Waar je maar kijkt, daar is het gelaat van God. Les je je dorst met water uit een kom, dan aanschouw je God in het water. Wie geen minnaar is van God, ziet zijn eigen beeld in het water.
Kijk verder dan je neus lang is. Kun je, als het beeld van de minnaar is opgegaan in de Geliefde, wel iemand anders in het water zien? Zeg me dat!
Rumi
Hans: Waar je maar kijkt, daar is het mysterie.
Zie je water in een kom, dan aanschouw je het mysterie van het water. Het mysterie van het zien. Het mysterie van waarneming op afstand.
Zie je jezelf in het water, dan aanschouw je het mysterie van je gelaat. Het mysterie van je ogen. Het mysterie van weerspiegeling, beeld in beeld.
Drink je het water uit de kom, dan proef je het mysterie op je tong. Het mysterie van je mond. Het mysterie van de smaak.
Draag je de kom in je handen dan voel je het mysterie in je vingers. Het mysterie van de kom. Het mysterie van gevoel. Het mysterie van je spieren.
Lees je deze zinnen, dan hoor je het mysterie in je hoofd. Het mysterie van de woorden. Het mysterie van klinken zonder klanken. Het mysterie van je geest.
Als je erover nadenkt, dan denk je het mysterie. Is er werkelijk zoiets als het mysterie of is het mysterie een gedachte in mij? Zie ik wonderen of zie ik mijn verwondering? Zie ik het wonder van mijn verwondering of bén ik verwondering misschien?
Is er werkelijk een mij of is dat maar een concept, een gevoel, een ervaring, een gedachte, ergens in of nergens in? Ook dat is het mysterie.
Zijn dit reële gedachten of zijn ze voor zichzelf begonnen? Ook dat is het mysterie.
Waar je maar kijkt, daar is het mysterie.
Ayah: Als je het mysterie God noemt, zeg je in wezen hetzelfde als Rumi.
Hans: Kun je, als alle denkbeelden opgegaan zijn in niet-weten, nog wel iets anders in de kom zien dan water?
Ayah: Tja.
Hans: Kun je, als alle denkbeelden opgegaan zijn in niet-weten, nog wel water in een kom zien?
Ayah: Waar je maar kijkt, daar is het gelaat van niet-weten.
Hans: Dat had je gedroomd.
Ayah: Hoezo?
Hans: Niet-weten is geen gezicht.
Wat zie jij overal? Jezelf? Het Zelf? God? De boeddhanatuur? Energie? Vergankelijkheid? Voordelen? Nadelen? Het mysterie? Dingen? Het zien van de dingen? De ziener van de dingen? Geest? Bewustzijn? Eenheid? Lijden? Liefde? Haat? Antwoorden? Vragen? Mensen die overal hetzelfde zien?
Denk je dat iedereen overal ziet wat jij overal ziet?
Zijn jouw beste vrienden mensen die ook overal zien wat jij overal ziet?
Zijn mensen die niet overal zien wat jij overal ziet blinden die de ogen geopend moeten worden?
Is datgene wat jij tegenwoordig overal ziet hetzelfde als datgene wat je vroeger overal zag en in de toekomst overal zult zien?
Stel je voor dat je nooit meer overal kon zien wat je nu overal ziet. Hoe voelt dat?