Meester Tja zegt:
Wie Tja heeft, sluit zich nergens voor af.
Hij sluit zich nergens in op.
Kennis?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Meningen?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Verklaringen?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Theorieën?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Begrippen?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Woorden?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Ideeën?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Idealen?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Gedachten?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Gevoelens?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Fantasieën?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Ervaringen?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Oordelen?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Religies?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Tradities?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Rituelen?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Praktijken?
Hij sluit zich er niet voor af.
Hij sluit zich er niet in op.
Wie Tja heeft sluit zich nergens voor af.
Zo vermijdt hij dwaasheid.
Hij sluit zich nergens in op.
Zo vermijdt hij wijsheid.
Sluit hij zich toch ergens in op,
dan sluit hij zich daar niet voor af.
Sluit hij zich toch ergens voor af,
dan sluit hij zich daar niet in op.
Geïnspireerd door hoofdstuk 81 van de Daodejing