Meester Tja zegt:
Eens heb ik een ervaren krijgsman horen zeggen: ‘Ik durf niet te beginnen, ik wacht liever af.’ Een andere zei: ‘Ik durf niet af te wachten, ik begin liever.’ Een andere zei: ‘Men moet beginnen én afwachten.’ Een andere zei: ‘Men moet afwachten noch beginnen.’
Zo heb ik ook een ervaren krijgsman horen zeggen: ‘Ik durf geen duim vooruit te gaan, ik ga liever een voet terug.’ Een andere zei: ‘Ik durf geen duim terug te gaan, ik ga liever een voet vooruit.’ Een andere zei: ‘Men moet achterwaarts vooruit gaan.’ Een andere zei: ‘Men moet naar voren noch naar achteren gaan.’
Zo heb ik ook een ervaren krijgsman horen zeggen: ‘Men moet voorgaan zonder gaan.’ Een andere zei: ‘Men moet gaan zonder voorgaan.’ Een andere zei: ‘Men moet gaande voorgaan.’ Een andere zei: ‘Men moet gaan noch voorgaan.’
Zo heb ik ook een ervaren krijgsman horen zeggen: ‘Men moet dreigen zonder de armen te strekken.’ Een andere zei: ‘Men moet de armen strekken zonder dreigen.’ Een andere zei: ‘Men moet dreigen en de armen strekken.’ Een andere zei: ‘Men moet dreigen noch de armen strekken.’
Zo heb ik ook een ervaren krijgsman horen zeggen: ‘Men moet opdringen zonder weerstand te wekken.’ Een andere zei: ‘Men moet weerstand wekken zonder op te dringen.’ Een andere zei: ‘Men moet weerstand wekken en opdringen.’ Een andere zei: ‘Men moet weerstand wekken noch opdringen.’
Zo heb ik ook een ervaren krijgsman horen zeggen: ‘Men moet aangrijpen zonder te wapenen.’ Een andere zei: ‘Men moet wapenen zonder aan te grijpen.’ Een andere zei: ‘Men moet wapenen en aangrijpen.’ Een andere zei: ‘Men moet aangrijpen noch wapenen.’
Zo heb ik ook een ervaren krijgsman horen zeggen: ‘Goed dat ik ten strijde ben getrokken.’ Een andere zei: ‘Was ik maar thuis gebleven.’ Een andere zei: ‘Ik had thuis ten strijde moeten trekken.’ Een andere zei: ‘Was ik maar ten strijde getrokken noch thuisgebleven.’
Zelf deed ik er het zwijgen toe.
Ik had geen ervaring.
Geïnspireerd door hoofdstuk 69 van de Daodejing