Niet-weten is geen kunst en geen kunde maar een onvermogen. Om een uitdrukking van Kant te lenen:
Niet-weten is de mislukking van het denken.
Dat klinkt niet best en het is ook niet waar, anders was het denken alsnog gelukt – dan wist je toch weer iets.
Je kan er ook een positieve draai aan geven:
Niet-weten is de triomf van het denken over zichzelf.
Of:
Niet-weten is het vermogen om de diepten van je verstandelijke onvermogen te peilen.
Of om nog dichter naar Kant toe te kruipen:
God is de mislukking van het denken.*
* God spreekt in de mislukking van het denken, dacht de Duitse denker om precies te zijn.
Dubieuze definities maar dat geldt voor alle definities van niet-weten, ze schieten steeds tekort. Wat in bovenstaande formuleringen bijvoorbeeld ontbreekt is de rol die angst speelt bij het niet-weten.
Ergens moet je de moed vandaan halen om toe te geven, aan jezelf en als je geluk hebt aan vertrouwde anderen, dat je denken mislukt is – dat je het allemaal niet meer weet en nooit geweten hebt. Dat is eng hoor, doodeng. Altijd heb je je verlaten op je verstand en nu heb je het verlaten, of het jou.
Maar eigenlijk is het nog veel enger om te pretenderen dat je weet. Al is de bluffer nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel. Achterhaalt de waarheid hem niet dan achterhaalt zijn angst dat de waarheid hem zal achterhalen hem wel. Kan niet missen.
Ik weet niet hoe het voor jou is maar voor mij is niet-weten eerder een kwestie van bang genoeg zijn dan van dapper genoeg zijn. Ik ben simpelweg te schijterig om de diepten van mijn onvermogen ongepeild te laten. Te kleinmoedig om mezelf nog langer wijs te maken dat ik het allemaal wel doorheb.
Bevers moeten knagen, knagers moeten beven tot ze zweven van welbehagen. Want dat is het gekke: je wordt er high van als je je schijnzekerheden systematisch afbreekt. Je wordt er high van als je eindelijk de gore moed vindt om angstig te zijn. Gekker nog, ik ben nu heel wat minder angstig dan toen ik nog zo stoer liep te doen.
Laat dit een opsteker zijn voor de hazenharten onder ons: voor niet-weten ben je nooit te bang.