Binnen de grootste boeddhistische sekte van Zuid-Korea, de Jogye Order, is een heuse machtsstrijd aan de gang. De oorzaak is gelegen in het feit dat enkele kloosters die het geld en de macht binnen de sekte controleren, botsen met de rest na het uitbreken van de corruptieschandalen rond de vorig jaar gekozen president Seoljeong van de orde. Zijn opponent is de hooggeplaatste monnik Seoljo (88), ook verbonden aan de orde en al 40 dagen in hongerstaking.
Beiden zijn iconische figuren die twee tegengestelde facties vertegenwoordigen. Seoljeong wordt afgeschilderd als een vertegenwoordiger van de orthodoxe hoofdstroming en de gevestigde belangen van de sekte, terwijl Seoljo een criticus is van het volgens hem egoïstische, ethisch gebrekkige leiderschap.
Vorige week zei Seoljeong dat hij snel zou besluiten of hij als leider af zal treden, na het verzamelen van meningen van andere boeddhistische leiders. Hij zei die functie niet langer te ambiëren. Seoljo reageerde daarop door te zeggen dat hij de ontwikkelingen zal afwachten en dan zal beslissen of hij zou stoppen met vasten of niet.
Seoljeong wordt er onder meer van beschuldigd een geheime relatie met een vrouw te hebben gehad bij wie hij ook een dochter heeft. De Jogye Order ontkent dit echter op basis van een audiobestand waarin de vrouw zegt dat ze is verkracht door een andere man. Ook zijn er beschuldigingen dat Seoljeong activa heeft verborgen op naam van zijn broer. Dat ontkent de monnik weer.
De boeddhistische monnik wilde zich echter niet aan een DNA-test onderwerpen om uit te sluiten dat de jonge vrouw ook zijn dochter is. Te midden van de aantijging zei Seoljo, de voormalige hoofdmonnik van de Bulguk tempel in de provincie Noord-Gyeongsang, dat het feit of de voorzitter van de Jogye Orde al dan niet een kind heeft, een secundair probleem is maar dat er wel vragen zijn over de geloofsbrieven van Seoljeong als boeddhistische geestelijke.
Seoljo beweert dat Seoljeong geen boeddhistische monnik is omdat hij niet geordineerd is omdat in Zuid-Korea alleen monniken geordineerd worden van twintig jaar en ouder. In 1962, het jaar van zijn wijding, was Seoljeong 18 jaar oud. Volgens Seoljo is Seoljeong in technisch opzicht geen monnik en komt hij niet in aanmerking voor de hoogste baan binnen de Jogye Orde.
De moderne geschiedenis van het Koreaanse boeddhisme staat bol van de -soms gewelddadige- strijd tussen facties. Net als boeddhistische monniken en nonnen in andere landen mochten boeddhistische monniken in Korea niet trouwen. De traditie veranderde na de Japanse annexatie van Korea. Onder invloed van het Japanse boeddhisme, dat het mogelijk maakt dat kloosterlingen trouwen als ze eenmaal geordineerd zijn, nam het aantal getrouwde boeddhistische kloosterlingen in Korea toe die steeds machtiger werden en de leiding van 25 tempels van Jogye Orde overnamen.
In 1954 beval de toenmalige president van de orde, Syngman Rhee, een zuivering aan. Gesteund door de presidentiële steun voerden traditionele kloosters een strijd tegen gehuwde monniken die de leiding van de tempels hadden overgenomen. Ze huurden zelfs bendes in die in veel tempels het roer overnamen. Dat duurde tot 1962, toen ordepresident Chung-hee de facties toestond om tijdelijk gehuwde kloosterlingen toe te staan. Sommige bendes die werden opgeroepen voor de factiestrijd, bleven ondertussen in tempels en sommige kregen boeddhistische wijding na de training.