Decennialang konden hooggeplaatste boeddhistische monniken zelf toezicht houden op het geld dat miljoenen Thaise toegewijden aan tempels gaven- en het soms zelfs in eigen zak steken. Veel monniken zijn ook nauw betrokken bij een andere vorm van oplichting- het verkopen van zogenaamde gelukbrengende boeddhistische amuletten, voorspellingen doen op het gebied van geld en geluk en het ontplooien van andere financiële, niet-boeddhistische activiteiten.