De afgelopen zondag door de Boeddhistische blik bij de KRO NCRV uitgezonden film Prison Pioneers van Ulrike Helmer over het werk van de boeddhistische geestelijke verzorgers in de gevangenis en andere justitiële inrichtingen in Nederland roept vragen op. Zoals wat doet dit werk met de geestelijke verzorger zelf als gevaarlijke criminelen in de gedwongen beslotenheid van een gevangenis hun hart luchten bij een bgv ’er? Krijgen ze ondersteuning? Haken ze af? Het accent ligt nu vooral en te veel bij de gedetineerden. Hoe lig je vandaag?
Waarom is alleen Nelleke van Zessen met de camera gevolgd en niet de andere boeddhistische geestelijke verzorgers waarvan enkelen al vanaf het begin van de boeddhistische geestelijke verzorging in gevangenissen actief en pioneers zijn. Wat hebben de veroordeelden die in beeld komen op hun kerfstok? Waarom worden de locaties buiten de gevangenis niet benoemd, zoals het Maitreya Instituut in Loenen en een pleintje voor de Grote- of Laurenskerk in Rotterdam, voor zo ver ik dat kon zien. Het zijn vragen die de gewone kijker, waar de film toch voor bedoeld is, zich zal stellen.
Het persbericht: Achter de hoge muren van de gevangenis komt elke maandag een groep gedetineerden bij elkaar om mee te doen aan een cursus mindfulness. Een unieke inkijk in de gevangenis over de impact van mindfulness en meditatie op gevangenen en het werk van de eerste boeddhistisch geestelijk verzorgers in Nederland. ‘Zoals je spieren kunt trainen kun je ook je mentale kracht trainen’, spreekt Nelleke van Zessen de groep toe. Voor de gedetineerden is zij ‘de boeddhist’. Nelleke is een van de negen boeddhistisch geestelijk verzorgers die sinds 2011 gevangenen begeleiden vanuit een boeddhistische levensvisie.
Geestelijk verzorgers vormen belangrijke vertrouwenspersonen binnen de gevangenis. Hier kunnen de ingeslotenen terecht met wat hen echt bezig houdt. De gedetineerden hebben zeeën van tijd om na te denken sinds ze zijn opgesloten en hebben vaak een verleden dat zwaar op hun geweten drukt. In privé gesprekken kunnen zij hun dilemma’s en angsten op tafel leggen. Dit zijn vaak heftige en emotionele gesprekken, stelt het persbericht, dat heftiger is dan de film.
De film zelf: De gedetineerden met de gefingeerde namen komen niet helemaal in beeld, de kijker ziet halve hoofden en lichamen en hoort de gevangenen praten. Maar een film is geen radio hoorspel, beeld is geen ondersteuning van het geluid en na enkele halve gevangenen gezien en gehoord te hebben verlang je naar meer, al is dat niet erg boeddhistisch. Nelleke van Zessen loopt door een cellengang en maakt een raampje in een celdeur open. Ze maakt een praatje met een man- er komen geen vrouwelijke gedetineerden voor in de film, achter de deur die blijkbaar een vogel in zijn cel heeft. Vogel heet het dier. Het beeld blijft steken bij Nelleke en de stem van de man achter de deur.
Ulrike Helmer heeft de technische mogelijkheid om deze situatie beter te visualiseren, zoals er ook elders in de film momenten zijn om dat te doen als gedetineerden over de meditatie en gevoelens vertellen. Het blijft nu minutenlang steken bij halve lichamen, halve hoofden, met soms wel een fraai beeld van handen met geschaafde knokkels. Ik vroeg me af: slaat die man uit woede tegen zijn celmuur? Mishandelt hij anderen? Maar vooral wilde ik ander beeld zien dan die halve bajesklanten, ook al was dat waarschijnlijk niet toegestaan. Waarom wordt er geen ondersteunend beeld toegevoegd. Beelden van buiten, de omgeving van de gedetineerden, hun milieu, gedachtenkronkels. Die halfheid begon mij te ergeren. Een gedetineerde vertelt dat het hem moeite kost om te luisteren naar het geluid in zijn omgeving, omdat hij buiten de inrichting een beroep heeft waar hij geluid buiten sluit. Welk? Geen idee.
