Mensenrechtendeskundigen van de Verenigde Naties hebben China deze week opgeroepen om de aanklachten tegen Anya Sengdra, een Tibetaanse gemeenschapsleider in de Tibetaanse autonome prefectuur Golog, Qinghai, die tot zeven jaar gevangenisstraf is veroordeeld voor het verstoren van de sociale orde, nadat hij online had geklaagd over corrupte ambtenaren, illegale mijnbouw en de jacht op beschermde wilde dieren, te laten vallen en hem vrij te laten.
De rapporteurs zeggen diep bezorgd te zijn door wat de criminalisering van het legale werk van een lid van de minderheidsgemeenschap en een verdediger van de rechten van de mens is.
Leden van de VN-werkgroep inzake willekeurige detentie zijn ook bezorgd over de rapporten van verslechtering van zijn fysieke en geestelijke toestand die toe te schrijvenzijn aan de slechte omstandigheden van zijn detentie.
De rapporteurs dringen er bij de Chinese autoriteiten op aan om hun verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht na te komen, onder andere door de aanklacht tegen Sengdra in te trekken. De mensenrechten van de Tibetaanse minderheid moeten volgens hen volledig worden gerespecteerd.
‘Tibetanen zoals Anya Sengdra worden beschouwd als helden in hun gemeenschap voor hun bereidheid om misstanden zoals milieuvernietiging en overheidscorruptie aan te pakken. Het is deze moed die de Chinese autoriteiten in paniek heeft gebracht en hem na een schijnproces heeft opgesloten, mishandeld en tot gevangenisstraf veroordeeld,’ zegt International Campaign for Tibet in Londen.