Je komt er ook als columnist niet onderuit: de Coronacrisis. Ik besloot om naar dezelfde supermarkt te gaan waar ik, waarschijnlijk zo door het universum of karma beschikt, al eerder vreemde ontmoetingen had met merkwaardige mensen.
Wie weet gebeurde er wel weer iets. Je weet maar nooit.
Ik liep, gewapend met m’n karretje zoekend tussen de schappen door en noteerde in gedachten wat er inmiddels al niet meer was. Omdat ik val in de categorie ‘kwetsbare ouderen’ hield ik in overeenstemming met het advies van de deskundigen zigzaggend zoveel mogelijk afstand. Dat bleek nog verdraaid moeilijk te zijn. Een vermoeid ogende moeder met een jengelend kind aan de hand deed niet eens meer moeite om welke afstand dan ook te bewaren. Het kon haar niets meer schelen, drukte haar bleke gelaat uit, terwijl ze met een ongeduldige ruk aan een armpje haar kind naar zich toetrok. Een aantal hamsteraars struikelden bijna over hun eigen winkelwagentjes, in hun haast om te graaien wat er nog te graaien viel. Twee dames in mijn leeftijdscategorie, waarvan er één merkwaardigerwijs een groezelig afgezakt mondkapje in haar hals droeg, stelden zich bij de grote koeling links en rechts naast mij op en bediscussieerden hun huiselijke voorraden, mij in stereo in het gezicht blazend. ‘Heb jij nog half om half?’ ‘ Nee, Jannes is op dieet en wil alleen mager.’ ‘Oh, kijk, zalm. Is dat niets voor Jannes?’ ‘Nee, dat lust hij weer niet,’ zuchtte de vrouw met het afgezakte mondkapje. ‘En hij vindt het te vet. Hij is soms zó lastig!’ Het zou me niet verbazen als er een echtscheiding in de maak was en ik zond naar Jannes in stilte veel sterkte. Afgezakt Mondkapje duwde me nog net niet opzij, toen ze vrijwel in mijn oor blies: ‘Pardon, mag ik even…’ Ik probeerde niet aan besmette druppeltjes te denken, hief mijn rechterarm naar mijn mond en hoestte krachtig. Dit had onmiddellijk het gewenste effect. Zij stoven gezien hun leeftijd met opmerkelijke snelheid bij me vandaan en ik geef eerlijk toe dat ik me licht euforisch voelde in mijn stille leedvermaak. Slecht? Ja, ik ben nog niet eens op een kwart van mijn Pad. De vrouwen staarden me met grote ogen aan. ‘Ja, het heerst, hè?’ glimlachte ik vriendelijk en controleerde vervolgens de inhoud van mijn karretje. Er lag ongeveer in wat ik nodig had, op keukenpapier na. Richting kassa stond een personeelslid toiletpapier en keukenpapier vanuit een verrijdbare stalen mand op de daarvoor bestemde pallet te stapelen. Ik plukte een pak van de stapel en werd daarbij gadegeslagen door een middelbaar ogende man, die eerst naar het pak keukenrollen staarde alsof het opgerold bankpapier was, waarna hij zijn vertoornde blik op mij richtte. Zijn bril met bruingevlamd montuur vergrootte het effect van gestrengheid nog. ‘Wel ja, graai maar lekker hoor, hamster maar flink!’ Hij klonk sarcastisch en niet bereid tot een redelijk gesprek.
Waar ik vandaan kom, is men gewend om direct en assertief te reageren. Soms ben ik dit – tot mijn eigen schade en schande – ook wel eens. Zonder aarzelen riep ik: ‘Tja, ik heb nogal een krachtige stoelgang, hè, dus ik heb extra groot toiletpapier nodig!’ De aanwezige fronslijnen in het gelaat van de nu duidelijk vertoornde man verdiepten zich. Hij draaide zich om en liep hoofdschuddend weg, met zijn tolerantievermogen in de rode cijfers. Deze Coronacrisis haalt naast veel goeds en solidariteit, ook niet altijd het allermooiste in mensen naar boven.
Ananda zegt
Ik merk op dat het inderdaad een wonderlijk gedoe is in de winkels, en ook gevaarlijk.
Ik heb nu twee keer luid en duidelijk de menigte toegesproken in de winkel.
Waarom?
Omdat niemand het doet en iedereen met een blik van “ik weet het ook niet” en “maar die andere mensen doen het ook” ronddwalen en rondbotsen. En ter plekke wordt door velen nog een nieuwe regel verzonnen waarbinnen je wel “even snel” langs iemand mag lopen of voor diegene in en langs mag graaien, maar alleen heb ik die regel via het rivm ofzo nog niet gehoord en daardoor verkramp ik en wordt soms woest als iemand die regel plots op mij toepast.
Nee mensen, we kunnen mekaar besmetten en mekaar en mekaars familie uitroeien en dat is alarmerend en vraagt om extreme maatregelen.
Ik kwam tussen 5 studenten terecht die allemaal op mijn plek moesten zijn, niet eens graaien, en in alle talen bespreken via mij, wat en hoe met de boodschappen. Op mijn opmerking “what is not to understand about keeping 1,5 meter distance” kwam zenuwachtig gelach, instemmend geknik en het commentaar dat we ook gewoon relax met mekaar moeten omgaan… Dat is dus ook de geestelijke stand van zaken in studenten en jongerenland, verdwazing.