Helmer kan beter, maakte nu een gelikte film van voorspelbaarheid. Een cellengang, celdeuren, tralies, meditatieruimte, enkele cipiers, opknappende boeven, begripvolle bgv’ers, dan weer met de camera naar buiten naar Loenen waar het hoofd van de boeddhistische geestelijke verzorging Varamitra tijdens studiedagen in een ruimte van het Maitreya Instituut met boeddhistische geestelijke verzorgers bijeen komt. Varamitra vertelt over het ontstaan van de bgv, ‘een groot project’, de deelnemers over hun insteek om dat te praktiseren. Dan wordt er weer gedraaid in de gevangenis en weer buiten in een koffiezaak Heilige Boontjes- vermoedelijk in Rotterdam, waar stagiaire boeddhistische geestelijk verzorging Guido flyers bekijkt die daar zijn neergelegd om het werk van de bgv en boeddhistische meditatie onder de aandacht te brengen van aan wie daar behoefte aan heeft. Helmer duikt op op het pleintje voor de Laurenskerk? waar gesproken wordt met ex-gedetineerden van de meditatiegroep ‘Met aandacht buiten’ die vertellen over het effect van meditatie in de gevangenis. En laat Nelleke en Guido aan het woord.
Zo kabbelt de film door. Waar zijn de heftige en emotionele gesprekken waar in het persbericht melding van werd gemaakt? Mediteren de gedetineerden ook ‘op’ cel, zoals Nelleke adviseert, om de mentale kracht te trainen. Wat is het maatschappelijk effect van de inspanning die de bgv levert? Of mag je zo niet denken? Hoe boeddhistisch zijn die gedetineerden? Nemen ze toevlucht? Lezen ze boeddhistische lectuur? Van mij hoeft dat niet per se maar ik wil het wel weten. Of gaat het ze alleen om de mindfulness meditatie waarvoor ze ook bij het Zilveren Kruis terecht kunnen?
Af en toe krijg ik de indruk tijdens het bekijken van de film dat de gedetineerden een examen wordt afgenomen. Over de stand van zaken, hoe ver ze zijn in hun training. Guido: We zitten aan het eind van de training, heb (je) ik geleerd? Je hoeft niet op zoek te gaan naar een antwoord, zegt hij ook nog tegen de gedetineerde. Hier spreekt de leraar die erkenning wil voor de uren die hij doorbrengt in de bajes. Er valt niets te bereiken, al mediteer je je suf.
Ik mediteer al decennia- en dat is helemaal geen verdienste, maar nog nooit heeft een leraar aan mij gevraagd: wat heb je geleerd? Ik zit niet om te leren maar om te ervaren hoe het is als ik niet leer, als het wat leger en rustiger wordt in de geest. Door juist niet te leren maar gewoon te zitten. Zitten en nog eens zitten. Ik vroeg eens aan Sodis Vita, boeddhistisch kunstenaar die al bijna haar hele leven mediteert. Wat heeft het je gebracht, die lange dagen, weken, maanden en jaren zitten? Niets, zei ze. Er verdween juist veel.
Prison Pioneers is zeker geen onaardige film. Nelleke van Zessen zegt daarin op een gegeven moment: Het vraagt energie om een nieuw (ongebaand) pad te belopen, het vraagt toewijding en scheppingskracht. En dat miste ik wel een beetje in Prison Pioneers.
Herhaling: woensdag 15 november om 00.00 op NPO2.
Regie: Ulrike Helmer
bart zegt
Een film die de compassie van de boeddhistische maatschappelijk werkers rondstrooit. Ze zijn goed bezig
Wat de rol van de gedetineerde was begreep ik niet zo goed.
Jos de Vries Spaans zegt
Pittige veel bijkomende vragen bij een documentairefilm die ik van begin tot einde een prachtig integer verhaal vond, en gedetineerden in hun privacy en waarden latend.
Een indringend beeld waarbij ik getroffen was door de beklemmendheid en complexiteit die een gevangeniscultuur met zich meebrengt.
Ook getroffen door de professionaliteit en opmerkelijk andere rolinvulling van een geestelijk verzorger, dan bewaker of hulpverlener.
Knap de invoelendheid en tegelijkertijd haar professionele distantie van Nelleke van Zessen. Die ik wat knullig en geposeerd bij haar jonge mannelijke collega vond overkomen.
Een prachtige docu die me een heel indringend helder verhaal schetst hoe Mindfulness en Boeddhistisch geestelijke verzorging tot steun kan zijn voor lang gestraften. Klasse! Ik heb de film met veel plezier aan een lesgroep ROC pubers getoond.
Wilma Kelderman zegt
Geboeid gekeken naar “Prison Pioneers, een respectvolle, integere film die je een uur lang heel veel laat ervaren door veel open te laten.
Meer iets voor aan- en invoelen dan voor na- en uitpluizen.
Hulde voor de invoelende en toch stevige Nelleke van Zessen en voor de mooie trage verfilming.
Een film die ik al aan velen van harte heb aanbevolen.
Wilma Reishin