Raar vind ik het dat je thuis en op school wel leert wat je zult tegenkomen als je naar het noorden, zuiden, oosten of westen afreist, maar niet wat zich in de krochten van je geest afspeelt en hoe je daarmee om moet gaan.
Liefde laat je niet wachten
Beste Hans,
Graag zou ik je interviewen voor het tijdschrift puntje-puntje-puntje over het thema ‘Liefde is de Weg’.
Beste Katja,
Spannend! En, wat is liefde volgens jou? Is liefde? Heb jij een geliefde? Ben je liefdevol? Wat is de weg, denk jij? Is er een weg? Waar wil je heen of weg?
Katja: Het is de bedoeling dat ik de vragen stel, Hans.
Hans: O, dat wist ik niet. Wiens bedoeling eigenlijk? Valt daar nog over te praten of is het bij decreet vastgesteld?
Katja: Mijn bedoeling. De reden dat ik je benader, bedoel ik. Ik wil een vraaggesprek met jou over de Liefde en de Weg.
Hans: Sorry, ik dacht dat we al begonnen waren.
Katja: En wat is daarop je antwoord?
Hans: Over de Liefde en de Weg heb ik niets te melden, of je moet dat vermeldenswaardig vinden. Wel komen er ondanks jouw bedoeling nog wat vragen in me op die ik gesteld wil hebben voor ik me eventueel in de hoek van geïnterviewde laat schilderen.
Wat betekent het thema voor jou persoonlijk? Zit het je hoog of ben je eruit? Als je eruit bent, waarom wil je er dan nog over praten? Als het je hoog zit, ben ik dan wel de juiste persoon om mee te praten?
Katja: Je begrijpt het niet, Hans. Dit is een kans, ik bied jou een platform om over jezelf te praten.
Hans: En jij dan? Probeer je buiten schot te blijven? Ik bied je de kans om uit je rol van interviewer te stappen. Durf je dat?
Katja: Zondag ben ik de hele dag in Amsterdam. Zullen we wat afspreken? Zeg maar waar en wanneer, ik trakteer.
Hans: Waarom wachten? Brand maar los.
Liefde is geen interview
Katja: Waarom doe je zo moeilijk? Ben je bang voor een echt gesprek onder vier ogen?
Hans: Niet dat ik weet. Ik voer iedere dag echte gesprekken onder vier ogen, urenlang. Ook een correspondentie kan een echt gesprek zijn, al lijkt het een uitstervende kunst. Ben jij bang voor een echte correspondentie?
Katja: Waar ben je bang voor?
Hans: Ik ben overal bang voor. Jij?
Katja: Interessant. Ik dacht dat jij nergens bang voor was.
Hans: Vreemd. Ik ken niemand die nergens bang voor is.
Katja: Waarvoor dan?
Hans: Voor mensen die denken dat ik nergens bang voor ben, bijvoorbeeld.
Voor mensen die geloven dat er mensen zijn die nergens bang voor zijn.
Voor mensen die nooit antwoord geven.
Voor mensen die aandringen.
Voor mensen die zich verschansen in een rol, bijvoorbeeld die van interviewer.
Katja: Dat is mijn vak.
Hans: Voor mensen die een afspraak willen maken in plaats van een gesprek aan te gaan waar en wanneer het ontstaat.
Voor mensen die me willen interviewen in plaats van een echt gesprek te voeren.
Katja: Een interview is toch ook een echt gesprek?
Hans: Een interview is een geregisseerd gesprek dat de interviewer een publicatie oplevert en de geïnterviewde publiciteit. Niet belangstelling maar eigenbelang brengt ze bijeen. Er wordt een toneelstukje opgevoerd en dat voel je meteen.
Waar ik bang voor ben in de omgang met mensen is niet intimiteit en vertrouwelijkheid maar doelgerichtheid en omzichtigheid. De beleefdheden, de vleierij, de schone schijn. Niet kunnen zeggen wat er in je opkomt, steeds op je hoede moeten zijn. Manoeuvreren en manipuleren. Doen alsof, dáár ben ik bang voor, niet voor een echt gesprek.
Katja: Wat versta jij dan onder een echt gesprek?
Hans: Een echt gesprek voer ik met mijn lief. Lucienne is iemand met een – voor mij – volkomen open geest, aan wie ik me helemaal bloot durf te geven en die zich, voor zover ik weet, helemaal aan mij bloot durft te geven. Zonder terughoudendheid, zonder touwtrekkerij, zonder gelijkhebberij. Zonder vooropgezet doel of plan, zonder agenda. Een vrije, dynamische uitwisseling waarvan de afloop niet van tevoren vaststaat.
Ons gesprek loopt al meer dan dertig jaar van hot naar haar en het gaat maar door, dag in dag uit, dus ik weet waar ik het over heb. Jij?
Katja: Hoe doen jullie dat?
