Laten we het eens over ‘kensho’ hebben, kensho is de gewaarwording van je Boeddhanatuur. De kernen van satori en kensho zijn gelijk en ze worden vaak synoniem gebruikt, maar er is een verschil: satori betekent begrip of begrijpen. Terwijl kensho ‘je ware natuur zien’ betekent. Er zit een verschil tussen iets zien of het je eigen maken, (voor zover dat met satori zou kunnen). Het zijn nogal abstracte begrippen die een ervaring van eenwording weergeven. Maar hoe kun je het alomvattende, de eenheid (eenwording), beschrijven, het is nergens mee te vergelijken, het omvat alles, er buiten treden is onmogelijk dan is het niet meer alles omvattend, dan sta jij buiten het alomvattende. Het enige wat ik over die ervaring kan zeggen is: ‘Je twijfelt er niet aan als je je vader op de markt tegenkomt’. Zo twijfel je ook niet als kensho je ten deel valt.
OK, tot zover het hersengekraak: het willen weten of begrijpen brengt je alleen maar verder van de ervaring en het inzicht weg.
Elke avond reciteren wij na de meditatie de vier geloften:
SHIGU SEIGAN MON
shu jo mu hen sei gan do
bon no mu jin sei gan dan
ho mon mu ryo sei gan gaku
butsu do mu jo sei gan jo
Ja, dat doen wij in het Japans. Waarom? Daar zijn twee redenen voor, mocht iemand van onze sangha in Japan in retraite willen gaan, dan stroomt diegene makkelijker in. Maar belangrijker is dat als je de tekst in het Nederlands zou doen je begrip zich vast kan grijpen aan de tekst en je daarmee belemmert in je ontwikkeling tot inzicht. Omdat alles constant in beweging is, ook je begrip en inzicht. Plus dat het samen reciteren essentieel is om tot eenheid te komen. Sutra’s reciteren is leren luisteren naar elkaar: wie doof is kan niet zingen. De vertaling is te allen tijde voorhanden en wie doof is kan meestal wel lezen.
Hoe ontelbaar alle wezens ook zijn,
ik beloof ze allemaal te redden.
Hoe onuitputtelijk mijn zinsbegoochelingen ook zijn,
Ik beloof ze allemaal te doven.
Hoe onmetelijk de dharma leerstof ook is,
Ik beloof de gehele dharma meester te worden.
Hoe oneindig het boeddhapad ook is,
Ik beloof het te volgen.
Wat heeft dit met kensho te maken, alles: geboorte en dood zijn de enige zaken die van belang zijn.
Alweer een tijd geleden zag ik op televisie een stel gevangenen van IS in oranje overalls op hun knieën zitten, handen op de rug gebonden. Achter iedere gevangenen stond een beul met een mes om ze op commando te onthoofden. Ik dacht: Stel dat één van die gevangenen zijn handen loskrijgt en hij tussen zijn benen door zijn beul aan zijn voeten onderuit trekt. Dan zijn mes en pistool bemachtigt, als een gek gaat schieten en tegelijk zijn buurmans handen lossnijd. Die verstijft, blijft zitten terwijl de schutter naar hem brult: ‘grijp een geweer, schieten, je bent al dood’. Wat gaat er door je heen als je een mes op je keel krijgt, je handen vrij krijgt? Denk je dan: ‘Hoe ontelbaar alle wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te redden’? Ik wil het leed in de wereld verzachten, ik eet geen vlees om het leed in de wereld uit te bannen. Hoe wou je ze redden als je dood bent? Waar blijf je dan met je ‘liefdevolle vriendelijkheid’. Als martelaar sterven? Hoe egotistisch is dat?
Tijdens de derde Ango, een driemaandelijkse training, begon alles om mij heen af te brokkelen. Wat ik ook probeerde: schrijven? Ik kreeg geen letter op papier. Oryoki-stijl eten? Mijn kommen kletterden met veel geraas op de grond, alles mislukte. In de meditatiehal werd het steeds maar donkerder, midden op de dag, geluiden verdwenen, ik rook de wierook niet meer. Ik dreef langzaam een zwart gat binnen er was niets meer. Mijn enige houvast was mijn kussen wat ik angstvallig vasthield. Hoezo loslaten ‘Go with the flow?’ Mijn leraar hield teisho’s over ‘Let body and mind drop off’. En er was geen lieve vader of moeder die het zwarte gat tegenhield: het grote niets vrat mij op. ‘Ik beloof alle levende wezens te redden’, wat nou, ik dreef langzaam het zwarte gat in, ik kon niet eens mijzelf redden.
Een klap op de kaihan, het klankbord in het portaal van de zendo was als een leeuw die brulde. Volledig door het geluid omhuld zat er niets meer tussen mij en de klap, ik was de grote beng op de kaihan, de sutra had nog nooit zo geklonken.
