In een straat waar mijn kleermaker woont, in een klein dorpje op het platteland, stapte ik uit de auto. Er kwam een klein jongetje over die straat op me afgelopen, blond haar, rond gezichtje, type Dik Trom, en hij huilde. Dikke tranen van verdriet biggelden over zijn wangen.
‘Waarom huil je’, vroeg ik, terwijl hij mij naderde. ‘Ik ben mijn papa kwijt en u moet mij helpen hem te zoeken.’ ‘Dat is heel erg, jongen, ik begrijp dat je er om moet huilen. Waar wonen papa en jij?’ Hij wees in de verte, de straat in. Inmiddels was de kleermaker binnen in de huiskamer voor het raam van zijn woning verschenen en bezag het straattafereel. Een grote man met een klein huilend kind. Ik overwoog geen moment om in het dorp met het kind aan mijn hand een vader te zoeken. Het dorp staat bekend om het rondrijden van andersdenkenden of afvalligen op mestkarren. Moest ik de politie bellen? Of de kleermaker wenken? Het jongetje keek mij afwachtend aan, het huilen was gestopt.
Ineens verscheen een ander, groter kind, verderop in de straat. Hij riep iets tegen de versie van Dik Trom. Wat, dat verstond ik niet, ik spreek geen dialect. ‘Kijk, daar staat een jongetje naar je te roepen, misschien weet hij wel waar je vader is en waar je woont,’ opperde ik. De kleine man verdween uit mijn zicht en de kleermaker opende de deur. ‘Wat was er aan de hand,’ vroeg hij. ‘Iemand was de weg kwijt’, antwoordde ik. ‘Wil je koffie,’ vroeg de kleermaker. Van zijn vrouw kreeg ik een koek. Ik overhandigde de kleermaker de lappen stof waar hij overhemden van maakt. ‘Dat is een tijd geleden’, zei hij. Ik beaamde dat.
Moedig voorwaarts!
Wouter ter Braake zegt
Het kleine meisje bij de kassa van Albert Heijn botste bijna tegen me aan en zei huilend: ‘ik ben mijn mama kwijt’. Wat onhandig stamelde ik ‘ik weet niet wie je moeder is’. Met een verontwaardigde uithaal riep ze ‘wel waar!’. Alom gegniffel en ik een vuurrood hoofd met een hulpeloze glimlach.
Rafael zegt
Kleine jongen ….
Ik raakte alles kwijt vanaf dag 1 van mijn bestaan, kreeg alleen het leven geschonken.
Jaren later kwam het besef; dat er niets verloren was.