Aan de kassa stond een zenuwachtige (wie niet deze dagen) mevrouw achter me die geen ruimte kon bewaren omdat ze al gedrukt ging staan in een rek en niet zelf een rij om dat rek heen begon. Ze deed haar best om achter haar sjaal te blijven onderwijl mij vragend aankijkend wat je dus niet moet doen want ik ga me ergeren of ik neem de leiding binnen ons kersverse samenzijn op dat onbewoonde vulkanisch actieve eiland van 1,5 bij 1,5!
Maar okee, toen ik mijn spullen ging inpakken schoof ze door voor de kassa in, terwijl ik nog terug moest om te pinnen (contactloos of met een alcohol doekje waarmee ik gelijk voor anderen dat apparaat schoonmaak)!
Dat was de druppel en ik gaf hardop aan, aan iedereen, dat dit een zeer ernstige situatie was en dat Albert Heijn miljoenen aan ons verdiend en ons nu zo achterlijk laat modderen in die winkels, dus dat de medewerkers echt geen enkel verwijt te maken valt en sterker dat het super is dat zij daar staan en hun leven wagen en ik laf en stiekem-achtig daar gebruik van maak en even snel kom hamsteren en me nog irriteer ook terwijl zij daar de hele dag in de hoest en hete adem zitten in al hun onschuld. Om je kapot te schamen, die kinderen horen ook gewoon thuis totdat vaststaat of je echt veilig bij wie dan ook in de buurt kunt zijn, laat die kinderen met een mondkap en bril en handschoenen boodschappen halen en brengen bij de deur van de supermarkt, dan zijn we samen goed bezig denk ik dan.
De mevrouw wilde een gebaar maken en bood me haar bonuskaart aan, wat haar wellicht ooit eerder gered heeft maar nu alles alleen nog erger maakte. Immers, ze dook op me af met haar bonuskaart en gezicht in haar sjaal en ik wilde helemaal niks meer dan weg, weg, weg (met mijn buit uiteraard).
Toen stapte de cassiere ook in de arena en wierp haar bonuskaart in de strijd teneinde mij tot bezinning (ja bezinning ja, in de echte wereld ditmaal) te laten komen en na een herhaaldelijk “bonuskaart, bonuskaart, ik heb hier ook de bonuskaart” roepend vanachter haar halve plastic scherm waar ik nu naast stond en haar dus gewoon naast me had zonder scherm, kwam ik langzaam terug in de realiteit en liet me troosten met wat bonuspunten en vooral alle instemmende begripvolle stralende blikken in de winkel. Crazy wisdom? Ja, gestoorde wijsheid. Of wijsheid in tijden van gestoordheid, wijze verstoring, zoiets, kan allemaal.
Al weken binnen en me houdend aan alle adviezen is het echt treurnis en dus ronduit gevaarlijk om even bij een multinational op bezoek te zijn. De schappen, ooit uitgekiend opdat je optimaal lang in de winkel blijft slenteren, zijn nu een last en niet afgestemd op de ons plots toegevallen behoefte om logisch te winkelen. Maar nu een heel winkelconcept op de schop doen ‘overnight’ voor de goede zaak, de klanten, het kapitaal, de toekomstvoorziening, dat doen de supermarkten ook niet. Nee bij plus blijf je eerst de kaas tegenkomen en pas aan de andere kant van de winkel de boter en yoghurt en dat blijft wennen en teruglopen en dat was perfect op de tekentafel ooit en het genereerde ook veel extra inkomsten, maar nu wil ik gewoon een deal met die winkel dat ik snel en veilig mijn boodschappen krijg en geen slimme foefjes om mij daar te houden, in wat kan blijken een mijnenveld met echte slachtoffers. Als mensen om de beurt de winkel in zouden mogen en dan afstand houden van, en rekening met degene voor je, dan weet ik zeker dat het voor iedereen goed voelt en een last van je afvalt en je je even ontspannen en helder kunt overgeven aan al het lekkers en nuttigs dat je gaat kopen.
Mensen hebben nu naast leiders ook kleuterjuffen nodig die ons helpen met onze eerste wankele stapjes in deze nieuwe wereld en die simpele duidelijk begrijpelijke aanwijzingen geven wat wel en wat niet kan, want uit onszelf doen we het niet goed en er is nu geen ruimte voor twijfel en over mekaars grenzen gaan, we kunnen het beste instant volwassen, wakker en verantwoord zijn, en praktisch en duidelijk, klaar, punt, uit.
Sterkte, en mogen er zo weinig mogelijk slachtoffers vallen en mogen er zoveel mogelijk effectieve leuke slimme oplossingen bedacht worden om een nieuwe balans te vinden voor alles en iedereen.
Ruud van Bokhoven zegt
De corona brengt heel wat te weeg buiten de ellende die het op zich al veroorzaakt, ontpopt de mens zich tot hoe hij in werkelijk is in deze westerse ik maatschappij.
Alles voor jezelf en nog meer als dat kan ondanks dat je genoeg hebt en een ander niet de kans gunnen.
Met volle winkelwagens de kassa voorbij lopen en de winkel geplunderd te hebben, ondanks dat er van alles genoeg is, hoe zou het gaan als dat laatste uitgeput raakt, dan is de hel pas echt los.
Mijn boeddhistische kennis laat juist nu het grote verschil zien als mens, hoe je in het leven staat als mens met je medemens, al had ik het liever niet het vergelijk gezien.
Namasté ?