kunnen bezorgen en krijgen te horen dat ze wel meteen achter ons aan zullen rijden. Ook dat is Thailand. Eindeloze service, geduldig blijven proberen, meteen afleveren zonder bezorg- of voorrijkosten. Genoeg om wat andere ongemakken voor lief te nemen.
Ruud van Bokhoven zegt
Weer een prachtig verhaal weer dat ook nu mooi laat zien hoe het leven zo anders is met het onthaasten en heel veel geduld in vergelijk met het gehaaste westen waar alles perfect moet zijn voor de goedkoopste prijs en liever gisteren dan vandaag geleverd moet worden.
François la Poutré zegt
Dank je voor je reactie. Onze primaire reactie blijft nog vaak ergernis, maar we hadden vóór we naar Thailand vertrokken elkaar plechtig beloofd ons nimmer te ergeren aan dingen die anders gaan dan we gewend waren. Gelukkig hoeven we elkaar zelden aan die afspraak te herinneren. Het leven wordt veel aangenamer als je je niet meer ergert maar meebeweegt met hoe de dingen gaan.