Hans: Het is niet iets wat we doen. Geen houding, techniek of vaardigheid. Niet iets waarover we vrij kunnen beschikken en dat in onze andere contacten goed van pas komt. Niet iets wat zich laat formaliseren, instrueren of praktiseren. Het was er vanaf de eerste minuut, nog voor we verliefd werden of elkaar liefhadden. Spontaan en uit het niets. Verklaar dat maar eens.
Grote liefde, kleine vriendenkring
Katja: Gaat al dat praten met dezelfde persoon op den duur niet vervelen?
Hans: Tot nu toe niet. Terwijl we heus niet van die slimme of diepe gedachten hebben. Maar ze komen wel uit onze tenen.
Weet je dat ik sinds ik Lucienne ken nooit meer eenzaam ben geweest? Eenzaamheid is voor mij alleen nog maar een verre herinnering. Terwijl ik vroeger altijd dacht, nee, wist, dat het bij het bestaan hoorde, dat iedereen diep vanbinnen eenzaam was, onvermijdelijk. Projectie, zeg ik achteraf.
Als je niet meer eenzaam bent, hoef je ook niet zo nodig met Jan en alleman te rollebollen. Door dat eeuwigdurende dwaalgesprek met Lucienne is mijn behoefte aan intimiteit met anderen sterk afgenomen. Wie thuis lekker eet, hoeft niet meer zo nodig de deur uit, ik tenminste niet.
Katja: Over uitgaan gesproken, laten we wat afspreken. Ik trakteer.
Hans: Doe dan maar het Amstelhotel.
Katja: Haha.
Hans: Het Okura dan?
Katja: Nooit meer eenzaam, echt waar?
Hans: Vroeger smeerde ik mezelf uit over tientallen mensen, zoals zij zich op hun beurt uitsmeerden over tientallen, soms honderden anderen. Een groot netwerk, dat was en is de norm. Intimi, familie, vrienden, kennissen in uitdijende kringen.
Met de een ging ik hardlopen, met de ander dansen. Met de een kon ik over seks praten, met de ander over de dood. Toch was ik eenzaam. Ik voelde me door niemand helemaal gezien en er was niemand die zich helemaal aan mij liet zien, alleen maar stukjes. Nu zijn die tientallen mensen verenigd in een en dezelfde persoon, in wie ik alle afwisseling vind die ik nodig heb. Ken je dat?
Katja: Sommigen noemen dat eenkennigheid.
Hans: Je hebt allemansvrienden, eenmansvrienden en kluizenaars. Waarom zou iedereen hetzelfde moeten zijn? Waarom zou je je hele leven dezelfde moeten zijn? Misschien smeer ik me na Lucienne’s dood weer uit over tientallen mensen, eet ik iedere dag in een ander restaurant, roem ik de variatie en noem ik dat liefde.
Katja: Maar op dit moment heb jij geen behoefte om alles met iedereen te delen.
Hans: Mijn behoefte om alles wat er in me omgaat met iemand op deze aardbol te delen is onverminderd groot. Mijn behoefte om het nog een keer te delen met iemand anders is evenredig klein.
Alleen het niet-weten wil ik met iedereen delen. Niet om het over te dragen, ik zou niet weten hoe, maar om ervan te getuigen, erover te klagen of te jubelen, net wat er komt.
Liefde is niet normaal en niet gek
Katja: Waarom wil je wel met je vrouw praten en niet met mij?
Hans: Die geeft tenminste antwoord.
Katja: Dat is toch geen reden om een gesprek met mij uit de weg te gaan?
Hans: Wat zijn we nu aan het doen dan?
Katja: Ik vraag maar een uur, geen dertig jaar.
Hans: Dat uur is allang op.
Katja: Wat is dat toch, die behoefte om alles met iemand te delen?
Hans: Wat is dat toch, die behoefte om mensen te interviewen?
Katja: Jij vind het niet raar om almaar je diepste gedachten op tafel te gooien.
Hans: Ik vind het raar om almaar je diepste gedachten onder tafel te houden. Ik vind het raar om je leven lang met geheimen rond te lopen en voortdurend op je woorden te passen, zelfs achter je eigen voordeur.
Raar vind ik het dat je in de eenentwintigste eeuw nog steeds niet vrijuit kunt spreken over je abortus. Over je salaris, je bezit. Over je blunders, alles waarvoor je je schaamt. Over je angst dat je van het dak of voor de trein zult springen. Over je behoefte om op iemand te pissen. Over je incestueuze fantasieën. Over je pedofiele of necrofiele neigingen. Over je stille wanhoop. Over je brandende jaloezie. Over het gevoel dat je in een verkeerd lichaam zit. Over je verlangen om onmogelijk dun te worden of onzichtbaar te zijn of er niet meer te zijn of wat er ook maar in je leeft.
Raar vind ik het dat je thuis en op school wel leert wat je zult tegenkomen als je naar het noorden, zuiden, oosten of westen afreist, maar niet wat zich in de krochten van je geest afspeelt en hoe je daarmee om moet gaan.
