Geen geest zo ruim als de lege geest. Daar past alles in, zelfs bekrompenheid. Je zou haast denken dat niet-weten een geestverruimend middel is. Maar dat is het niet.
Niet-weten, je kan het niet voorschrijven, je kan het niet innemen, het heeft geen halfwaardetijd, er ontstaat geen gewenning en het is nooit uitgewerkt. Tot nog toe niet tenminste. Als er al iets ontstaat, is het ontwenning. Hoe langer je met niet-weten leeft, hoe gevoeliger je ervoor wordt.
Niet-weten is dus geen geestverruimend middel of wat voor middel dan ook, het is gewoon geestverruimend. Zoals weten geestvernauwend is. Aangenomen dat er zoiets is als een geest en aangenomen dat hij verruimd en vernauwd kan worden – veronderstellingen waar een agnost zich liever niet aan waagt, ik tenminste niet.
Dat ‘geestvernauwend’ moet je dus ook niet letterlijk nemen, ik bedoel er alleen maar mee dat je denken een beetje benauwd kan worden door de stapeling van begrippen en meningen, ideeën en idealen in dat gedachtenpakhuis bovenop je atlas, draaier. Op het laatst kan je er je kont niet meer keren.
Vooral dogma’s zijn sta-in-de-wegs. Dat kunnen politieke dogma’s zijn zoals het communisme, het socialisme, het kapitalisme, het liberalisme en het fascisme, of religieuze dogma’s zoals het katholicisme, het protestantisme, het orthodoxe jodendom, het liberale jodendom, theravadaboeddhisme en zenboeddhisme, of filosofische dogma’s zoals…
Jeetje, wat zeg ik nou weer allemaal. Wil ik even uitleggen wat niet-weten is, ontstaat er uit het niets een hiërarchie van denkers met bovenaan de ruimhartige agnost en onderaan de bekrompen fundamentalist. Nou, dat is wel zo’n beetje het laatste wat ik wil beweren.
Zo’n beetje het laatste wat ik wil is iets beweren. Een beetje weetniet maakt geen onderscheid tussen geestverruiming en geestvernauwing, omdat zo’n onderscheid zijn denken onmiddellijk nauwer maakt terwijl…
Jeetje, wat zeg ik nou weer allemaal. Deze formulering is geen haar beter dan de vorige want zij bevestigt opnieuw het ideaal van ruimdenkendheid of anders wel het ideaal van een non-dualistisch denken dat ieder onderscheid op voorhand afwijst.
Misschien moet ik gewoon mijn mond houden over niet-weten, zul je zeggen, en laat dat nou precies zijn wat ik al die tijd gedaan heb.
Had je het door?