Met een goede zin om vandaag de dag weer te beginnen stapte ik vanmorgen uit de mand. Ik had niet zo goed geslapen omdat Jan de Wind met een flinke kracht de Kloosterbunker geselde en het gebouw schudde. Normaal is storm in de mand heerlijk, zo lekker onder de dekens, nu gierde het, zo leek het, als in februari 1953.
Hoe dan ook, ik stapte de werkruimte van de Kloosterbunker binnen, om de koudeluchtbevochtiger bij te vullen met water. Het ding staat sinds gisteren op een houten zuil van 92 centimeter hoog, beschikbaar gesteld door mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, zij exposeert er normaal een door haar gemaakt kunstwerk op.
Bij de bevochtiger wierp ik een blik naar buiten, in de stadstuin en een weg die daar langsloopt. Dat had ik beter niet kunnen doen want net op dat moment passeerde daar een auto van de dienst ordehandhaving en moest ik geestelijk aangetast bijna opnieuw naar de mand. Ik hield me door grote wilskracht staande.
In een maatschappij moet er orde zijn, allerlei (wet)boeken en regels regelen dat. Ongeschreven gewoonten ook. De maatschappij ordent zelf zoveel mogelijk.
We zijn allemaal gebaat bij orde, niemand praat over de orde, we doen ons ding. Net als ademhaling. Soms wordt de orde verstoord en drijft politie te paard en volgelingen van de Mobiele Eenheid de meute uit elkaar en is de orde weer hersteld. Die paarden en ME dragen geen bordje met: ‘ordehandhaving’ omdat dat vanzelfsprekend is. Als het herstel is ingetreden verdwijnen de manschappen en paarden weer uit het straatbeeld. Zoals dat hoort in een democratie.
Er zijn ook anderen. Van die extra toegevoegde ordehandhavers, vaak boa’s, die rondrijden in auto’s met ’toezicht’, gekleed zijn in nepuniformen, ik zag er laatst een die zelfs rangonderscheidingsstrepen -3 streepjes- op een soort epaulet op zijn schouders had, een Moskouachtig uniform droeg met laarzen en een riem vol spullen om zich te verdedigen of de orde te handhaven, krijg ik hevige jeuk. Als ik ze zie denk ik altijd aan wanorde- die zij oproepen. Als de overheid deze controleurs inzet geeft ze aan aan de burgers: wij vertrouwen jullie niet.
In De Verrekijk werd er laatst een handhaver geïnterviewd, een jonge man nog, het gesprek ging over orde, ik geloof hoe kinderen een zogeheten avondklok zullen ervaren. ‘Wij zullen die orde natuurlijk handhaven’, zei de man op een zelfbewuste toon. Alsof die lui over niks anders kunnen praten, geïnjecteerd zijn met het ordehandhavingsvaccin. De jeuk neemt toe.
Het zou al heel wat schelen als de handhavers in clownspakken de straat op gingen, met flapschoenen, al is dat moeilijk rijden in die ordeauto’s. En de mensen aan het lachen zouden brengen, in plaats van in die Moskou-uniformen door de straten te patrouilleren op zoek naar de vijand. Geluk maakt liefdevol, een boa niet. Ze roepen alleen maar agressie op waardoor ze om pepperspray vragen om zich te kunnen verdedigen. Ze lopen ook vaak specifiek controlerend maar stralen geen gezag uit. Je hoort de mensen denken: Kon je niet meekomen op school?
Er komen er steeds meer, ik geloof nu al 30.000 in verschillende hoedanigheden. Ja, ook boswachters en brugwachters, maar die handhaven op een natuurlijke wijze, vind ik. Leven d ordehandhavers in kazernes?
Mogelijk komen er straks controlerende handhavers, die de huidige weer gaan controleren. Wie controleert de controleurs? En: zijn er regels voor die handhavers om een bepaald aantal bekeuringen per jaar uit te schrijven, quota? Is er eigenbelang om te handhaven? Huilen de ordehandhavers als ze niet 3000 maar maar 5 bekeuringen hebben uitgedeeld. Ik ken wel politiemensen die nooit een bon uitschrijven, nou ja, als het echt niet anders kan wel. Maar sporadisch.
Gisteren was ik ergens in Nederland bij mijn medisch pedicure om de hoeven te laten controleren. Zij kon alleen nog ernstige gevallen, onder wie ik, met een ingescheurde nagel, behandelen, zei ze. En elk moment konden er ongewapende controleurs binnen vallen om de noodzaak van de behandeling te controleren. Haar koffer was al gepakt. Mijn jeuk nam toe in die stoel in de Goelag Archipel.
Moedig voorwaarts!