Katja: Niemand bereidt je voor op je eigen gekte.
Hans: Met gekte heeft het niets te maken. Dat denk je maar omdat iedereen net doet of hij normaal is.
Katja: Iedereen is gek.
Hans: ‘Gek’ is een stigma en ‘normaal’ is een stigma. Stigma’s zijn dooddoeners, vraag maar aan Jezus. Gaten van woorden die blijven lekken. Voor mij is niemand normaal of gek. Ziedaar de grond van een gesprek dat nergens heen gaat en bij gebrek aan conclusies nooit eindigt, zelfs als er even geen woorden zijn.
Liefde is geen doen
Katja: Sorry, ik ben de draad kwijt. Waar hebben we het over?
Hans: Dat niemand je voorbereidt op je innerlijke leven, dacht ik. Ook religies niet. Die leren je denken in termen van goed en kwaad, juist en onjuist, schuld en boete, werkelijkheid en illusie, relatief en absoluut, ego en zelf, atman en anatman, gebod en gebed, onderdrukken en overstijgen. Gewoon luisteren is er niet bij.
Heb je rare gedachten? Ga maar op je kussentje zitten.
Heb je het moeilijk? Concentreer je op je adem.
Ben je boos? Doe mettameditatie.
In de katholieke kerk mag je bij de gratie Gods vijf minuten biechten bij iemand die een toonbeeld van vroomheid lijkt maar dat waarschijnlijk niet is.
Bij Leven in Aandacht van Thich Nhat Hanh mag je bij de gratie Boeddha’s even dharma delen met de groep zonder dat iemand iets terugzegt.
Bij de Quakers mag je tijdens de unprogrammed worship eventjes iets delen met je zwijgende geloofsgenoten.
Ik moet de eerste leraar of priester nog tegenkomen die toegeeft dat hij na zijn bezegeling nog altijd, zeg, geil, drankzuchtig, hebzuchtig, heerszuchtig is, dat hij onverminderd geniet van de aandacht van al die goedgelovigen om hem heen, dat hij zich iedere dag opnieuw beter, groter, kalmer, wijzer en diepzinniger voordoet dan hij is.
Ik moet de eerste leraar of priester nog tegenkomen die, al is het maar één keer, publiekelijk erkent dat hij ook maar een mens is, nog steeds een mens is, altijd een mens zal blijven, net als iedereen. Die dát tot het speerpunt van zijn onderricht maakt.
Maar nee, liever prevelt hij tienduizend keer het Onze Vader of de bodhisattvageloften die zijn verlossersrol rechtvaardigen en zijn heiligheid onderstrepen. Wat voor voorbeeld geef je dan?
Katja: Nou nou.
Hans: De wereld is tot op een meter nauwkeurig in kaart gebracht door satellieten, Google Maps wijst je overal de weg, maar voor de binnenwereld is er geen kaart, geen routebeschrijving, geen reisplan, geen nooduitgang. Niemand vertelt je hoe je al die gedachten, gevoelens, verlangens, fantasieën, dromen en nachtmerries moet duiden en dulden en doden.
Met iemand die je vertrouwt en liefhebt je lichaam en geest verkennen is dan een groot goed. Al je gedachten delen, al je geheimen prijsgeven, wat er ook van komt. Een heerlijke, eerlijke, spontane, vrije vorm van interactieve introspectie. Die ik te allen tijd verkies boven voorgeschreven vormen van meditatie, contemplatie, recitatie, ritueel, biecht en gebed. Boven alle beroepsmatige gesprekken met leraren, meesters, priesters, ouderlingen, lama’s, coaches, consulenten, therapeuten, psychologen, psychiaters, persoonlijk begeleiders, maatschappelijk werkers, ervaringsdeskundigen, lotgenoten en niet te vergeten het legioen van interviewers dat er iedere dag op uitgestuurd wordt om de media vol te krijgen.
Saampjes alle spoken van alle kanten belichten, niet één keer maar telkens weer, tot ze hun massa verliezen en doorzichtig worden. Je gedachten net zolang tegen het licht houden tot je er dwars doorheen kijkt. Sangha voor twee, satsang privé, wei wuwei, holadiee.
Katja: En waar leidt dat toe? Waarheid? Non-dualiteit? Nirwana? Niet-weten?
Hans: Als het ergens toe moet leiden, is het geen dwaalgesprek meer. Delen is geen weg. Liefde is geen doen. Denk ik nu eventjes. En zie die gedachten meteen weer doorzichtig worden.
Katja: Oké, dank voor je toelichting. Mocht je toch nog een echt gesprek over het thema ‘Liefde is de Weg’ willen, laat het me dan weten. De deadline is half november.
Nota bene: een dwaalgesprek kun je ook in je eentje voeren. De innerlijke monoloog van een agnost is gewoon een dwaalgesprek voor één persoon. Ook daar komt geen eind aan – tot nu toe niet.