TSUTSU SHINDE TAISHUNI MOSHU
SEI SHIWA DAIJI NARI
HITOTSU TO SHITE EIEN NARU WANASHI
ONO ONO YOROSHI KU SHOGAKU SHUBESHI
TSU TSU SHIMITE HO ITSU SURUKOTO NAKARE
Iedereen die het pad beoefent luister:
Geboorte en dood zijn de enige zaken die van belang zijn
Tijd verdwijnt als sneeuw voor de zon
Daarom, wijd je aan je training en verspil je tijd niet. ‘Elke keer als erop geslagen wordt, vallen er houtsnippers naar beneden en wordt het midden van het houten bord een versplinterde kom, steeds dieper. Sinds de oudheid hoor ik dat er stilte is omdat ik mijn ogen open heb. Daarom slaat de godo met geweld op de kaihan, maar als zij denkt dat het tijd is om er een gat te slaan, is het elke keer nieuw voor haar.
Leven en dood,…hoe eindeloos mijn pad ook is, mijn tijd verdwijnt als sneeuw voor de zon.
Terwijl ik naar het houten bord luister, realiseer ik me dat mijn training niet lang zal duren en ik harder zal moeten werken, lichamelijk… Elke keer als ik buig, buigt in een steeds helder wordende mist Tangen Roshi naar mij en zegt: ‘Ik wacht met thee op je, hier in de duistere grot.’ Met andere woorden, het geluid van de kaihan is geen ceremonie. Het is een alarmbel, een waarschuwingssignaal, word wakker, tijd verlaat als een pijl de boog.
Na kinhin is er even tijd om thee te drinken, onder aan de trap staan theekopjes en de thee, ik schenk mijzelf een kom in en loop naar buiten. Ik kijk omhoog naar de wolkenmassa, regenwolken, ‘Unsui’: gedachten die als grillige vormen waar van alles in te zien is langzaam voort drijven. Ik laat ze als een paar versleten schoenen achter, de zwarte gaten, mijn kussen, Tangen Roshi met zijn thee… Ik heb al thee en een heerlijk plekje in de zon achter de zendo.
Nu, ruim 30 jaar later, houd ik tijdens de april-sesshin van 2019 een teisho over dit voorval, het is de zesde dag van de sesshin, en twee deelnemers zijn hier voor het eerst en een oudere man, ouder dan ik, doet mee. Ze zitten allemaal minimaal in Birmaanse zit, de oudere man in volle lotus, naast hem de jongere man die hier voor het eerst is. De oudere man inspireert hem om ook in volle lotus te zitten. Ze hebben allemaal de stap van hun leven gezet, deze stap kan hun nooit meer afgenomen worden. Mijn teisho ging over de duisternis die tijdens een sesshin in Japan opdoemde. Om mijn woorden kracht bij te zetten sloeg ik de kyosaku die Tangen Roshi mij 28 jaar geleden gaf in twee stukken op de tatami. Hij was gemaakt van het hout wat de kersenboom die voor de hondo in Bukkoku-ji stond gaf. Die kersenboom was oud en er was een groot stuk van afgebroken, hetgeen in planken is gezaagd en onder de tempel bewaard werd. Om hem voor verder verval te behoeden werd een dikke uitstekende tak met een bamboepaal ondersteund. Nu plak ik mijn gebroken kyosaku weer aan elkaar, gestut door schildersplakband.
En ik word ondersteund door methotrexaat en nog een handje vol pillen. ’s Avonds na de meditatie reciteer ik :
SHUJÔ MUHEN SEI GAN DO
BON-NO MUJIN SEI GAN DAN
HO MON MURYÔ SEI GAN GAKU
BUTSU DO MUJÔ SEI GAN JO.
Hoe ontelbaar alle wezens ook zijn, ik beloof ze allemaal te redden.
Hoe onuitputtelijk mijn zinsbegoochelingen ook zijn, ik beloof ze allemaal te doven.
Hoe onmetelijk de dharma leerstof ook is, ik beloof de gehele dharma meester te worden.
Hoe oneindig het boeddhapad ook is, ik beloof het te volgen.
Ik beloof alle levende wezens te redden.
Maar hoe kan ik ze redden als ze door de wekker heen slapen? Door de hele wereld vind je nonnen, monniken, kluizenaars, patriarchen en heremieten die op trommels tempelklokken en gongen slaan, op toeters blazen en kreten slaken om ons te wekken. Word wakker, je huis staat in brand. Waar dacht je dat die kyosaku voor bedoeld is?
De twee karakters betekenen,
警 ‘waarschuwing’ en 策 ‘maatstaf’. De kyosaku word omschreven als ‘waarschuwings-’ of ‘ontwakings- stok’ Ik heb de wekker aan brokken geslagen, gelukkig ligt er nog een op het Monju-altaar.
Misschien denk je ‘ja het is natuurlijk overdrachtelijk bedoeld, metaforisch’.
Vraag maar eens aan een 80-jarige hoelang haar/zijn leven geduurd heeft, tijd verdwijnt als sneeuw voor de zon, en je hoeft maar één levend wezen te redden, er is maar één levend wezen dat hoeft te ontwaken.
Het artikel ging over kensho: je ware natuur zien; het is hard werken om wat je daarin belemmert los te laten. Al je vooroordelen, aannames, beredeneringen en realiteitszin loslaten. Alles wat je kunt kwijtraken, verliezen of gestolen kan worden is niet werkelijk vanjou. Zaze-
Beoefening is ‘lichaam en geest’ loslaten. kensho is je werkelijke natuur inzien, je vastklampen aan lichaam en geest belemmeren je daar in. Dat is wat zen-beoefening is: ‘Los Laten’… Een grotere vrijheid is er niet.