Wat is er zo boeiend aan het spel dat ik er niet over uitgeschreven raak? ‘Speltherapie voor verward Nederland‘ is mijn zevende boek over spel sinds ik met pensioen ben.
De titel zegt het al: ik denk dat spel een soort therapie aanreikt.
Spel zorgt voor een dubbel perspectief. Dat kennen we van sport en gezelschapsspel. Je kunt helemaal opgaan in het spelperspectief, maar je hebt weet van de wereld die wacht na de speeltijd.
Een dubbel perspectief zit ingebouwd in het spel. Elk spel moet in volle ernst gespeeld worden, maar er is altijd ook een ontspannende knipoog, een verstopte glimlach.
Dat dubbele perspectief zit ook in iedere krantenlezer. Je bent bijvoorbeeld bezorgd over hoe het gaat in de wereld, maar je hoopt op betere tijden, zelfs tegen beter weten in.
Twee perspectieven kunnen ook aanleiding zijn tot conflict. Onze samenleving weet geen raad met de nieuwe diversiteit die is ontstaan door individualisering, globalisering en immigratie. Hoe diverser de samenleving is, des te meer kans op polarisatie en op conflict tussen tegengestelde perspectieven.
Het debat rond Zwarte Piet woedt dit jaar opnieuw en nog heviger. Groter is de tegenstelling tussen nationalistisch populisme en een wereldwijd menselijkheidsperspectief. En over religie en atheïsme zijn we ook nog steeds niet uitgepraat. Of over de verdeling van welvaart en het neo-liberalisme. Of over geweld en geweldloosheid.
Maar hoe werkt de speltherapie?
Kort gezegd: Hanteer het dubbele perspectief als relativerende remedie. Verplaats je in de ander. Riskeer te begrijpen en ervaren wat de ander zegt, doet en voelt. Luister stereofonisch. Durf in gesprek te gaan en naar jezelf te kijken door de ogen van de ander. Vergelijk elkaars manier van betekenis toekennen. Verken het waardenpatroon erachter. Zoek de levensbeschouwelijke verdieping.
Er is nog een bonus: Zelfs als je met jezelf overhoop ligt, kan het dubbele perspectief van de speltherapie je helpen.
Dus kortom: wat mij betreft, gaat iedereen in speltherapie!